98
D A A U W W O R M E N .
D A A U W W O R M E N o f D r a a k jes.
( Byvoegz.) B/adz. 235. ijle kol. reg.
15. van ond. Dit zyn kleine hairswyze wormen
, die vooral onder het vel van de zwakke
en tedere kinderen voortkomen, en die
hen een ziekte veroorzaken die oneigen tlyk
door verfcheide Schryveren, Morbus pilaris
genoemt wo rd , ’t geen een ander foort van
ziekte is. Men moet de Daauwwormen met
de Ziertjes niet verwarren. De kinderen
worden van deze wormen aangetaft, fchoon
z y anderzints welvarende fchynen, wel zuigen
, en met graagte eeten, Zie Hortius
lib. 4. obferv. 55,
B/adz. 235. 124e kol. reg. 19. Wanneer,
ondanks de opgegeven geneesmiddelen , de
Daauwomen te..menigvuldig z yn , o f te lig-
telyk weder voortkomen, zoo moet men
van het middel vair Timteus gebruik maken,
dit beftaat ia het ingeven van het afverw-
zel van Antïmonie, o f van het Adderenpoeder;
met het zieke kind te baden, gelyk
hier voor gezecht i s , en met het te
w aften met een pint water van Alfem, waar
in men twee onfen Aloë hepatica heeft laten
ontbinden. Het hulpmiddel ’t geen de
Portiigeelche vrouwen in een diergelyk geval
gebruiken is niet minder krachtig ; dit
is een mengzel van melk, honing en fchoor-
fteenroet: men kan zich mede van de kwik-
za lf bedienen , waar van men tegens de
'fchorft gebruik maakt, mits ’er de kwik in
een mindere hoeveelhêit in koomt.
Men geeft oneigentlyk de naatn van Chi-
ques aan de Daauwwormen die de kinderen
in Meiflen aan taffen. Amatus Lujïtanus,
cur. 64. cent. 7. zecht dat hy een worms-
wyze zelfflandigheit gezien heeft, die vier
en een half voet lang was, en die men langzamerhand,
gedurende verfcheide dagen, uit
de hiel van een jongen Ethiopeër getrokken
had*,, en die hem groote 'fmerten veroorzaakten.
Dit wierd te' Theflalonika verricht,
en hy fprak by.deze gelegenhéit een
Arabiefch Geneesheer , die hem zeide dat
deze kwaal zeer gemeen, en zeer gevaarlyk
in Egypte, Indien en alle de naburige landen
w a s : zy word door Avicenna , Vena
Medina, genoemt; en doör Galenus, Dra-
cunculus,. Maar het is niet waarfchynelyk
dat dit dezelve, kwaal i s d i e door vexfchil-
D A C H . D A C O K E P H A L O N .
leiide namen aangeduid word, om dat de
Vena Medina, gelyk ’ ér de waarneming van
Amatus een denkbeeld van geeft, iets anders
is als de Daauwworm, gelyk deze door E t-
muller befchreven word:, deze laatfte zyn
kort, en konnen zonder gevolgen uitgetrokken
worden : de eerfte zyn zeer lang, en
veel vafter; en zoo men haar onder het uittrekken
verbreekt, zoo volgen ’er fmerten,
op , die veel heviger als de voorgaande
zyn.
Vermits de Lindwortn, Tcenia niets anders
dan een Poiypus is , en dat hy everi als
door een groeijing vermenigtvuldigt word ,
heeft men dan mede geen redenen om te
gelooven, dat de Daauwwormen mede ware
Polypen z y n , devvyl de deelen die onder
de bekleedzelen achter blyven , na de
afbreking van die gene die men tracht uit te
trekken , geenzins van beweging ontbloot
z y n , en zoo veel nadeel veroorzaken als
de wormen in hun geheel doen ?. In de Geneeskundige
Waarnemingen van de Maat-
fchappy van Edenburg bet 6de deel, art. 75.
leeft men dat de Draakjes van Guinee zom-
tyds verzweringen in de deelen, veroorzaken
, in welke zy zich onthouden, dat zy
zeer verdrietige gevolgen hebben konnen ,
en dat men op verfcheide plaatzen uit het
been van een Jongeling, op het Eiland Ber-
mudas, gedeeltens van deze wormen getrokken
heeft, die de lengte van negentig
voeten hadden. Zie daar een geval, ’t geen
de overeenkomft van den Daauw-Worm met
de Lindworm vry wel fcbynt te beveiligen.
Ruifch maakt, in zynen Thef. anat, lib. g.
No. 14, van _ een Guineefehe Worm melding
, die zich in de voeten van- de In-
woonders onthoud , en hen zeer hevige
fmerten veroorzaakt: zie G u in .e e .s c h e .
W ORM.
D A C H , Dies. D it is de nitgeftrektheic
van ty d , gedurende welke de Zon boven
de gezichteinder, is. Zie het gene w y van
de Zon, achter het woord D w a a l s t a r
gezecht hebben. Men verftaat zomtyds door
het woord Dach mede het L icht, Lux. zie:
L i c h t .
D A C O K E P H A L O N . Dit is eem
D A D E L -R O T . D AG E R : D AM A S T B :
zonderlinge Virginifche Plant, om dat naar
welke zyde men hare bloemen ook M M
mag, zv dus ftaan blyven, even als o fh a -
« fteeltjes, met oogmerk, van gewrichten
voorzien waren, om deze onnatuurlyke Handen
aan -te nemen, gelyk zulks in de lieden
gebeurt, die door de kwaal aangetaft worgen
welke men Zinvang noemt: zie de be-
fpiegeling van,'dit foort van vreemde bewe-
A o . 1___»run V i r or f i l rp i r T. A N T .
D AM H A R T . DAMP: DAM PKR: 99
"digt. Dé kleur van hare bloemen is dan
eens w it, dan weder purperachtig I en zont-
tyds een mengeling van kleuren: haren reuk
die lieflyk en zeer aangenaam is , doet zich
na den ondergang der Zon meer dan gedurende
den dach gewaar worden. _ Hare
peulen zyn niet platachtig, gelyk die van
de Geele Violieren. Men geniet-zeldzaam
de fchoonheit van de bloemen dezer Plant
te Parys, om dat de Tuinlieden haar door
* de Paardemeft verbranden.
n i e t .
D A D E L - R O T . ( Byvoegz. > Dit
Dier heeft ten naaften by dezelve gewoon-
tens en aart als de gemeene Eekhoorn: het
leeft van vruchten, en bedient zich van zy ne
voorfte pooten om haar aan te vatten
en aan zyn muil te brengen; het heeft de—-
zelve ftem , maakt het zelfde igefchreeuw ,
■ heeft dezelfde natuurlyke vernuftigheit, en
dezelve vlugheit; het is zeer levendig, zeer
zachtaardig, en word met weinig'moeite
indiervoegeri tam gemaakt, dat het aan zyne
verblyfplaats gewend , ’er alleen uit
koomt om zich te vermaken , en ’ er van
Zich zelven weder naar te rug koomt: het
"heeft een bevallige gedaante , en zyne ge-
ftreepte huit is veel fchoonder als die van
den Eekhoorn, zyne geftalte is veel kleinder,
zyn lichaam veel lugter, en zyne bewegingen
zyn alzoo fnel.
De Barbaryfche Eekhoorn gelykt in alles
naar dezen Dadel-Eekhoorn, door zyne zeden
en aart: zy verfchillen uitwendig hier
in , dat de Barbaryfche vier witte ftrepen
heeft, en de andere ’ er maar met drie ver-
fiert is: de middelde witte ftreep van deze
laatfte , bevind zich midden op den rug-
graad, waar'tegen men aan de Barbaryfche
op het zelfde gedeelte een zwarte ftreep
opmerkt,*die met ros gemengt is,
D A G E R A A D . Deze naatn geeft men
aan de morgenfehemering, aan dat zwakke
licht het gene zich begint te vertonen, wanneer
de Zon noch actuien graden beneden
den horifon is , endatfteeds toeneemt, tot
het opgaan van de Zon.
D A M A S T B L O E M , Hesperis horten-
fis. Deze Plant groeit in de Tuinen en ia
de heggen: zy word door zaden, uitforuit-
. zeis en gewortelde Planten vernienigtyul-
D A M H A R T . ( Byvoegz. ) Dit Dier
verfchaft aan den koophandel dezelve waren
als het Hert. Deszelfs huit is geacht
na- dat zy door de Zeembereiders met olie
bereid o f getouwt is. Mén maakt ’ er hand-
fchoenen, broeken, enz. van.
De Herten leven v y f en twintig o f der- ■
tig jaren , maar de Damharten leven niet
langer als omtrent twintig jaren. Vermits
zy veel kleinder z y n , zoo fchynt het, zecht
de Heer de Buffon , dat hunnen aangroet
noch veel fneldèr als die van de Herten is;
want onder alle de Dieren, is de during van
het leven evenredig met de. tyd van hunnen
aangroei, en niet met die der dracht , gelyk
men ztm konnen geloven, vermits de
tyd der dracht dezelve is; en om dat men
in andere foorten, gelyk dat van den Or,
bevind d a t , fchoon de tyd van de drachc
zeer lang i s , de during van het leven echter
niet minder kort is.
D A M P E N , Vapores. W y hebben van
de uitdamping van het w a te r, van de metaalachtige
dampen, en de drooge en vochtige
uitwaaflemingen, op de artikelen W at
e r , M y S en Ui twa a s s emin g ge1-
fproken. In het Natuurkundig fteltzel word
vereifcht , dat ’er zich dampen in de lucht
opheffen, zoo wel uit de aarde als uit het
water, en dat deze dampen in menigte met
elkanderen verëenigt zynde , weder op. de
grond nedervallen ; maar echter onder ver-
fchillende vormen en gedaantens: dit is het
gene w y op de woorden R egen, Hage l ,
Sn e e uw , W o l k e n , D a a u w , Y s-
s e l , enz, befchreven hebben : zie deze
woorden,
D A M P K R IN G . D it is eigentlyk die
vloeibare en veerkrachtige klomp, die met
dampen en uitwaaflemingen beladen is, die
N 3 de