iÓ4 H E ID E . H E R F S T V L I E G .
op hopen fta a t, en voor langdurige en zware
regen blootgeftelt i s , verderft , en een
fchadelyk voeder voor het Vee is.
Bladzyde 436. 2/ie kolom, regel 37. Men
moet noch een andere voorzorg gebruiken,
deze is , dat de Haver noch veel zorgvuldigheden
op de korenzolders vordert. Men
moet hem dikwyls omfchoppen , niet alleen
tot zyne bewaring, maar noch tot zyne volmaking.
Zo o men deze bearbeiding verzuimt
, welke alle maanden gefchieden
moet, zoo broed de Haver , verhit zich en
word goor en zuur ; eindelyk flaat by tot
verrotting o ver, en veroorzaakt de Paarden
h e f zelfde ongemak als het verdorven hooi;
gelyk de Vaarnen , het Vuur , de Schorft,
en zomtyds de Snot.
Men heeft noch een Dolle Haver ; deze is
onvruchtbaar , en heeft geen Granen. Hy
befmet een A k k e r , en fchiet het volgent
jaar wéder u i t , ten minften zoo men hem
niet uitroeit^jen de fteelen voor de.rypheit
affnyd. De Kanadianën , hebben een foort
van Haver die zy in de maand Jjiny, inzamelen:
h y is veel grooter en aangenamer van
fmaak als den onzen; men vergelykt hem in
deugd by. de Ryft. Wat de Rooie Haver
betreft, deze bemint de ligte en warme gronden
»
H E E S T E R , zie P l ant .
H E ID E . QByvoegz. ) De ftamper van
de bloem word , in het vervolg een vrucht
die doorgaans rond is , en zich in vier dee-
len opent. Z y is gewonelyk in vier zaadhuisjes
verdeelt,. en bevat vry kleine Zaden.
In Italiën , kielt men de kleinfte en buig-
zaamfte takjes der Heide uit, om ’er bezempjes
van te maken. De Bezemverkopers van
Parys , laten de Heide die z y gebruiken uit
dat Land komen, als de befte zynde. Men
befchouwt de bladeren van deze Plant als
pisdryvende : men lecht hen medé op de
vergiftige beeten.
H E M E L B L O E M of N O S T O C H :
zie V lies acht i g M osch op het woord
M o s CH.
1 I I E R F S T V L I E G , Stomaxis. Dit is
een Infeéfc dat men alomme vind, en het gene
vooral in den Herfft voortkoomt, wanneer
het de Menfchea en Paarden by uitftek
H ER K A AUW : D IER EN . HËRMAPHRt
kwelt, met hen tot bloedens toe te fteeken.
De Herfftvlieg gelykt in kleur, gedaante
en grootte, na de gemeene Vlieg. Hare
fprieten worden mede door een palëtje met
een zylings ruig hair gevormt: haar mond is
een harde er. zwarte in u it , die aan het einde
zoo fpits als een lancet is»
H E R K A A U W E N D E D I E R E N .
( Byvoegz. ) Het vermogen dat zommige
Dieren hebben om te konnen herkauwen ,
dat is te zeggen van het voedzel het gene zy
eegeeten hebben, weder in hunnen mond te
doen komen, om het .weder tekau wen, te malen
, met fpeekzel te bevochten, en het vervolgens
weder door te zwelgen , is een ver-
fchynzel dat in ftaat is om de wéetluft op te
wekken: zie op bet artikel S t i e r .
A lle de herkaauwende Dieren, ieeven van
Planten, en hebben veel langer darmen als
de verfcheurende Dieren.
De verfchillende magen die zekere Dieren
om te herkauwen hebben , zyn vier in
getal ; te weten, de Venter, het Reticu/us,
de Erenaceus, en de Perfeiïibije; o f het gene
op het zelfde uitkoomt; ie Ritmen o fe i-
gentlyke gezegde Maag o f Pens, het Reti-
culum o f de Muts; de Omofus o f Boekpens,
en de Omofus o f Acbterpens : het is in deze
laatfte Maag , dat de Cheil gevormt word,
en het is hier u i t , dat het voedzel onmidde-
lyk in de darmen overgaat: heels in AeAbo-
mafus v an de Kalveren en Schapen, dat men
de Leb o f het Stremzel vind,-waar van men
zich bedient,. om de Melk te doen kappe-
leö,
H E R M A F H R O D I E T . Q Byvoegz.)
Men geeft dezen naam aan de afzonderlyke
wezens, waar in de beide Sexen in een zelfde
omkleedzel bevat zyn , en die zich we-
derzyds bevruchten konnen: dus ishetgroot-
fte gedeelte der Planten. Men heeft tot noch
toe geen Dieren gevonden , die dezen naam
dragen konnen. De Schelpflakken, by voorbeeld,
fchoon.zy de beide Sexen in een gemeene
" opening vereenigen , konnen zich
zelven niet bevruchten, en maken een by-
zonder foort van Hermaphrodicen u i t : zie
S e n sL p sL A K . Die gene, die de beide
Sexe in een zelfde wezen, maar afgefchei-
den van elkanderen vereenigen , en iedere
Sexe in een byzonder omkleedzel bezitten,
worden Androgynesgenoemt,. De Heer Adan-
foii zecht , dat men. ’er noch geen een in da
Plan-
H E R M A P H R O D I E T .
Planten gezien heeft. Onder de Hermaphrodicen
en Androgynen , ziet men noch dix-
w y ls , zecht dezelve Schryver , dat een der
beide Sexen onvruchtbaar is , zomtyds ziet
men mede de Hermaphroditen, met de mannetjes
en wyfjes onder deze Androgynen
vermengt: men noemt deze laatfte Ubrides
en Po/ygames.
Men ziet op het artikel S c h e l p d i e r ,
de verfchülende foorten van bekende Her-
maphrodismus : het is thans gemakkelyk om
over het onderfcheid van een Hermapbro-
diet en een Apbrodiet , te oordeelen, deze
la atfte, die de .Heer Linnxus , Monoipes
noemt, is eenfexiefcb, en brengtalleen voort,
eu altoos, door de voortteeling , zonder behulp
van een ander w ezen, enz. zie A p h r o-
d i t ü s , en het gene van het Her'maphrodis-
tnus der Bloemen gezecht i s , op het woord
Bloem : zie noch het woord Sexe , in het
Alpbabetiefcb Tafreel, enz. op het woord
Pl ant .
Bladz. 446. 2de kol. reg. 10. van onder.
De Natuur is niet altoos volftandig, ten
opzichten van de Hermaphroditen ; en men
heeft ’ er een zeer treffent voorbeeld van gezien
in die gene , die zich te Parys en elders,
in het Jaar 1765. zien liet. Dit W e zen
, ’t geen Grand-yfean , genaamt wierd,
en in fchyn deelen van de eene en andere
Sexe, bezat ; ’t geen te Grenoble , in het
Jaar 1732 , als een dochter gedoopt , en te
Chamberry in het Jaar 1761, als een jongeling
getrouwe was , heeft de aandacht van
de Magiftraat van Lions , en die van het
Parlement van Parys , tot zich getrokken.
L e zichtbaarfte Sexe , in dit ongelukkig
Schepzel, by het eerfte oogenblik van zyne
geboorte, was de vrouwelyke: het befchouw-
3e de jonge dochters met onverfchilligheit,
tot den ouderdom van veertien jaren ; het
was op dien tyd , dat het de natuurlyke gevoelens
van het vermaak begon te ontdekken
, en driften begon te gevoelen , die tot
de Sexe niet behoorde , in welke men eerft
gedacht had , dat het begrepen was. Eindelyk
, dit wezen , ’ t geen niet verplicht
was een Natuurkundige te z y n , nam de
kleeding van de Sexe aan , die in hetzelve
de overhand had , dat is te zeggen , die van
het mannelyk geflacht, vermits het door den
ouderdom en bedrieggelyke vermogens , tot
den ftaat van echtgenoot , geroepen wierd.
Maar omftandigheden , waar van de eene
vreemder dan de andere was., deden de Ma-
H E R M A P H R O D I E T . 165
giftraat van Lions befluiten, om een Decreet
van gevangeneming tegens deze Hermaphro-
diet te geven , en hem in een gevangenhok
met ketenen aan de beenentekluifteren,hem
in den rang der eerloze perfoonen te plaat-
zen, en eindelyk om hem tot de kaak, gees-
feling en eeuwige verbanning te verwyzen.
Deze geftrenge ftraffen , waar toe hy tot
handhaving der goede zeden verwezen wa s ,
om dat deze eerfte Rechters in zyn huuwlyk
de ontheiliging van een Sacrament van hunne
Kerk dachten te vinden ; deze ftraffen ,
zeg ik , wierden door de Rechters van het
Parlement van Parys niet beveiligt. Deze
laatfte onderzochten op een verftandige wy-
ze , wat in de Natuur , in de Rechten , en
in het geval den rtaat van den befchuldigden
was : wel ras wierden zy verlicht omtrent
de dwalingen o f wonderzinnigheden van de
Natuur, en de goede trouw van dit Schepzel
, ’ t geen door de Natuur zelfs bedroogèn
w a s , deze Handhavers der Wetten, ftelden
hier op dezen ongelukkigen Borger weder in
vryheic, en wezen hem de plaats aan , die
hy in de Maatfcbappy bekieéden moeit, fna-
mentlyk die van Vrouw) : , z y vernietigden
zyn huuwlyk , d a t, vermits het geen Bor-
geren aan het Vaderland verfchaffen kon ,
niet langer zonder heiligfehending kon be-
ftaan.
Het is van aanbelang , dat men hier zegge
, dat alles in Grand-ypean, een vermenging
van de beide Sexen fcheen te zyn , welke
even onvolmaakt waren : hy had geen
baart, maar zyne beenen waren ruig : zyn
boezem veel aanmerketyker als, die van een
,man gewonelyk is ; maar poch zoo teeder,
noch zoo gevoelig in het aanraken , als die
der vrouwen; de tepels waren g ro o t, maar
hadden geen opening1: zyn ftem was gelyk-
vormig-aan die van een jongeling, die tot
de manbaarheit gekomen is ; zyn foort van
roede die tuffehen groote lippen , en boven
depisweg, uitkwam, was vyfduimen lang,
een duim dik, tot ópipanning bekwaam, en
bleef in dezen fta at, gedurende de vermenging
: men onderfcheide omtrent zynen oor-
fprong een foqrt van twee Zaadballen , en
omtrent zynen top , een foort van hoofdje,
met deszelfs voorhuit: vermits dit hoofdje
geen opening had , zoo kon ’er geen zaadvocht
uit voortkomen. Wat het overige
van dè fchede der Baarmoeder betreft , haren
ingang was zeer. naauw , en ’er kwam
geen de mïufte uitvlocijing van de ruaande-
X 3 ' lyk