vrijbuiterij op groote sehaal. En toen de onderdrukking, de welvaart vernietigd had,
werd het verwaarloosde Oost-Afrika een vergeten land, dat nauwelijks de belang-
stelling van Europa trok, en waar aan het_achteruitgaande Portugal volle vrijheid
van handelen werd gelaten.
Portugal zelf deed al het mogelijke, om die kust achter een sluier van onbekend-
heid te verbergen, en wat dienaangaande bekend werd, moest op bevel der regeering
in het stof der arcliieven bewaard worden; het mocht niet het licht zien. Zoo kwam
de regeering van dat land zelf niet op de hoogte van haar bezittingen.
In dezen toestqnd verkeerde Oost-Afrika, toen de Arabieren van "het noorden
weer pogingen deden, om hun concurrenten van daar te verdringen. Daar de Portugeezen
zieh gehaat gemaakt hadden en hun macht zagen slinken, viel dit niet zoo moeilijk.
l)e bevolking van Mombas riep den sultan van Oman in Arabie te hulp tegen de
Portugeesche onderdrukking en na een vijfjarigen oorlog gelukte het hun, de Portugeezen
te verdrijven. Een Arabische gouverneur werd benoemd. Wel herwonnen
de Portugeezen de stad, doch het onrechtvaardig bestuur bracht hen opnieuw
ten v a l; in 1698 viel Mombas wederom den Arabieren in handen, en sedert was
het gezag van Portugal in Noordoost-Afrika zoo goed als vernietigd. In 1720 legde
de sultan van Oman bezetting in Mombas eh Zanzibar, zoodat men kan zeggen, dat
met het begin der 18e eeuw het Portugeesche gebied tot de kuststreek ten zuiden
van kaap Delgado beperkt was.
Aldus bleef in hoofdzaak de staatkundige heerschappij in Oost-Afrika tot het
midden dezer eeuw. De Portugeezen behielden de kust tot kaap Delgado in het
noorden, nog de tegenwoordige grens. Ten noorden hiervan was het gezag hoofd-
zakelijk in handen der Arabieren, meestal van den sultan van Oman. Belangrijk is
het, dat in 1856, na het overlijden van den sultan van Oman, zijn eene zoon de
Aziatische, een andere zoon de Afrikaansche bezittingen verkreeg. Sedert dien tijd
oefende de sultan van Zanzibar zekere rechten u it op de kust van Noordoost-Afrika,
totdat ook diens macht, zooals wij verder zien zullen, door Europeesche mogendheden
werd overgenomen.
Bij de verdeeling van Afrika door de Europeesche mogendheden werd de Portu-
geesche bezitting aah de kust van Delagoabaai to t kaap Delgado als zoodanig erkend.
Het is een kustlengte van pl. m. 2000 kilometers. Na de grensregeling met Engeland
in 1891 (zie pag. 123) werd de oppervlakte van het gebied op 768740: vierk. kilometers
geschat en de bevolking zal ongeveer 1,5 ä '2 ,5 mill. bedragen. De bewoners behooren
meest tot de Bantu-Negers, terwijl ook Arabieren en Indiers en eenige Blanken hier
gevonden worden.
De kust wordt ömzoomd door een smalle, moerassige vlakte, die met terrassen tot
het hoogland opstijgt. Aan de kust is het klimaat heet en ongezond, en gedurende
den regentijd, die van November tot Maart duurt, heerscht hier veel nialaria. Op de
hoogere streken van het binnenland is het beter gesteld.
De uitvoer der kolonie omvat bovenal grondnoten, ivoor, caoutchouc, gummi; inge-
voerd worden katoenen stoffen, spiritualien, bier en wijn.
De verkeermiddelen in deze kolonie zijn siecht. Van de rivieren is alleen de
Zambesi gedeeltelijk bevaarbaar, nl. tot Te te ; straten of berijdbare wegen vindt men
e r niet, en daar de tsetse het gebruik van lastdieren onmogelijk maakt, moet het
vervper meest plaats hebben door karavanen van dragers, een zeer kostbaar en
omslachtig vervoermiddel. De handel wordt hoofdzakelijk gedreven door de zooge-
naamde „Kanariers,” d .i. nakomelingen van Portugeezen en Indische vrouwen. Hoewel
sedert 1877 de slavernij is opgeheven, heeft de beschaving in de kolonie nog weinig
vorderingen gemaakt. Het bestuur laat er veel te wenschen over. Opmerkelijk is het,
dat vooral Britsche industrieelen en handelaars het achterland meer en meer openden.
Hierdoor is ten noorden van het Nyassameer het Britsche gezag reeds gevestigd.
(Zie pag. 127.) ■;
. Portugeesch Afrika, tusschen de Zambesi en de Sabi-rivier, uitgezonderd het
district, waarvan Tete het middelpunt is, wordt beheerd door de „Mozambique
Compagnie.” Deze maatschappij werd als mijnonderneming in 1888 opgericht, met
het doel, de goudvelden van Manika te verkrijgen, en verwierf in 1891 een koninklijk
charter, waardoor zij uitgebreide rechten verkreeg. Zij heeft o.a. het monopolie voor
alle minerale- en handeisrechten. Door de Mozambique Compagnie wordt onbewoonde
grond in erfpacht voor landbouw uitgegeven, doch geen stuk, grooter dan 2500 morgen,
kan in het bezit van een persoon zijn. Personen van alle nationaliteiten kunnen hier
grond verkrijgen.
In 1893 is aan een andere Compagnie concessie en bezit verleend voor het land
tusschen de Limpopo- en Manisa-rivier van de Transvaalsche grens naar de zee,
doch deze maatschappij was nog zoo goed als werkeloos.
Het district rondom Tete Staat nog onder het gouvernement; Tete is hier de zetel
van het bestuur. Dit gebied werd door den uitvoer van slaven in het begin dezer
eeuw zeer ontvolkt; de vroegere goudwasscherij hield op en Tete werd niet meer
dan een Station voor den ivoorhandel. Thans is Tete een stadje met 20 ä 30 steenen
huizen van Europeesch model en met een klein garnizoen van zwarte Soldaten onder
Blanke officieren. 'Achter de Europeesche woningen ligt de inboorlingenstad, uit
hutten bestaande.
Het Portugeesche gebied wordt door de Zambesi in twee deelen gescheiden:
Mozambique ten noorden en Lourenco Marquez ten zuiden der rivier, beide met
hoofdsteden van denzelfden naam.
Lourengo Marquez, met de hoofdstad van dien naam, welke 1200 inw. telt, heeft
bovenal beteekenis door de ligging tusschen de zee aan den eenen en de Zuid-
Afrikaansche Republiek en Rhodesia aan den anderen kant. Hierdoor zal het als
doorgangsland beteekenis verkrijgen. Twee spoorwegen doorkruisen het land reeds,
van Lourenpo Marquez naar Pretoria en van Beira naar Rhodesia (in aanleg).
De bewoners van Lourenco Marquez zijn voornamelijk: Portugeezen, Arabieren en
Banianen. Overigens is het land door Kafferstammen bewoond. In de stad worden
dezen bij nacht niet geduld; op een heuvelrug, Berea, wonen eenige duizenden
nabij de stad.
De Portugeesche Staat wordt vertegenwoordigd door een voor 3 jaren benoemden
A F R IK A . 10