3+8 S P A A N S C H E - V L I E G E N . .
beic van den aangroei van dezen boom mede
invloed op de 'voortbrenging van zyne
eerfte vrucht, ineen evenredigheic die ten
naaften by gelyk is :. het is zeldzaam vroeger
als dertig jaren na dat hy geplant is , dat
men hem vruchten ziet voortbrengen. Men
twyffelt geenzins dat de hardheit van zyn hout
niet mede werkt om dezen boom alle de onguurheden
der jaargetyden te doen verduren.
De geftrenge W in te r , van het jaar 1709,
bracht geen. het minde nadeel aan den Sor-
ienboom toe.. De jonge Sorbenboomen dagen
by uitnemenheit wanneer men hen verp
lan t: men heeft ’ er in de planteryen van
den Heer de Buffon, in Bourgondiën , zien
dagen,, die meer dan een voet in omtrek ,
en ten minden v y f en twintigi voeten hoog
waren; maar deze verplante bóomen vorderen
een halve omploeging, gelyk zy zulks
jn de wyngaarden, boüwla'nden, ènz.. vinden
konnen. Men vind • de Sorbenboo.
inen menigvuldiger in Italiën als ergens elders.
Veele lieden weteu dat men zich van de
takken der Sorbenboomen , in de gemeene
zwarte verf bedient; maar weinige weeten
dat dit hout alleen in daat i s , om een. zeer
fcboone zwarte en duurzame kleur aan de
doffen te geeven zie- de Memori'èn van de
Zvjeedfc.be Akademie, voor. bet fa a r 1753.
. S P A A N S C H E - V L I E G E N . (By -
voegz.) Bladz, 538. 3de kol. reg. aa. van
onder,. Derzelver valfche vleugelen zyn
buigzaam,, en de zyden, van den buik omgebogen.
. De Spaanfche-Vliegen worden uit eitjes
gebooren, uit welke wormen voortkoomen:
deze Maskers, woonen in de aarde, en dringen
zomtyds- tot in. de Mieren-neden door,
alwaar Zy zich. met Mieren ,. en popjes van
Mieren voeden. De Spaanfche-Vliegen.zyn
eemeender in de warme Landen , en in de
Ëuidelyke Landfchappen van Vrankryk., als
in de koude Landen ; men vind haar echter
byna. door geheel. Europa., in zekere gety-
den van het Jaar. Deze Vliegen verflinden
de bladeren, van verfcheide foorten van boo-
men en heeders als Kamperfoelie, Syrin-
’ P-ozeboomen,. Notenboomen, Ligüder,
en Populierboomen : de Spaanfche-Vliegen
veroorzaken veel fchade aan de Granen,, in
de Weiden, en aan verfcheide foorten van
boomen.
\ 2«ven ee.n kwaden reuk. van zich ^
S P A A N S C H E - Z E E - K A T ,
welke met die der Muizen, zeer veel o.ver-
eenkomd heeft.
Bladz. 539. 2de kol. reg. 14. Ziè hier een.
waarneming van den beroemden Geneesheer
Werlbof, over de krachten van deSpaanfche-
Vliegen om de gev.olgen der beeten van de
dolle Dieren , voor te koomen. Deze Geneesheer
is altoos geflaagt om dit vergift te
bedwingen , .met gedurende zes weken, alle
dagen een grein Spaanfche-Vliegen , met
een en een half grein zoete K w ik , en tien.
greinen Kamfer,. te zamen met het ilym van,
de gom Adragant vermengt, te doen innee-
men,
S P A A N S C H E - Z E E - K A T . (B y ,
voegz.J De beroemde Ie Cat., begeerig zyn—
de om zelfs den oorfprong en aart van het
zwarte v o ch t,oïMtbiops- animal van dezen
Worm-Inleéb na te fpooren ,. heeft, ontdekt,
dat het zynen oorfprong uit een. klief heeft,
die aan het achterde gedeelte van een zak
geplaatd is ,d ie de dikte van een vuiftheefr,
en die dit foort van vloeibare fEthiops, bevat.
Dit heeft geen fchyn om te doen vermoeden,
dat het eeti' galblaas is , gelyk A'-iw»:-
merdam gezecht heeft. Deze klier, vervolgt
de Heer le, Cue, die een emmer water naauw-
lyks naauwkeurig van. alle den. inkt zuivert
waar mede zy doordrongen is ,. word zicht-
baarlyk door zenuwen te zamengedelt, die
zich ih den zak inplanten , hem doorböfeh ,
en zich in, een. fctort van vleesachtige enw^l-
achtige. heefter veranderen,, in welke deuit-
éindena'van de vochtvaten eindigen. Deze.
in k t, gelykt in zynen Haat van vloeïbaar-
h e it , naar dien van het Menfchelyk Choroï-
des; wanneer het ge.droogt is zou merï het
voor een Kool. aanzien het is, alsdan ge-
korrelx,. gelyk het voorbrengzel van bet
zwarte vocht der Negers Wanneer dit laatfte,
vocht gedroogt, en door den Brandewyu
nedergeploft is. Dezé gedroogde inkten,,
geeven een ontafbbaar f to f , ’ t geen noch
fynder als dat van de Karmyn is. Men wil,
dat wanneer de voorraad van den inkt der-
Spaanfche-Zee-K'atten uitgeput, is ,, zy wel.
ras fterven. Maar het is mede niet minder
waar, volgens den Heer /e, C a t, dat dit
JExhieps animal, gelyk dat der.Ethiopeërs,,
zelfs overvloediger na de dood, dan gedu-’
rende, het leeven.zelfs ia,.
SPATIE.
SPATH . SPECER: SPEEN. SPEÎSS. S P E L I N G E N D-Eh N A T U U R . 3+9
S P A T H ^ S m e l t b a a r } , Spatbum
vltreum fufibela. ( Byvoegz.) Het fmeltbaar
Spath is gewonélyk witachtig : het is echter
niet zeldzaam dat inen mede gekleurt vind,
en deszelfs kleur , fchynt ons van den aart
van het metaalachtige Phlógiftos , a f te hangen
, ’ t geen ’er zich in zyne kriftallifatie,
mede vereenigt heeft. HetLood geeftheteen
geele kleur, en een Cubifche gedaante ; bet
Yzer maakt het rood en ruitswys ; het Tin
maakt het zw a r t, en doet het een vierkantachtige
gedaante v erkrygenhet .Koper maakt
het blaauw en groen , enz. Men vind zee
veel fchoone {bukken in de groeven derSaxi-
fche Mynen: een menigte zyn , even als onregelmatige
kleine vierkanten gevormt , en
hebben een gebladert o f geftreept zamen-
weefzel, zomtyds zyn zy met koperaebtige
en vierhoekige Pyriten bezaait, en geeven
zeer levendige regenboogs-kleuren van zich;
ieder vierkant,’ t geen de kriftalfchietingyan
dit Spath vormt , eindigt aan zyne randen
in andere vierkanten-, waar van de ibeepen
een tegenge{belde richting hebben. De Duit-
fche Mynwerkers zyn niet te onyreden wanneer
zy dit foort van Spath in hunne gra-
vingen o f in hunne fornuizen ontmoeten:
zy noemen het Flufs-Spatb.
S P E C E R Y E N . ( Byvoegz. Men geeft
den naam van Vier Speceryen aan 'een meng-
zel van Speceryen , ■■•’t geen tot poeder gebracht
i s , en ’ t geen men van Kruidnagelen
, Muskaatnoten , zwarte Peper, en Kaneel
o f Gember, te zamenftelt; thans voegt
men ’ er Anyszaad, Korianderzaad, Foelie,
en Spaanfche-Peper b y ; en zomtyds mede
fpeceryachtige kruiden , als Thym , Majo-
Iein en Laüvvrier. Wanneer men ’er Mo-
riljes, Mofchkampernoeljes, en {boelen van
Articbokken by voegt, zooverkrygt ditmeng-
zel den naam van Koning/yke Speceryen , en
het dient alleen om de uitmuntentlbe gerechten
welfmakende te maken..
S P E E N . Dus noemt men de tepels der
K oeyen , Zeugen , en alle andere Dieren-,
die hunne jongen laten zogen. In dë Vrouwen
noemt men dit deel Tepel.
' S P E I S S . De Duitfche Mynwerkers-,
geeyen dezen naam , aan het zuiverile gedeelte
van den Kobalt,, en die het volmaak-
fte tot Glas, overgegaan is,
S P E L I N G E N der N A T U U R .
( Byvoegz. J Bladz. 550* ijle kol. reg. 11.
Men kan twee foorten van Gefigureerde fe e -
nen onderfcheideu : men heeft ’er die hunne
gedaante alleen aan zuivere uitwerkzelen van
het geval verfchuldigt zyn : en dit is eigent-
lyk ’t geen men Spelingen der Natuur , o f
van het Geval noemt. Geheel natuurlyke
omftandigheden , en die tot in het oneindige
, verfcheiden zyn konnen , fchynen zich
vereenigt te hebben, om aan den {been, die
zagt by zynen oorfprong i s , zonderlinge
gedaantens te doen aanneêmen , die geheel
vreemd-aan het Ryk der Mineralen zyn , en
die ’er in bewaart worden , zelfs na dat de
ibeen een. zekere trap van hardheit verkregen
heeft. Deze gefigureerde Ibeenen zyn in
een groot aantal. De Natuur h e e ft, wanneer
zy hen vormden, ge-arbeid zonder zich
-aan eenige regelen te onderwerpen : de gedaante
die men ’ er in opmerkt, is dus alleen
het gevolg van loutere toevallen , en is mede
aan geen wetten van eenig voorbeeld onderworpen
: maar men moet echter mede
toelbemmen ,dat dikwyls het vooringenomen
oog van een Liefhebber die een Kabinet verzamelt
, o f van een dweepende Natuuronderzoeker
, ’er dikwyls zaken in waant te
ontdekken die men ’er niet in vinden zo u ,
zoo men hen zonder vooroordeel , zonder
toegeyènheit, en met bedaartheit befebouw-
den. Men kan , even als Gefigureerde fteer
nen van'dit eerlbe fo o r t , het Marmer van
Florence befchouwen, op welk men.gelooft
verwoeibe Steden en Kaibeelen te ontdekken
, èn de Keifbeenen van Egypte , die in
fchyn Landfchappen en Grotten verbeelden.
Men zou hier mede de Gamites o f Trouw-
ffleenen van P l in i u s konn en. byvoegen,. op
welke men twee te zamengevoegde handen
ontdekten ; de ÏXenderïtes o f Boomfieenen ;
eenige {beenen die naar vruchten o f beenderen
gelyken , o f het afbeeldzel van- eenige
andere groeibare o f delfbar-e zelflbandigheit
vertonen.
Men heeft gefigureerde ibeenen-, die hunnen
oorfprong uit lichamen trekken , die
vreemd aan het Ryk der Mineralen zyn ,
welke, even als tot een vorm gedient hebben,
aan een {beenachtige ftoffe , die noch
zagt was. Deze heeft ’er het inwendig af-
drukzël van behouden , naar mate hy harder
wierd: zomtyds word de vorm door den tyd
vernielt, In dit geval blyft ’ernieK van het
X x 3 lichaam