als de Kalahari aangeduid. Het gebied is schaars bewoond. Bosjesmannen en
rondzwervende Bechuanen leiden hier een armoedig bestaan en zijn aan de grootste
willekeur der hoofden onderworpen.
De aanzienlijkste stammen in deze streken zijn de Bangwaketzi’s onder het opper-
hoofd Bathoen; de Bakwena’s onder Sebele en de Bamangwato’s onder Khama. De
Bakalahari’s, die tot de Bechuanen behooren, en de Bosjesmannen zwerven in de
ärmste gedeelten des lands rond. Bij de Bakwena’s vestigde Livingstone in 1845. een
zending; hij verkreeg daar een buitengewonen invloed. Overal werd verteil, dat
het hoofd der Bakwena’s
betooverd was door een
Blanken man, die hem
geheel beheerschte.
In het noordoosten van
het Protectoraat wonen de
Bamangwato’s. Evenals
de meeste der genoemde
volken hebben ook zij veel
;e lijden gehad van de
verwoestingen van Mosa-
lekatse en later van Loben-
gula. Khama is thans het
hoofd van het overblijfsel
van den stam. Khama
schijnt een zeer intelligente
Kaffer te -zijn; hij
is een vriend der zende-
lingen en een vijand van
sterken drank, dien hij
streng uit zijn gebied
weert. In 1895 kwam
Khama zelf naar Londen,
om er voor te pleiten, dat
zijn land vrij zou blijven
van het Protectoraat der
Chartered Company,waar-
onder Rhodes het wilde
brengen. Dit mocht hem
bij Chamberlain gelukken.
Toch koestere men geen
te hooge gedachten van
Khama en zijn volk. De
heer de Waal, die met
Rhodes Khama in 1890
bezocht, schrijft op eigen-
aardige Boeren-manier
aldus over hem: „Onze
opinie over Khama en zijn
volk is, dat 250 Boeren
de stad (Pal achwe, niet
TYPEN VAN , ZU LU S U IT NATAL.
ver van de Transvaal-grens, met 25,000 ii 30,000 Kaders) binnen de 24 uren kunnen
innemen en Khama met al wat adem heeft, er uit jagen. De Bamangwato’s komen ons
als een miserabele, ellendige, zwakke boel voor; het schijnt mij, dat een gewapende
Boer een honderdtal van hen op de vlucbt kan slaan. Khama woont in een net
Kafferhuis en heeft een aanzienlijke, zeer nette Kaffervrouw. Zijn zoon is een lange,
schrale, aanzienlijke, welgekleede jongen van 20 ä 21 jaren oud; hij is de aanstaande
koning en zal de opvolger van zijn vader zijn, maar hij lijkt ook maar pap en een
niksnut, (tot niets nut). De mannen en vrouwen van Khama’s volk zijn haast
allen gekleed.”
Behalve inboorlingen wonen in het Protectoraat, voornamelijk in de oostelijke
gedeelten, nog onderscheidene Boeren, die bij verschiffende gelegenheden de grens
der Transvaal zijn overgetrokken.
De spoorweg van Kimberley naar Buluwayo in Rhodesia loopt door het Protectoraat;
deze is November 1897 geopend. Van economische waarde zal het Protectoraat
voor Europa niet worden; de opbrengsten des lands hebben weinig te betee-
kenen en de arme bevolking vormt geen afzettingsgebied voor de industrie.
IV. Rhodesia.
De Britsche regeering heeft bij het verkrijgen en ontwikkelen der koloniën meestal
een eigenaardig standpunt ingenomen. Het Rijk als zoodanig hield zieh meest op
den achtergrond, doch particulière ondernemingen, compagnieën en zendeling-genoot-
schappen gingen voor, om het Britsche gezag voor te bereidefl. De eerste proeven
en de mislukkingen kwamen daardoor niet ten laste des Rijks. De regeering steunde
echter gaarne dergelijke ondernemingen door hun ver strekkende privilegiën, charters,
te verleenen. Op deze wijze kwamen onderscheidene bezittingen längs indirecten
weg toch eindelijk aan Engeland. En later bediende het Rijk zieh dikwijls van de
koloniale regeeringen, om het gezag uit te breiden. Zuid-Afrika levert van dit
stelsel talrijke voorbeelden, zooals wij in het voorgaande zagen.
Dat Britsche onderdanen door een gecharterde Compagnie een aanzienlijke bezitting
verwierven, leert ons de jongste geschiedenis van Rhodesia.
In Engeland werd in 1889 een aanzienlijke Compagnie opgericht, met het doel, de
binnenlanden ten noorden van Bechuanenland te exploiteeren. Zij verkreeg den
naam The British South-Africa Company, en de aanzienlijksten uit het Vereenigd
Koninkrijk namen er aan deel.
Het voorbeeld der vroegere Oost-Indische Compagnie zweefde den oprichters voor
oogen, en de Compagnie wist een „Koninklijk Charter” te verWerven, dat gepu-
bliceerd werd den 19den December 1889. Hierdoor verkreeg zij rechten van meer
uitgebreiden omvang.
Een Compagnie met een Koninklijk Charter toch verheert in een positie, geheel
verschiffend van de gewone Maatschappij en onder de Limited Liability Acts. Deze
laatste zijn in handeling tot burgerlijke rechten beperkt; het Koninklijk Charter
daarentegen geeft in zekeren zin staatsrechterlijke macht. Die rechtsmacht is in
Art. 24 van genoemd Charter omschreven, en geeft de Maatschappij gèdeeltelijk een
soort van souvereine rechten, onder contrôle van den „Secretary of State.”
Aan de Maatschappij werd bevoegdheid gegeven, .om ambtenaren, uitgezonderd
rechters en magistraten, aan te stellen en af te zetten binnen haar kring van
werkzaamheid, en ordonnantiën uit te vaardigen voor gewone doeleindën. Rechters en
magistraten moeten aangesteld worden door den Hoogen Commissaris, die ook belang-
rijke wetten moet proclameeren, in beide gevallen op aanbeveling der Maatschappij.
Het oorspronkelijk doel der Maatschappij was dat van vreedzaam handelsverkeer
en het tegengaan van den slaveHhandel. Een schoon doel voor een prospectus ;
uitnemend geseliikt om mede te pronken! Weldra bleek dan ook, dat de ware plannen
dieper verborgen lagen. Wijl de geschiedenis der Britsche Zuid-Afrikaansche Maatschappij
en de daden harer hoofdleiders op de gebeurtenissen van den laatsten tijd
zulk een grooten invloed hadden, moeten wij hierbij iets langer stilstaan.
He *
He
De ziel van deze groote onderneming was de heer Cecil John Rhodes, die tot
besturend directeur der Maatschappij werd aangesteld.
Rhodes is een der merkwaardigste personen van onzen tijd. In Engeland geboren,
werd. hij op jeugdigen leeftijd te r wille van zijn gezondheid naar Zuid-Afrika
gezonden. Hij vertoefde eenigen tijd in Natal, waar hij als schütter en jager een
groote bekwaamheid verwierf en door den omgang met Boeren en kleurlingen de
rassen van Zuid-Afrika goed leerde kennen. Toen de diamantmijnen te Kimberley
geopend waren, trok hij daar heen. Door zijn händige speculaties wist hij spoedig
een groot vermögen te verzamelen. Doch die schatten bewaarde hij niet voor zichzelf