H O O F D S T U K XXVI .
DE VR I J STAAT LIBERIA.
Wij moeten ons thans jiader bezighouden met den eigenaardigen Neger-VrijStaat
Liberia, die onder Noord-Amerikaanschen invloed in West-Afrika gesticht is. Tot
dat doel zullen wij in de eerste plaats de geschiedenis van dien. Staat en van zijn
ontstaan kortelijk verhalen, om daarna iets omirent zijn bevolking en de bestaande
toestanden mede te deelen.
Vreeselijk was de geschiedenis van den slavenhandel, die West-Afrika eenige
eeuwen verontrustte. Uit de binnenlanden werden voortdurend menschelijke werkkrachten
naar de kustfactorijen gevoerd, om vandaar naar andere landen in Afrika
° f .»aar Amerika geëxporteerd te worden. De cijfers omirent den slaven-uitvoer
schijnen ongeloofelijk. Er wordt namelijk berekend, dat sedert 1517 in de daarop
volgende drie eeuwen 10 à 12000 slaven per ja a r u it Afrika werden ingescheept,
en dat aan de Vereenigde Staten van Noord-Amerika en West-Indië in ’t geheel
8-, aan Zuid-Amerika 10 millioen slaven geleverd zijn geworden, terwijl naar de
Europeesche bezittingen in Afrika 2 millioen vervoerd zijn geworden. Bij een
verdeeling naar het aandeel, dat de Europeesche staten daarin hadden, vielen op
Engeland en de Vereenigde Staten 5, op Frankrijk 2, op de Nederlanden en andere
staten 1 en op Spanje 12 millioen.
Het kon wel niet anders, of de menschelijkheid moest hiertegen in verzet komen.
In Britannië, dat zelf een aanzienlijk aandeel had in den slavenhandel, werd de
anti-slavernij-beweging het krachtigst, vooral sedert William Wilberforce in 1787 de
zaak in het Parlement bracht. En de Engelschen waren ook de eersten, die een
jpoging deden, om vrijgeworden Negerslaven naar hun Afrikaansch vaderland te doen
wederkeeren. Dit geschiedde na de erkenning van de onafhankelijkheid der Vereenigde
Staten van Noord-Amerika, toen de slaven der regeering vrijheid verkregen en naar
Engeland vervoerd werden. Daar vervielen .zij al spoedig tot eilende en de zwarten
maakten de straten der hoofdstad onveilig. Uit medelijden, en misschien ook wel
om de onwelkome gasten kwijt te raken, besloot een Comité de Negers naar de
kust van Sierra Leona te transporteeren, waar men grondgebied voor hen verworven
had. Het eerste transport vertrok in 1787 en grondvestte de nederzetting Freetown,
i5vrÖe stad, welke na zeer afwisselende toestanden een bloeiende kolonie geworden
is, en later een Britsche bezitting werd. Gedurende de jacht der Britsche kruisers
op slavenschepen werden de meesten der aldus bemachtigde slaven aan land gezet.
Hoewel in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika de afschaffing der slavernij
aanvankelijk niet met geestdrift begroet werd, vond toch ook hier in het tweede
decennium onzer eeuw dit denkbeeid meer en meer ingang bij politici en Philanthropen.
Den len Januari 1817 werd de „American Colonisation Society for colonizing the
free people of colour of United States” opgëricht. Het doel dezer vereeniging was.
de vrije Negers met hun toestemming weer in Afrika tot een kolonie te vereenigen.
De vereeniging ontving materieelen steun van de Amerikaansche Regeering, en
daaruit valt een zekere verantwoordelijkheid der Vereenigde Staten voor den bloei
der onderneming af te leiden.
De vereeniging vestigde voor de stichting der kolonie uit den aard der zaak den
blik op de kust van West-Afrika. Van hier waren de meeste Negerslaven in Amerika
geümporteerd ; daar zouden zij zieh ook het gemakkelijkst weder tehuis gevoelen, in
het oude vaderland. Men stelde zieh veel voor van den beschavenden invloed, dien
een goed bestuurde kolonie van Christelijke Negers op de overige stammen zou
uitoefenen. In 1821 wist de vereeniging een gebied van 130 miles kustlengte en
40 miles breedte te bekomen van de inboorlingen, gelegen aan het voorgebergte
Messurado, en den 7den Januari 1822 kwamen hier reeds de eerste zwarten u it
Amerika als kolonisten in hun eigenlijk vaderland terug. In 1824 werd aan de
kolonie de naam Liberia gegeven, te r herinnering aan haar oorsprong, als gevolg van
vrijheid, en de eerste nederzetting Op het voorgebergte ontving naar Monroe, den
President der Vereenigde Staten, den naam Monrovia. Later werd dit de hoofdstad
van den Vrijstaat.
De kolonie werd van tijd tot tijd door nieuwe nederzettingen uitgebreid. Bassa
werd van New-York en Pennsylvanie u it bevolkt; Sinoe door emigranten van
Mississippi. Zij vereenigden zieh in 1837 met Monrovia tot de „Commonwealth of
Liberia,” die onder de leiding kwam van een Gouverneur, door het Amerikaansche
comité gekozen. Deze Gouverneur werd bijgestaan in zijn bestuur door een „Raad van
Liberianen,” door verkiezing hiervoor aangewezen. De eerste Gouverneur van Liberia
was de kwaker Thomas Buchanan, wiens naam nog in dien van een stad bewaard is.
In het jaar 1847 ontstond er strijd met Engeische kooplieden, die het staats-
rechterlijk gezag van Liberia niet wilden erkennen en weigerden, tollen te betalen.
Dit gaf aanleiding tot erkenning van de zelfstandigheid der kolonie, waardoor zij
van de „American Colonisation Society” werd losgemaakt. Den 24sten Augustus 1847
werd na een plechtige godsdienstoefening openlijk de Republiek geproclameerd, en
de driekleurige Liberiasche vlag op alle voorgebergten geheschen. De grondwet was
op de leest van die der Vereenigde Staten van Noord-Amerika geschoeid, het moeder-
land der Republiek. De eerste President, een man met uitmuntend staatsmanstalent,
was de Virginia-Neger J. J. Boberts, die het gebied uitbreidde met eenige territoriëii.
Sedert 1834 was er in de nabijheid van Liberia nog een andere Amerikaansche Negerkolonie
ontstaan, Maryland geheeten. Om aan de vijandelijkheden der inboorlingen
beter weerstand te kunnen bieden, sloot deze zieh in 1857 bij Liberia aan, zoodat
deze Republiek thans uit vier provinciën bestaat: Messurado, Bassa, Sinoe en Maryland.
De jeugdige republiek, onder zoo geheel bijzondere omstandigheden opgëricht en
u it zooveel eigenaardige elementen samengesteld, had moeielijke dagen te doorleven,
zooals niet anders te verwachten kon zijn; Karakter en bekwàamheden der Negers
werden aan een eigenaardige proef onderworpen. De republiek werd geheel vrijgelaten,
zonder de contrôle van een ander ras. Noord-Amerika, dat nog altijd de zelfstandigheid
van Liberia niet wettelijk erkend had, doch feitelijk eerbiedigde, garandeerde in 1862
de onafhankelijkheid der kleine republiek op een oogenblik, dat deze in een minder
aangename verhouding tegenover Engeland stond. Toch is de republiek vele
moeielijkheden te boven gekomen. Wij zullen die geschiedenis niet nagaan, doch
verwijzen hen, die haar nader wenschen te leeren kennen, naar de. litteratuur
daaromtrent, hieronder opgegeven. Wij deelen alleen nog mede, wat Bütikofer, die
land en volk door eigen àanschouwing kent, over den voormaligen president Johnson
en zijn bestuur zegt, in 1890. „'Beseelt von glühender Vaterlandsliebe, hoch gebildet
und mit weitschauenden Blick begabt, hat er bis jetzt mit sicherer und geschickter
Hand die Zügel des Staates geführt und Handel und Verkehr, Landbau und Jugenderziehung
durch weise Massregeln mächtig gefördert. Die Einkünfte des Staates
sind unter seiner Regierung in hohem Masse vergrössert und Schritte sind gethan,
um das stark entwerthete Papiergeld wieder auf höhern Kurs zu bringen.” Doch,
vervolgt Bütikofer: „Die einzige schwarze Wolke, die augenblicklich schwer über
dem liberianischen Staatshaushalte hängt, ist die grosse Staatsschuld.” Deze schulden
zijn gedeeltelijk ontstaan, doordien de regeering in handen van woekeraars viel, en
het is een uiterst moeielijké taak, om ze te verminderen, want groote financiers
heeft Liberia nooit gehad.
Liberia heeft een oppervlakte van 49,100 K.M2. en het aantal bewoners wordt op
± 1,068,000 geschat. De tegenwoordigé president is W. D. Coleman, vroeger vice-
president, gekozen in 1896. Dé staatsinrichting komt, zooals wij zeiden, geheel met
die der Noord-Amerikaansche Unie overeen. De uitvoerende macht berust bij den
President en de wetgevende macht bij het Parlement, bestaande u it twee Kamers: