bekommeringen. Men bereid de pappen voor
de kinderen van meel, ft geen niet gegift
.heeft: men fchat echter het gerezen brood
hoger als dat gene dat niet gerezen is. Men
maakt dikwyls van het meel in pappen gebruik
om óp te loffen o f te verzachten.
M E E R . ^Byvoegz,') Het groótiïe gedeelte
der Meeren 1'chynt in grooter getal
, naby dat foort van verdeelpunten verzamelt
te zyn, die men op dè vafte landen opge-
.merkt heeft: zie op de artikelen F o n t e in
en Berg. In Zwitzerlaod telt men ’er acht
en dertig : het is mede dus naby de verdeelpunt
in Rufland^ en-die van Chineefch
.Tartaryen in. Aziën. Maar men merkt in
”t algemeen op dat de Meeren'der Bergen
.altoos door verhevener landen omvangen
.worden, o f dat z y aan den voet van zeer
hooge bergen leggen, ó f op de toppen van
lagere bergen geplaatft zyn.
Men heeft Meeren welke zoo groot zyn,
dat zy kleine Zeen fch'ynen:- een dezer is
het Haarlemmer Meer in Holland, op welk-
vry groote fchepen zeilen konnen.; en het
Meer A r a l, ’t geen hondert uuren. lang ën
vyftig uuren breed i s , of. acht graden in ’ t
vierkant beflaat. Men kan noch mede onder
de groote Meëren die van Ladoga en
Onegar in. Ingermanland tellen , en dat van
Neagie in het Graaffchap Down in Ierland,.
. -. De Meeren dié zich in den loop dèr R ivieren
bevinden , o f hun water uitlozen ,
zyn niet z o u t : die gene in tegendeel die
Rivieren ontvangen zonder dat ’er andere
uit voortkomen zyn zout: die gene die geen
Rivieren, ontvangen en hun water niet,uitdozen,
zyn doorgaans zout zoo zy naby de
Zee. geplaatft z yn :. hun- water is zoet wanneer
zy ’er van verwydërt zyn.
Het Meer van Cirknitz in Hongaryen is .
een der zonderlingfte van die gene die men
kent: het heeft een dubbele bodem, het ontvangt
een menigte water en vloeit nooit
o v e r : het verliéft zich onder de. bergen die
het omringen, waar van. de holen zomtyds
droog, zyn ,. óp andere tyden. bevatten zy
water, en zyn met,Trekvogelen en Viifchen
vervult::, men-heeft een tyd in welke .het
geheel drong word , wanneer, men ’ er het
riet in verzamelt tor. beddingen voor het
.vee.:; men oogft ’ er medé hooi in:, zomtyds
Beploegt.men deszelfs grond medé, waar in
men gier#: zaait „ welke, fgo.edi^ groeit, eu.
ryp w o rd: einde^yk men jaagt ’ er mede op
groot en klein wild in , ’t geen van de bergen
afkoomt, wanneer het water weg gezakt
is. 6
M E L K . (Byvoegg.J) Dit is een verzameling
van drie zelfftaudigheden die’ zeer
veel van elkanderen vérfc'hillen , deze zyn
de boter, de kaas, en 'de: *»«/.'• Men trekt
uit de w e i, wanneer zy uitgedampt is een
wezentlyk, wit en fuikerachtig zout , men
geeft het de. naam van Zout o f Suiker, van
Me lk, en men neemt bet niet water in oni
zich te verfriffen. De Inwoonders van Ys-
land voeden zich thans met Koeyemelk, en
de gekaamde melk,, dient hen tot hunnen
gewonen drank.
In. Barbaryen vervaardigt men de Boter,
met de^ melk o f room in een bokkevel te
doen, ’ t geen met een hoek in de tent opgehangen
is., en, met het ter wederzyden op
.een gelykvormige wys te liaan. Het is aan
de Hollanders dat de Inwoonders, van Obft-
Indiën de kennis der gezoute en gefmoite
boter verfchuldigt zyn.
De kaas is in ’t algemeen , ten minftën J
zoo zy door de verrotting niet 'ontaart is I
zeer voedzaam: het kaasachtige gedeelte van
de melk is wezentlyk. haar. voedent gedeelte.
De Landlieden, en die. gene die (Rge-
lykfch.tot zwaren arbeid gebruikt worden,
bevinden zich zeer wel by het gebruik van
dit voedzèl, ft geen,gelyk alle andere voed-
z e ls , noch heilzamer door' de gewoonte
word: wat de liéden van een tedere -gefteft-
heit betreft, deze móeten haar alleen, omtrent
het einde der maaltyd, en in een kleine
ho.eve.elheit. eèign,;
Cafeus ille..bbittis quem dat avara trianus,. \
Men heeft Planten waar van het gebruik
een kwade ftnaak aan.de. melk',.en zelfs aan
het vleefch.der Dieren geeft: men weet dat
de Wilde Kers- de Koeijen, en Schapen
fohadelyk is , vermits ’èr hun. vlèefch en
melk een kwade fmaak door bekomen, welke
men mede in.de melk ert kaas ontdekt..
De Sarmontaine, o f Berg-Eppe-,.geeft noch
een zeer onaangename, reuk eu fmaak aan
het vleelch-en melk. der Koeyen : de Eu-
• phorbium is onder alle de vreemde Planten
die gene , die dén. k waad ftèh fmaak aan de-
melk e.n het vléefch geeft, De zachte Sén-
chus,,. epji) Bergplaat naar. welke. d.e. Eendfcdieren
zeer. gretig zyn, doét de melk in eén
zeer aanmerkelyken trap veranderen. Ein-
dclyk heeft de Heer flagfhiem, een beroemt
Zweeds Geneesheer, opgemerkt dat alle de
foorten van Look en zonnefchermswyze
Planten de fmaak der melk -geheel veranderen.
Het is na dit foort. van Waarnemingen
dat de Heer Bielke , Medelid van de
Akademie van Stokholm,. voorgeftelt heeft
om de Koeyemelk een byzonder geneesmiddel
tegens de. fcheurbuik te doen worden,
met deze Dieren Papenkruid , Lepelblad,
enz. te doen eeten , en noch om aan de
Geitenmelk een genezende kracht tegens de
koorts en jicht te- verfchaffen, zo.o wil hy
dat men deze Dieren Nachtfchade en Wolfsmelk
tot voeder geeft. .
M E L K W E G , Via Laclea. • Deze naam
geven de Aftronomiften, als medé die van-
Galaxta, aan een falloozé menigte van ftar-
ren die te verre van ons verwydert zyn ,
om afzonder!yk en zonder behulp van goede
Verrekykers gezien te konnen worden :
deze Starren ichynen zqo- naby elkanderen
geplaatft te z yn , dat zy , wanneer de Maan
niet fchynt, een -foort van verlichting in
het gedeelte van den Hemel veroorzaken,
ft geen zy beflaan. Het fchynt zelfs dat de
Melkweg de Hemel m twee deelen verdeelt:
zyne breedte is ongelyk; op zommige plaat-
zen is hy dubbelt , en .verdeelt zich even
als in twee takken. Zie het artikel S t a r>
SE.N achter het woord D w a a l s t a r ,
, M E L O L O N T H A , De Heer Qeoffroi
g e e ft, in zyne Hifl'orie der' Infeilen van de
omliggende ftreken van Parys , deze naam
aan een order van Schil dvléugelige Infcc-
tén, die vier leedjes aan alle'poocen' en de
fprieten zaagswys en voor de oogen geplaatft
hebben. Deze- Infèéten komen in veelé opzichten
met de Goudhaantjes overeen: het
‘uiteinde- van hunne pooten is met borftels
o f fponsjès bezet, op welke zy leenen, en
zich in hunnen voortgang nederzetten. '
M E N S C H. QByvoegz.J) Dé Menfch is
dé Koning o f de eerfte der Dieren ;. een
Di er byuitnemenheit, het eenigfte van zyn
geflachr, maar waar van de byzondere wezens
zeer veel van; elkanderen verfchillen,
door de gedaante, groote, kleur, zeden',
sari,, cns,.
Bladz. $2. ijle kol. reg. 14. van onder. D e
Heer Wargentin , Secretaris van de Koning-
lyke Zweedfche Akademie , de evenredig-
heit der dooden in de verfchillende oudèr-
derdommen onderzoekende , tracht hier uit
zekere grondbeginfeleh tot de bereekenïng.
der Tontinen en Lyfrenten a f te leiden ; in
èén woord , hoé lang een gezond Menfch,.
noch leven kan.
Onder-de oorzaken van d.e'flérfiykbeit der
Kinderen , en zélfs die van- de huuwbare
Lieden, moet men dè Kinderpokken aan het
hoofd plaatzen ; maar gelukkig w.eet een ieder
, dat men byna altoos in dé in-enting een
middel vind om, met een goeden, uitdag., de
onheilen van deze plaag te verzagten , alle
'dé Journalen van het jaar 1757. hebben met
lo f van de uitmuntende Memorie van deh
Heer de la Condamine, over dit onderwerp ,
gewach gemaakt. D it fchoone Pleidooi var:
de. zaak der . M enfchelykheit, is thans in
handen van een ied e r , eu in alle talen vertaalt.
De menigte der gevallen vereenigt
zynde, en de wezCntlykheit der beredenee-
ring, vormen een verzameling-van bewyzen,.
welker klaarblykelykheit, men. byna onmo-
gelyk wederftaan kan.
Bladz. 53. 2de kol. reg. 6. De Venusluft
is die ftuiptrekkende begeerte , die de'beide"
Sexen aanfpoort om-elkanderen weder-zydfcb
een overgeeving van hun lichaam, tot de. daat.
der voonteeling., te doen.
Bladz. 55. ijle kol. reg. a-. . In het Land—
fchap Thibet, zoeken de moeders de vreemdelingen,
welke zy .zeer ernftig fmeekeh om
hare dochters in ftaat te ftellen van te bonnen
trouwen. Op Madagaskar , vinden de
vrouwen die het losbandigfte leeven leiden,
zeer gemakkelyk een man. De Ouden.,, in
tegendeel, bezaten een zoo grapten eerbied
voor de Maagden , dat wanneer zy ter dood
verwezen waren, men haar niet deec fterven
voor,dat men haar alvorens van haren maagdom
berooft had.
Het is in den huuwbaren ouderdom, dat
alles de Menfch tot de voprtteelingaanfpoort:
diüzën'de indrukzelen ontftelïen zyn zer.uuw-
geftel , en brengen- hem daar toe-om dien
ftaat te beproeven in welke hy zyn beftaan
niet meer gevoelt , dan alleen dóór die van
dien welluftigen zin , die alsdan de zitplaats
van zyne Ziel fchynt geworden te zyn ,. die