donkergele wangen rennen voorbij of zitten onder de luifels van hun lagen, open
fruitwinkel. Daar wandelen eenige Kafferpredikanten, zwart van gelaat en handen,
geheel in zwarte domine’skleeding van Engelsch model, met zwarte, zeer läge
hoedjes op, en zoo nu en dan den halsboord het achterste voor om den hals zonder
das. Men kan niet zeggen, dat die kleeding hen voordeelig doet uitkomen; ’t is soms
in een woord belachelijk. Een zwart mensch moet niet geheel in ’t zwart gekleed
met een rotting in de hand loopen, terwijl ’t eenige wit aan zijn geheele lichaam
is de rij blanke tanden en een vuilwit streepje van een boordje om den hals.
Kaffervrouwen ziet men in geheele groepen; lange, broodmagere gestalten, bloots-
hoofds, maar met een smallen, zwarten band om de hären, die nauwelijks twee
duim lang zijn; met bloote armen, doch die door verscheidene smalle Kafferringen
omgeven zijn; in körte rokken met bloote beenen en voeten. Om het lijf is een
vuile, bontgestreepte deken geslagen, en u it den rok van den deken op den rüg der
vrouw steekt het groezelige bovenlijf van een kindje van een jaar. Even rijzig en
even broodmager als mama loopen de andere kinderen met minder kleeren, ook
elk in een deken gehuld, naast haar. Ziet, daarginds zijn een paar vrouwen van
een ander ras bezig met houtsprokkelen in een der hoofdstraten. Zeer kleine, goed
gevormde vrouwen, heel donker getint, met lange, glimmende, gitzwarte hären, die
los en zooveel mogelijk verward en vuil längs de schouders hangen. In elk der
oorlipjes en in elk der neusvleugels is een veelkleurige knop zoo groot als een
dames-doekspeld vastgehecht. Een paar harer zusters zitten, ook half gekleed, aan
den rand van het trottoir. Op het trottoir mag geen kleurling komen, anders dan
om in huis te gaan. .
Ossenkarren ziet men na een paar dagen weinig meer aan, zoo talrijk zijn zij,
tenzij om de prächtige hoornen der dieren te bewonderen, die in allerlei vormen
groeien en dikwijls een verbazende lengte verkrijgen. Meestal hoort men Hollandsch
spreken, en dikwijls goed, doch ook het Afrikaansch is spoedig verstaanbaar.”
De stad is in de laatste jaren wel in bloei toegenomen. Er zijn groote regeerings-
gebouwen verrezen met gevels in Hollandschen stijl, en ook bij de vele villa’s,
die in den laatsten tijd gebouwd zijn, vindt men er veleI met een Nederlandsch
karakter. De breede wegen zijn met schoone treurwilgen- en andere boomen omzoomd
en geven Pretoria een landelijk karakter.
Wij moeten er hier nog op wijzen, dat Pretoria geen gemeentebestuur heeft,
zooals wij dat kennen. Het Gouvernement bestuurt niet alleen het geheele land, doch
ook elk dorp afzonderlijk. Alleen Johannesburg maakt hierop een uitzondering.
LJTTERATUUR OVER DE BRITSCHE BEZITTINGEN EN DE STATEN DER
BLANKE BEWONERS VAN ZUID-AFRIKA.
A. Algemeene werken.
G eo rg e Me Ca l l T h e a l . Geschiedenis van Zuid-Afrika 1897.
„ „ „ „ History of South-Afriea 1846—72. Vijf deelen.
„ „ „ „ History of the Boers in South-Africa 1887.
„ „ „ „ Boers and Bantu 1886.
L ion Ca ch e t . De worstelstrijd der Transvalers 1 8 8 7 .
D r . H e n d r ik P. N. Mü l l e r . Zuid-Afrika. Reisherinneringen, 1890.
P r o f . Dr . J . t e "Win k e l . Het Nederlandsch in Zuid-Afrika (Vragen van den Dag XI, 1896).
P r o f . Dr . C. B. S p r u y t . Afrikaners en Nederlanders, 1896. Dit werk is een verzameling
van talrijke bijdragen, die vroeger bij verschiffende gelegen-
heden in tijdschriften, enz. versehenen zijn en de gebeurtenissen
van de laatste tien jaren toelichten.
„ 1 „ „ „ Engeland en Transvaal, 1897.
J. W . G. v . Oord t . De Transvaalsche gebeurtenissen en de toekomst van Zuid-Afrika
(Den Haag, 1881).
„ „ £ „ „ Zuid-Afrika, zooals het thans bestaat, 1897. Ook versehenen in
„De Gids”, Sept. 1897.
Dr. H. B l in k . Staatkundige grenzen en betrekkingen in Zuid-Afrika. Eene aanteekening
op de Staatkundige Kaart (Vragen v. d. Dag V, 1890).
J ohn N o b l e . Illustrated Official Handbook of the Cape of South-Africa. A Résumé of
the history, conditions, populations, productions and resources of the several Colonies,
States and Territories, 1893. Dit werk is ongetwijfeld het beste handboek voor de
geographie van Zuid-Afrika.
J. D. W e il ba c h en 0. N. J. du P l e s s is . Geschiedenis van de emigranten-Boeren en
den vrijheidsoorlog, 1882.
The Argus annual and South-African Gazetteer, 1896.
The Statesman’s Yearbook, 1897.
W il l iam P a r r G r e sw e l l . Geography of Africa south of the Zambesi (Oxford, 1892).
B. De Kaapkolonie en Natal.
Results of. Census of the Colony of the Cape of Good Hope, 1891.
Financial Statement for 1896—97.
Statistical Abstract for the several Colonies and other Possessions of the United
Kingdom. Jaarlijks.
Blue-book on Native Affairs. Jaarlijks.
J ohn N o b l e . Illustrated Official Handbook. 1893 (zie boven),
A. H. K e a n e . Africa. Vol. II. South-Africa. 1895.
W. G r e sw e l l . Our South-African Empire. 2 vols. 1885.
Natal Almanack. Directory and Yearly Register. Jaarlijks.
Natal Blue-book. Jaarlijks.
J ohn B ir d . The Annals of Natal 1495—1845. 1888.
W a l t e r P ea c e . Our Colony of Natal, 1884.
„ „ Notes on Natal, 1893.
C. Rhodesia.
D r . H e n d r ik P. N. Mu l l e r . Land und Leute zwischen Zambesi und Limpopo. 1894.
Dit werk is rijk aan bronnen-opgave.
„ „ „ De Zuid-Afrikaansche Republiek en Rhodesia, 1895.
S. J. d u Ton. Sambesia of.Salomo’s goudmijnen bezocht, 1895.
Reizen met Cecil Rhodes door de wilde wereld van Zuid-Afrika. (Naar den oorspron-
kelijken tekst in het Zuid-Afrikaansch Tijdschrift van 1891 en 1893 en de Engelsche
uitgave onder den tite l: „With Rhodes in Mashonaland” by D. C. de Waal, bewerkt
door Africanus) 1896.
F. C. S e lo u s . Travel and Adventure in South-East-Africa, 1893.
Correspondence respecting the action of Portugal in Mashonaland and in the districts
of the Shire and Lake Nyassa. Blauwboek (C. 5904) 1890.
Foreign Office Reports on British Central-Africa.
J. B u ch a n a n . The Industrial Development of Nyassaland (Geographical Journal 1,1893).
D. J. R a n k in . The Zambesi Basin and Nyassaland, 1893.
T h B e n t . Mashonaland and its People (The Contemporary Review, 1893).
„ if The ruined Cities of Mashonaland, 1892.
J. C. W il lo u g h by . A narrative of further excavations at Zimbabye, 1893.
R. M. Wr. Sw a n . The Geography and Ethnology of Mashonaland (Proceed, of the
Philosoph. Soc. Glasgow) 1893.
R e v . J ames K in g . Dr. Jameson’s Raid. The causes and consequences, 1896.
D. Oranje-Vrijstaat en de Transvaal.
Census van den Oranje-Vrijstaat, opgenomen 31 Maart 1890- 1891.
J. N o b l e . (Zie boven.)
Staatsalmanak voor de Zuid-Afrikaansche Republiek, 1897. Jaarlijks.
W. E. F is h e r . The Transvaal and the Boers, 1896.
Correspondence respecting the affairs of the Transvaal and adjacent Territories.
London, 1884.
Further Correspondence respecting the affairs of the Transvaal and adjacent Territories
(C. 4275, 4432, 4588) London, 1885. (C. 4843) 1886.
Correspondence relative to the South-African Republic. London, 1896.
L io n Ca c h e t . De worstelstrijd der Transvalers 1887.