N .
Nabis, aut Camelopardalis , Kemel-Pardel.
Nakara: zie op het artikel Cöcbenielje.
dNana Brafilianis, dit is de Ananas.
Napellus, aut Aconitum cteruleum, Wolfs-
wortel,
M o y fis , aut Anthora. Zie An-
tbora.
racemofus, aut Chriftóphoriana,
St Chrifloffels- kruid.
Naphta, Peter-Olie.
Napus , Stek-Raap
diaboli , Duivels - knol: zie Bryo-
nie.
fylveftris, Wilde Raap,
Narangion, aut Aurantium, Oranje-appel.
Narcapthum: zie Narcapthum.
Narcifïb leucoïum, Witte Tydeloos.
-Narciffus, Narcijfus-bloem.
autumnalis major, Lelie-Narcis.
juncifolius, Jonquille.
maritimus, Kleine witte Zee-Ajuin.
zie op het artikel Zee-Ajuin.
fylveftris luteus , Gee/e Tydeloo-
zen.
Nardus: zie Nardus.
agreftis , aut Valeriana hor tenfis,
Groote Valeriana : zie op het artikel
Valeriana.
Celtica , Celtifcbe Spikenard : zie
Nardus.
Indica, Indifcbe Nardus: zie Nardus.
montana, Berg-Nardus : zie Nardus.
Narthex; zie op het artikel Ferula.
Narwal: zie op het artikel Walvifcb.
Nafturtium aquaticum, Waterkers. ■
hortenfe, Gemeene Kers , Tuin-
Kers.
Indicum (Cardamindum ) , Indi-
aanfche Kers
maritïmum dictum, Cakile
paluftre , aut Sideritis latiflima
( Barbarea), Winter-Kers.
Nafturtium pratenfe ( Cardamine) , Wilde-
Kers.
fylveftre , Wilde Kers.
peruvianum, Indiaanfche Kers.
fylveftre, tenuifiimé divifum (fo-
pliia Chirurgorum) , Fiekruid.
verrucarium, Wilde Kers.
Natjatam (C o c c i Orien tales) , Levantfche
Nooten.
Natica, Natica.
Natrix Plinii, aut Anonis lutea, Prangwor-
tel.
Serpens : zie Hydra en Ring-Slang.
torquata, Ring-Slang.
Natrum: zie Natrum.
Nautilus: zie Nautilus
•Nedtarium : zie op het artikel Plant.
Necydalis: zie Necydalis.
Negundo: zie Negundo.
Nemotelus: zie Nemotelus.
Nepa , een Afrikaanfcbe Adder.
abdominis margine integro: zie Water
- Schorpioen.
Nepeta, Kattekruid
montana, Calamintha, Calament.
Nerita, Halvem dans-Hoorns.
Nerium (Nerion,aut Oleander), Qleander-
boom.
N e ro li: zie Oranjeboom.
Neuftria, Ringrups
Ngou-tong: zie op het artikel Wafchboom.
Nhandiroba: zie Ahouai en Avila,
Nicotiana, Tabak.
Nidlicortis, aut Bubo, Nacht-Uil: zie Uil.
Nidus av is , Vogelneft.
Nien-tfii, Vernisboom.
Nigella, Narduszaad
Nigellaftrum, Koorn-Nagelen.
Nigretta, aut Merula, Meerl.
Nihili album, aut Nihilum, Witniet.
N i l , aut A nil: zie Indigo.
avicennse, aut Ifatis , Weede.
N if i, aut Ninfing: zie Ginzing.
Nitela Sciurus, Eekhoorn.
Nitidula. Cicindela, Glinjlerworm.
Nitrum, Salpeter.
N ix , Sneeuw,
Noftes
Nodtes ferrte: zie Yzere nachten op bet artikel
Plant.
Nodtiluca, aut Nodtuyigila, Glinjlerworm,
Nodtua, Kat-Uil.
aurita, Oor-Uil.
templorum alba, Kerk-Uil.
Nodularite: zie wat dit is pp.bet artikelZoo-
phyten.
Noli me tangere : zie op bet artikel Balfa-
mina.
Nonata, Apbia.
Norchilla, Negundo.
N o fto c : zie Vliesachtig Mofeh op bet artikel
Mofeh.
Notonedta, Water-Wandluis, Rugzwemmer .-
zie op het artikel Wandluis.' .
N p x , Nacht.
Notopeda, Spring-Kever,*
Nub es , Wolken.
Nuces cupreffi : zie op het artikel Cypreffen-
boom.
pin da, Nooten van den Pynboomizie
Pynboom.
Nucifta. (Mofchatata) , Muskaatnooten-
boom.
Nuclei, Nooten.
Nucula terreftris feptentrionalium, aut Bul-
bocaftanum majus apii folio , Aardnoa-
ten.
Numeius Indicus : zie Guaza.
Numenius, Wulp.
Numismalia, Penningfleenen.
Nummularia, Penningkruid.
Nux acajou, Acajou-noot: zie Acajou.
aromatica, Muskaatnoot.
aveliana. ( Corylus) , Hafelnoot: zie
Hafelaar,
ben, Balfemnpot.
caryophillata, aut Araben Sara , Noot
van Madagaskar : zie Kruidnagel-
Kaneel, op het woord Kaneelboom.
frudtu ferotino : zie op het artikel Notenboom.
Indica : zie Kokos-nootenboom en Cu-
ci.
infana, Malle-Noot.
medica , Kokosnoot van de Maldivifche
Eilanden : zie op het artikel Kokos-
nootenboom.
metella. Arabum: zie Doorn-appeL
Nux mofchata , aut Myriftica, Muskaat-
noot.
piftachia, PiftaJ/en.
veücaria: zie Stapbilodendron.
unguentaria & aromatica , dit is dc
Muskaatnoot.
vomica, Kraans-Oogen♦
Nydiricorax, Nacbtrave: zie Rave.
Nymphtea, Waterkuiken.
Nymphoïdes apuis innatans , dit is een foort
van geele Waterkuiken , dat op bet water
dry f t : zie op h'et artikel Bloem.
O.
Ochrse, Okers.
Ochrus fo lio integro capreolos emittens,
Kleine E r we ten.
Ocimaftrum, aut Ocimum Sylveftre , feu
Clinopodium, die is een foort
van Wilde Bafilicon
verrucarium. (C i r c s a ) , Cir-
■ . exa.
Ocimoïdes album , aut Lychnis Sylveftris
alba, Wilde Cbrifius-Oogen : zie Cbrifius-
Oogen,
Ocinum , Bajilikon.
cereale , aut Fagopyrum, Boekweit.
Ocularia, aut Euphrafia, Oogentroofi.
Oculi cancri, Kreeft-Oogen: zie op het artikel
Kreeft.
populi nigri: zie op het artikel Popu-
lierboom.
Oculus , Oog.
bovis. (Leucanthemum) , Groote
Madelieve.
cati, Katten-Oog.
Chrifti, Cbrijlus-Oogen.
Serpentis, Slangen-Oog.
fo lis: zie folis Gemma.
Odobenus, aut Rostnarus, Walrus.
CEnanthe-avis , Witflaart
CEnanthe-planta, (Knanthe,
CEnas,