VERKEER IN DE WOESTIJN. HANDEL. ZOUT.
dezelfde koperen voetgespen, talrijke armbanden van hoörn of ivoor, halssnoeren
met stukjes agaat, glazen koralen, kauri-schelpen of kleine schijfjes van struisvogel-
eieren. Ook het haar wordt met zilveren ringen en koralen getooid, terwijl in
neusvleugels en ooren sieraden worden aangebracht. De vrouwen evenwel, die het
dichtst bij de Sudansche vrouwen staan, vetten het haar in.
De industrie der Teda’s is zeer gering en beperkt zieh tot het noodigste. Het
land biedt weinig aan tot den uitvoer. Op de markten te Fezzan bieden zij groote
zwarte schapen te koop aan; voorts kameelen, waaraan zij zelf niet rijk zijn, en
verder de huid van een antilope, door hen op de jacht gedood. Voor de opbrengst
uezer artikelen koopen zij graan, dadels en katoen, het laatste een Europeesch
fabnkaat. Katoen was tijdens het bezoek van Nachtigal het meest gangbare ruilmiddel,
doch daarenboven gebruikten zij ook den Maria-Theresia-thaler.
* *
Wij moeten onze beschrijving der woestijnbewoners eindigen, doch willen ten
slotte nog een schets geven van het verkeer in de woestijn en van den handel, die
daar gedreven wordt.
Het verkeer in de woestijn wordt tot stand gebracht door karavanen. Het woord
karavaan is afkomstig van een Perzisch woord, „karvan”, dat „koopman” beduidt.
Men verstaat onder een karavaan een groot reisgezelschap, gewoonlijk uit kooplieden
bestaande, welke zieh in Azie en Afrika tot onderlinge bescherming vereenigd hebben
bij het volbrengen van tochten in het belang van den handel of tot het bereiken
van godsdienstige oogmerken. Zulke karavanen teilen wel eens een duizendtal
kameelen, die in langzamen stap geregeld achter elkander voortschrijden. Dragen
de kameelen 250—300 Kg., dan noemt men ze zware karavanen; de kameelen der
lichte karavanen torsen het halve gewicht en kunnen grootere dagmarschen afleggen.
In Noord-Afrika is dat karavanen-transport over ’t geheel goed geregeld en Staat
het dikwijls onder controle.
Het vervoer door karavanen gaat zeer langzaam en is kostbaar. Daardoor kunnen
veelal alleen de welgestelde lieden zieh de waren aanschaffen, die door karavanen-
vervoer verkregen worden. Het prijsverschil der waren te Tripolis en Ghat wordt
op 100 pCt. gerekend. Daarbij komt, dat de uitvoer der woestijnlanden van geen
beteekenis is. In vroeger tijd, toen de slavenhandel nog bloeide, was hij levendiger.
Doch sedert de slavenhandel bijna is opgehouden en de westelijke Sudan de
directe wegen naar den oceaan geopend heeft, is de beteekenis der woestijn-
steden verminderd en gaan zij achteruit. Ook de karavanen-handel heeft daardoor
vermmdering ondergaan.
Een belangrijk artikel voor den handel in de woestijn is het zout. In de meest
dorre streken der aarde vindt men hier uitgestrekte zoutlagen neergelegd, terwijl
m de vruchtbaarste landen van Afrika dit tot een algemeene behoefte geworden
mmeraal ontbreekt, zoodat enkele Neger-stammen, die door den handel geen zout
verkrijgen, door het verbranden van zekere planten en het uitloogen der asch zieh
een zout-surrogaat verschaffen.
De zout-karavanen nemen een belangrijke plaats in bij het verkeer door de Sahara.
Als de zout-karavanen in de dalen van het berglandschap Air of Asben in de Sahara
aankomen, heerscht hier een buitengewone bedrijvigheid; dan weerklinken er feest-
liederen, die des avonds de dansen begeleiden, terwijl groote vuren hun spookachtige
vlammentongen in de woestijn doen opflikkeren. De zoutmijnen zijn voor sommige
stammen in de Sahara een bron van welvaart. Als een bewijs van de hooge waarde,
die het zout in deze streken bezit, kan dienen, dat zoutplaten van 4 meter lengte
en 25 cM. breedte, als munteenheid beschouwd werden.
De belangrijkste zoutmijnen in de Sahara zijn die van Sebcha, in het landschap
Adrar, m het oosten, die in El Dschuf in de westelijke Sahara en in Taudeni,
welke laatste reeds in 1596 door Moorsche Neger-slaven bewerkt werden. Taudeni
is de plaats, vanwaar het zout naar Timbuktu wordt gezonden en verder door den
westelijken Sudan. Op de markt van Timbuktu was zout lang een der belangrijkste
artikelen, dat met goud längs de geheele Niger sedert de oudste tijden een hoofd-
ruilartikel was. Tot de beroemdste zoutmijnen der Sahara behooren die van Bilma,
ZOUTHANDEL. KAURI ALS PASMUNT. 4 1 1
de zuidelijke provincie der oase Kauar, met de hoofdplaats Garu, dat wegens de
zoutlagen in de nabijheid het grootste middelpunt is van het karavanen-verkeer.
Naast den zouthandel bestaat die in Europeesche artikelen. Deze worden niet,
zooals men zieh ten onrechte dikwijls voorstelt, rechtstreeks door karavanen van
Algiers, Tunis en Tripolis naar het binnenland getransporteerd, maar van koopman
tot koopman verder vervoerd. Een koopman uit Tunis bijv. voert zijn waren naar
de oase Gabes; hier worden zij door kooplieden uit de woestijnstad Rhadames gekocht,
die ze naar hun stad vervoeren, waar de handelsartikelen weer in andere handen
overgaan. Zoo worden zij van stad to t stad verder vervoerd- en komen aldus
eindelijk in het land der Negers aan. Die lange weg wordt thans voor vele artikelen
niet meer gevolgd, daar de Sudan van het zuiden door Europeanen geopend is
geworden en de weg naar de kust een meer rechtstreeksch verkeer met de Europeesche
artikelen aanbiedt. De Sahara moet hierdoor haar beteekenis als doorvoergebied
naar Oentraal-Afrika verliezen; de karavanen-handel zal de concurrentie met de
Europeanen uit het zuidwesten niet kunnen volhouden. Alleen het produkt der
Sahara, het zout, zal nog het verkeer met het zuiden doen voortduren.
De handel in de Sahara is meest ruilhandel, slechts zelden bedient men zieh van
geld. De munten van Tunis zijn in Fezzan en Tuat het meest verbreid; verder
naar ’t zuiden vindt men de Spaansche piasters, die over Marokko komen, alsmede
TurPsche munten uit Tripolis, doch men neemt deze niet gaarne. Fransche stukken
van vijf franc vinden allengs ingang.
Daarenboven gebruikt men de kauri als pasmunt, waarvan er elk ja a r nog u it
Begalen worden ingevoerd. De kauri (Cyprea moneta, Cowry-shell) behoort tot de
porceleinslakken, die in de Indische Zee gevonden worden. Zij hebben een enkel-
voudige, eivormige, gladde sehaal, zijn van boven blinkend wit of stroogeel, onder
den buik wit en inwendig blauw. Vooral aan de kust van Malabar en bij de
Malediven worden zij gevangen. Het gebruik der kauri’s wordt echter met den
toegang der Europeanen tot het binnenland minder.
LITTERATUUR.
G e rh a rd R o h l f s . Quer durch Afrika. Reise vom Mittel-Meer nach dem Tschad-See
und zum Golf von Guinea. Leipzig, 1 8 7 4 .
Dr . G usta v N a ch t ig a l . Sahara und Sudan. Berlin, 1 8 7 9 .
H e n r i D u v e y r ie r . Exploration du Sahara. Tome premier: Les Touaregs du Nord, 1 8 6 4 .
H. B is s u e l . Les Touaregs de l’ouest. Alger, 1 8 8 8 .
Dr. J o s e f C h a v a n n e . Die Sahara oder von Oase z u Oase, "Wien, 1 8 7 9 .