V A A R E N .
V A A R E N. ( Byvoegz.) BUdz, 685.
ijle kol: reg. 13. van onder. Men twyfel t
noch o f de zaden van deze. P lan t, die in
Engeland reeds in het jaar 1669,, door IVil-
liam Cple, en in Holland in het jaar 1673,;
door Sviammerdam ontdekt zyn , de helm-;
ftyltjes van deze Plant niet zyn/ Men weet
echter, dat eenige zaden van de-Vaaren in
bet jaar 1739 , door den Heer de JuJJieu, en
verfeheide andere, in het jaar 1 7 6 3 , door
den Heer Mdratti, ontdekt wierden,
-Idem , 2de kolom , regel 17.. Hare blaas-
achtige, vruchten , zyn op den -rand van de,
kleine blaadjes,geplaacftzykronkelen zich,
in den Herfft, met bochten te vormen. Eenige
van deze kleine blaasjes,bevatten-, in
zekere Poorten van Vaaren, omtrent honden
zaadhuisjes,/ welke zoo-,klein z yn , dat-
men haar met het oog niet ontdekken kan
men ondericheid haar alleen- door een zeer
goed. vergrootglas. Welk eene ongelykvor-
migheid., tuffehen het.zaad en- de Plantjl
Men vind in de Pbilofophifche Tra'nsaB. numero
4 6 1 ; de wyze om de uitwerpingen van
deze zaden en de werking der Natuur onder
het microscoop waar te nemen, met de proef
op de verfch geplukte Vaaren, in het begin
van September te doen. Men kan dan zeggen,
dat de Vaaren een Epipbyllospermaiplan-
t<e is ,. dat is te zeggen , die hare zaden, op
den rug der bladeren voortbrengt.
Idem , reg. 6. van ondel.. De Wyfjes.Varen
is een nadeelig onkruid- voor de Landbouwers
, 't geen- hen zeer fchadelyk, en
moeijelyk om uit te roeijen is* wanneer het
eenmaal een gunftigen grond gevonden heeft
om ’ er wortelen in te fehieten-;. want zom-
tyds dringen deze wortelen ter diepte van
acht voeten in de aarde in ;. en met zich inde
lengte en breedte uit te breiden , heffen
zy zich vervolgens boven de aarde op , en
brengen nieuwe Vaaren op een en grooten
afitand voort. Wanneer deze Plant de Weilanden
befmet, moet men , om haar uit te-
roeijen , het gras drie malen in een jaar af-
maaijen. Gelukkig , dat de Schaapen haar
mede zeer fpoedis doen omkoomen , ten
V A A R E N B O O M .
deelen door haar drek en pis, en ten deelen
door haar te vertreeden, De Vaaren die men
affnyd ten tyden wanneer het fap öpklimt,
en die men vervolgens óp de aarde laat verrotten.,
is een uitmuntende milt.
Bladz. 686. ijle kol. reg, 12. Men- zécht.
in de Philofophifcbe TranJaCt. n. 103. dat de'
afiche der Wyfjes Vaaren een ander en zeer
zonderling verfchynzel aanbied. Wanneer
men een zekere hoeveelheit van deszelfsvafl
loogzout, voor de vochtigheit b loo tftelt, op
dat het door ontbinding (per deliquium ) in
een olie zou veranderen , zoo giet men ’er
dezen.olie a f ;, en het overige van het Lixi-
vium, ’ t geen roodachtig en.-zeèr zwaar, is ,
afzonderlyk in.een.glazen vat gedaan zynde,
’ t geen men v y f o f zes maanden.« ongeftopt
laat ftaan laat. een vry groote hoeveelheit
nedergefdoft .zout op den grond zakken, op
welk. een helder vocht dryft.. Op het oppervlak
van dit vocht,, vormen zich kriftal-
Ichietingen van zo u t , die een regelmatige,
gedaante hebben , en gelykvormig aan ver-
fcheide gemeene planten Vaaren z y n , welke
een groot getal’ bladeren aan-iedere zyde
van. den fteel uitgeeven. Deze zoutachtige
takfchietingen bly ven. verfeheide weken achter
elkanderen in dezen Raat, wanneer men
het vat . niet fchud ; maar .de minRe fchok
vernietigt hen , en-’ zy koomen alsdan niet.
weder voort. De Chinezen gebruiken tot
bet zamenfhel van het verglaas van hun por-
celein, het zout der Vaaren, Kalk, Borax,
enz. het ware. té wenflchen dat men dezèhan-
delwys-in onze Porcelein-fabriek-en trachten
na te bootzen : die van Briftol heeft geen
roem,- dan alleen , om dat zy geflaagt is
om het geheim der Chineezen ,. te ontdekken.
V A A R E N B O O M . Dit is die fehbo-
ne en groote foort van Vaarèn,. die de Vader
Plumier aan het hooft der andere op de
eerde plaat van- zyn werk, geplaatd heeft.
Deze Amerikaanfche plant, groeit inderdaat
tot de hoogte van deEuropeaanfche Vrueht-
boomen. Hare deelen zyn zeer goede dellen.
tot befchutzelen..
V A C H T
V A C H T . Dezen naam geeft men aan
de huit der Schaapen : die noch met de Wol
bedekt is: zie W o-L,
V A H O Ü - R A N O U . Dit is een Waterplant
van het Eiland Madagaskar : hare
wortel is een zeer groote b o l, waar van men
een weinig onder het voedzel der Kinderen
mengt, om de wormen uit te dryven. De
bladeren van deze plant, in water verbroo-
ken en gekleind zyiide, doen het even als
Zeep , fchuimen. Men maakt ’er in dat
Land gebruik van om zich het aangezicht te
reinigen.
V A L E I , Valles. ( Byvoegz.) De Mens-
fchen hebben dezen, naam aan de diepe voo-
ren gegeeven, die al kronkelende op het oppervlak
der Aarde gevbrmt,!.èn tuflehen twee
ketenen Bergen, beflooten zyn , welke regens
elkanderen overdaan; maar wier lagen
onderling horifontaal, en vry overeenkomstig
zyn. Alle de Valdijen gaan nederdalende
door verfeheide kronkelingen vso de ver-
heventde punten der Aarde , o f van een
vlakte, tot aan de Zee voo rt: de verhaading
der beweeging, en de vereeniging der te za-
■ mengevoegde krachten van verfeheide fiort-
vloeden, werken zeer veel mede, om deze
Voren te'onderhouden , en zelfs dieper te
maken ; 'dat is te zeggen , met het midden
der Valeijen uit te hollen , welke de beddingen
der Rivieren z y n ,, die tot onder de
wateren-, der Zee , vervolgen. De Rivieren
, wier vloed zeer fnel is-, hebben- eeneh
zeer rechten loop, die afhellende is , en zy
ontmoeten, in het midden der-Valeijen,
geen hinderpalen , die zy overwinnen moeten/
.
In ’ t algemeen r kan fnen de. voornaamde
Valei by een gróote Rivier vergelyken, die
van wederzyderi andere Rivieren ontvangt,
welke weder door verfeheide Beèken vergroot
worden, welke zich over de aarde yer-
fpreiden , evep-als de takken van een hoofd-
Ram. Zoo de kleine Valeijen -minder diepte
als de groote hebben,en minder uitgeholt
zyn; zoo is di t , om dat zy verder van de
Zee vepwydert zyn , ’t geen de plaats is van
welke de beurrelingfche poging en bèweé-
ging voorrkoomt: men begrypt ligtelyk dat
deze zelfde beweeging zich onophoudelyk
verzwakt-;- en onmerkbaar aan het uiteinde
v-erd.wynt., ’ t geen zich tuffehén de. Bergen
verheft, en zich eindelykinde vlakte verliefL
V A L K. ( Byvoegz.) Bladz. 678. ïfle kolom.
reg. 5/ van onder. De Groot-MeeRer
van de Riéder-Order van Ma-ltha, doet mede
alle jaaren , aan den Koning van- Vrankryk,
twaalf van deze Vogelen-, door eenen Fran-
fchen Ridder aanbieden , die hier voor van
den Koning, twaalf duizenc Kronen tot een
ge&henk ontvangt., In Vrankryk , zyn de
Valkverkoopers verplicht, op-verbeurte van
hunne Vogelen , om hen , voor dat zy ze
openbaar te koop Rellen , aan den Grootvalkenier
aan te bieden, die-’er alle die- gene
uitkieR, die hy tot de vermaken van den
Koning bekwaam oordeelt.
Idem, 2de kolom, reg. zy. De Valkenjacht
is alleen een uitfpanning der Koningen
en VorRen: men ftelt zich in deze jacht dè
pracht en het vermaak v o o r ; zy word in
Duitfehland meer dan in Vrankryk, ge-oef-
fent.- Men heeft in de V alk-en-jaeht verfchei-
de foorten van vluchten-: men-heeft die van
den-Wouw, waar toe men den-Giervalk gebruikt,
en zömt-yds den Saakervalk, zoo ook
de Reigervlücht; de Kraai-vlucht, die der
Ex ter , derPatrys , der Water-vogels ; en
van het hair ,' o f op Haazen en.Konynen,- ’
Bladz. 689. 2de kolom, reg. 3, van pnder.
De Valk is aan een ziekte onderhevig, die
men Krak noemt. Om hem te hérflellen',
moet men bem , door middelvdn een propje
van Vlafchen katoen doen purgéerën, enhem
vervolgens met vleefch voeden , ’ t geenbeur-
telings in zoete Amandel-ólie!, en R'habar-
ber-water geweekt is; waar na men h’em weder
een propje van werk o f vlafch , ingeefK
Men kan dit propje met Wynruit o f Aizem-,
te zamen binden; en wanneer men bemerkt
dat het kwaad ïii de léndenen, en uitwendig
zyn verblyf,heeft, moet men Wyn laauw
maken’, en' ’ er deze deelen , mede ftooveh.
Men zecht niet, waar in deze kwaal beftaat
die men Krak noemt; maar het is zeker, dat
’er heC'grootfte gedeelte der Roofvogelen,
aan o n d e rh e v ig 'is a ls medé aan het Krye,
eeir andere 'origefteltheit, waar aan - de Valken
onderhevig zyn , - en - ’t geen een'verharding
is-, dié zoo -ongemeen'is,’ dat ’èr zich
kléine witte fteentjes in vormen , 'dié de'
groote van een Erweet hebben, welke wanneer
zy den darm verfloppen , de 'dood .aan
D d d 3 den