72 HET MAKEN VAN KOORD. HUTTEN.
bi] de Kaapsche Hottentotten wordt het hoofd nog steeds bedekt, en daarvoor gebruiken
zij bij voorkeur bonte doeken, die een veelgeliefd handelsartikel zijn geworden.
Ook de opschik is gewijzigd onder den invloed der Europeanen. Nog altijd dragen
beide geslachten lederen tassehen om den hals, waarin zij hun messen, pijpen, tabak
en het geld bergen, en daarnevens schelpjes, schildpadden Schilden en andere versierselen
als talismans; kinderen hebben bikkels en dergelijke aan den gordel. Doch metalen
ringen om den benedenarm en ivoren ringen om den bovenarm zijn zeer zeldzaam
geworden, en ook de vroegere gewoonte, om hieraan lederen zakjes met eetwaren te
bevestigen, is daarmede opgehouden.
Het koord of touw, waarvan de Hottentotten zooveel gebruik maken, wordt op een
zeer eenvoudige wijze vervaardigd.
De bast der voor alles dienstige acacia wordt van de takken geschild en in vezelen
verdeeld, door hem in water te weeken en dan tusschen twee steenen te kneuzen.
Somtijds geeft de touwslager er de voorkeur aan, om de vezelen van een te scheiden,
door den bast te kauwen, die, naar men zegt, een aangenamen smaak heeft.
Zoodra een genoegzame voorraad- vezelen bereid is, gaat de werkvrouw op
den grond zitten, neemt twee bundels vezelen, en rolt die met de handpalm
over haar dij. Daarna brengt zij ze bijeen, rolt ze schielijk in de tegenovergestelde
richting en maakt zoo een tweedraads koord, met een snelheid, die bijna onbe-
grijpelijk is, als men ziet, dat er geen gereedschappen of werktuigen hoegenaamd bii
gebruikt worden.
Het maken van touw is uitsluitend het werk van vrouwen en alles behalve aange-
naam. Waarschijnlijk wordt het juist daarom aan hen overgelaten. Door de wrijving
van het touw over de dij wordt spoedig de opperhuid afgeschaafd ; dit maakt haar
zoo pijnlijk, dat de vrouwen verplicht zijn, het rollen over de dij af te wisselen met
dat over de kuiten. Tegen dat dan het eene lichaamsdeel genezen is, wordt het
andere weder ontveld. Zoo gaan de arme vrouwen met hun werk voort, totdat hun
huid door langdurige oefening ver.eelt is geworden en het wrijven kan verdragen,
zonder er door geschaafd te worden.
De meeste Zuid-Afrikaansche stammen geven de voorkeur aan verbindingskoorden,
die van huiden vervaardigd zijn, omdat deze beter tegen het klimaat kunnen dan
de van plantenvezels vervaardigde koorden.
Terwijl de plantaardige touwen door de vrouwen vervaardigd worden, maken de
mannen de lederen riemen. Dit gesehiedt, omdat deze van het edeler rund afkomstig
zijn. Evenwel is het opmerkelijk, dat de Hottentotsche vrouw het rund mag melken,
wat bij de Kaders niet het geval is. Hieruit blijkt reeds, dat de eerste hooger geacht
wordt, zooals wij zeiden. (Zie 'pag. 65.)
De hutten der Hottentotten kan men even goed tenten noemen. Binnen weinige
oogenblikken worden zij' gebouwd en afgebroken. Het geraamte bestaat uit buigzame
stokken, die in een övaal in de aarde gestoken worden en als een kooi van boven
naar elkander worden gebogen. Dit geraamte wordt met matten bedekt.
De hutten hebben een halve-bolvormige gedaante, zijn 3—4 M. in middellijn en
4,3 M. hoog; in hun geheel hebben zij de gedaante van platte bijenkorven. Aan den
kant bevindt zieh een kleine opening, waardoor men kan binnenkruipen en die door
een huid wordt gesloten, en in het midden is de vuurhaard. Een schoorsteen is niet
voorhänden; de rook verbreidt zieh vrij in de kleine ruimte.
De hutten der Hottentotten werden vroeger vooral in een gesloten kring gebouwd,
die een vrije ruimte omringde. Dat was de Hottentottenkraal, zooals de Holländers
dit noemden. Binnen deze kraal was de veilige rustplaats voor het kleine vee bij
nacht. Wel vindt men in de tegenwoordige dorpen nog overblijfselen van dien kraal-
aanleg, .maar volledig komt hij weinig meer voor. Dit blijkt uit de afbeelding van
een dorp op pag. 73.
Bij de oorspronkelijke Hottentotten in Duitsch-Afrika zijn de hutten al bijzonder
siecht en zien de dorpen er armzalig uit. De wanden dier woningen zijn zoo los en
luchtig, dat niet alleen de wind er door speelt, maar men van buiten zelfs de bewoners
door de wanden kan zien. Huisraad vindt men er niet, behalve misschien een blikken
emmer en eenige kommetjes, waaruit koffie gedronken wordt. Bij regen biedt een
dergelijke hut al zeer weinig beschutting. Als het regent, hurken de bewoners om het
HUTTEN.
HOTTENTOTTEN DORP.
smeulende vuur met de dierenvellen, welke tot dekens dienen, om het hoofd geslagen.
Zij gelijken dan veel op een troep half bevroren apen. Deze toestanden zijn geen
uitzonderingen, doch de algemeene vorm van het comfort dezer Hottentotten.