na , met een half ons rood Sandelhout,. in
een en een. half pond Olyf-olie- te koken,.'
en met ’er vervolgens, een pond. geele ge-
fmolte Wafch , een en een half pond Ve-
neetfche Terpentyn, en een. ons zwarte Bal-
fém van Peru by te voegen ; maar men kam
dit mengzel gemakkelyk herkennen.. Men
geeft mede de naam van Valfche Balfem uan
Betu , aan het. Zevengetyden. - Kruide Zie
dit woord*
B A L S E M IN G. T o t de Balfeming bedient
men zich- van een Balfemachtig mengzel
, ’ t geen. dient om de doode lichaamèn
vpor het verderf te bewaren. Men heeft ’ er
van verfchiilende foorten : zie het artikel
M um i e„
B A L S E .M N O Ö T , ( Byvoegzel.') Men<
heeft noch een ander fo o r t ,. van groote en
driehoekige Balfemnoot, die Motmngou, ge-
noemt word.. Dit is de vrucht van een Boom
die menigvuldig in, de zandvlaktens- van de
Malabaar,. en het Eiland Gylon groeit., De
Indianen kweken hem in hunne tuinen aan,,
om deszelfs zaden, die men even als Boonen
op de markt verkoopt.. Deze Boom, fchiet
omtrent ter hoogte van vier roeden op , en,
hy is- omtrent v y f voeten dik,, kyn fchors is
inwendig witachtig , en uitwendig zwart-
achtig.*. en heeft een reuk. en fmaak, als w ilde
Radys* De fchors der takken is groen,,
en die van de-wortelen geel*. De bladeren
zyn met vleugeltjes bezet, en de bloemen
die zich in de maand:Juny vertonen,, zyn
in uitgefpreide troffen aan de toppen der
fteelen.,. geplaatft: Op deze bloemen vol*
gen kegelvormigè en gevoorde Peulen, welke
drie zyden hebben, en waar van de Amandelen
omtrent het einden van het Jaar, ryp
zyn*. De Indianen bereiden de krampvveder-
ftaande pillen van de bladeren , de fchors
van de wortel, en der vruchten, van dezen
Boom. Hortenf*. Malab'. tom.6. p. 19. tab..
X*..
B A L T R A C A N . QByvoegz. 'J' Di t is
ëeh.Tartarifche plant. Haare fteel -is. z.00
dik als .een yu ifl , twee voeten hoog ,. h o l,
en . met.' een geelachtige groene fchors be-
kleëdj Haare vrucht bevat zaden, die in
gedaante e^,; reuk. gelykvormig aan die der,
Venkel zyn...
.ILAvN A. A N B .O O Mi o f V.y,g ,rn?
BO°M VAN A dam. (Byvoegz. Bladz. 82„
yte kolom. ) Deze Indiaanfche boom, wiens-
itam, die dik- i s , ter hoogte van tien o f
twaalf voeten opfchiet ; men kan hem gemakkelyk
door een flag met een fabel afkappen
; hy fterft na dat hy zyne vruchten,
voortgebracht heeft; hy gelykt alsdan naar
e.en Riet..
Bladz. 82, ide kolom. Alen heeft dezen
Boom in-het Jaar 1744. in den Tuin desKo-
nings van Vrankryk zien bloeijen, en vruchten
dragen.. Zyne vruchcen zyn troswys ,
en in een fchede , even als die van den
Palmboom , beflooten. Gp Cayenne eet men-
hen raauw, o f in den oven gebraden , o f in'
drie deelen gefneden, en.geroostert, o f in
twee deelen gefcheiden ,. en in de Zon ge-
droogt,, men eet haar mede jnet Wyn-, Water,
v Zout,, o f met V e t , gekookt zynde..
In dit zelfde Land , geeft men de naam van
Ambagnon. aan een foort van Pap ,. die men
van de Bananen maakt.. De Inwoonders van.
Granada , bereiden ’er een foort van Brood;
van,, ’t geen menigvuldig onder hen gebruikt
word. iiindelyk men maakt ’èr een aange—
name drank van: de Bananen met hunne
fchellen in water gekookt zynde-,. gevea het.
een fuikerachtige fmaak , na dat men ’er de
Ichel. afgedaan heeft, brouwt men ’ér mede
van ;. deze drank is zeer noodzakelyk
voor de Negers.
Het water ’t geen uit het lichaam van de-
Plant o f uit een blad ’t geen men verbreekt,,
voortkoomt ,, is geelachtig , en veroorzaakt
in het iynwaat een geele vlak ,. die nooit
uitgewift kan worden : met het fap der bladeren,
van de zevenjarige Erweeten. gemengt.:
zynde, dat een. fchoone groene kleur heeft
zoo verkrygr het een zelfftandigheit,.die. be?
voor het verbleek en. bewaart;.:
De Heer. de Prefontaine,; zecht,. dat de-
Portugezen de vruchten van- den Banaanboom
door bygeloovigheit, niet eeten durven
,. om- dat zy ,. met haar dwars door te-
fnyden : in de gedaante die ’ér in uitgedrukt;
is,.een afbeelding van het kruis vanCbriftus-
wanen te vindeji.. Echter is dit niets anders
dan een Y.. Deze Schryyer zecht mede dat
men in Guayana twee foorten van Banaan-
hoornen , o f twee verfcheidenbeden vind ‘
die door- de. vruchten onderfcheiden zvn’.
De vruchten van het eene foort worden Pa-
cobe--of Bacove genóémt, en men geeft heft,
de naam van Eygen. Z y zyn vee] korter,,
dikker,, en zelfs veel aangenamer, van fmaakw
ali;
«is de Bananen , die Veel langer zyn. De
ftam van den Bacovenboom , is uitwendig
groen , en met zwart gevlakt, en die van
den Banaanboom is geheel groen. De Heer
de Prefontaine voegt ’er b y , dat men niet
meer dan een fo o r t, van Bactfve-vyg ,. op
Cavenne heeft; maar, dat men ’er verfchei-
de foorten van Banaanbomen vind, die men
door byzondere namen onderfcheid , en dat
een Inwoonder alle de: foorten op zyn Landhoef
hebben moet. De enkelvoudige en de
muskusachtige, zyn die gene, die door de
Blanken het menigvuldigire gebruikt worden.
Dit is een uitmuntent voedzel: dq Ne-
,„ ers* van Grenada , lepven byna.alleen van
deze vruchten. De Varkens-banaan , is de-
•grooéfte, fchoon de minftuahgename ; men
eet haar met fmaak, vooral , wanneer ,zy in
een oven gebraden is. De Guinga brengt,
minder vruchten als de andere foorten voort;
brengt niet meer als v y f o f zes vruchten
aan iedere tak voort; waar tégen de andere,
’er v y f en twintig o f dertig geven. De Wil-**
den omvVinden dé vruchten mét dé bladeren
van den boom,.en plaatzen haar in een hoek
van hunne h u t, om haar fpoediger typ te
doen worden: eenige dagen hier na, zyn zy
Typ, en fchoon geel. , , ,
De Banaanboom word op dezelve wysals
de Ananas vermenigtvuldigt , door loten ,
die aan den voet voortkomen , zyn wortel
geeft fcheuten uit.
B A N I L L E . ( Byvoegz. ) Men onderfcheid
drie foorten van Banüles , het eerfte
word door de Spanjaarden Pompona o f Bova
genoemt, dat is te zeggen opgezwollene
o f opgeblazene, Het tweede , waar van de
Peul dunder en langer, is , word Banille de
Ley o f Leg , genaemt.; Het derde , waar
van de peul het kleinfte.is , noemt men Si-
marona o f Bafiaart Banille. De Indianen
floppen altoos eénige peulen' kan. de Pompona
en Simarona in de pakken van de Banille
Leg.
De Mexikanen hechten deze Peulen aan
het einde vaft, en plaatzen haar in 'de fcha-
duwe om haar te, doen droogen ; want de
overtollige vochdgheit, zou naar doen verderven;
vervolgens drukken zy haar zagtjes
plat, en befpvoeijen haar zorgvuldig met een
■ yveinigKokos oiièof.óiie van Calba., om haar
buigzaam te maken , en te. beletten dat zy
niet breeken, noch te veel rimpelen. Vervolgens
plaatzen zy vyfeig, hondert, o f hondert
en vyftig Peulen in een P a k , om haar
naar Europa over te zenden. Wanneer men
de rype.Banilles te lang aan de Plant laar;
zondér haar in te zamelen , zpo barden zy ,
en ’ er druipt een geringe hoeveelheit van een
balfemachtig vocht uit,, ’ c geen zwart en
welriekende i s , en zich verdikt; de Inwoonders
vergaderen het zorgvuldig in kleine
aarde vaten-, die zy onder de Peulen
plaatzen , en bewaren het tot hun gebruik.
Zou men gelooven konnen dat eenige Me-
xikaanfche Kooplieden , welke weeten wat
prys men in Europa op de Banüles ftelt ,
deze Peulen wanneer zy hen ingezamelt hebben
, openen , en ’er het fpeceryachtige
vleefch uitnemen , ’er flrooitjes o f andere
vreemde lichamen in plaatzen, en de öpe-
ningen met Lyin weder te zamenhechten ,
o f haar behendig, toenayen, ;en ze vervolgens
onder de goede Banüles mengen ? De plaatzen
, op welke men deze vruchten in den
grootften overvloed vind, zyn de kuiten van
Caraque en Carthagena, 4 e Landëngte van
Darien , en de geheele Landftreek van deze
Landëngte, en de G o lf van St. Michiel, tot
Panama., Jucatan en Honduras. Men vind
haar mede op het vaite Land van Cayenne,
op koele en fchaduüwactitige plaatzen.
B A N K . Men geeft deze naam aan beddingen
van ,Steenen , die zich boven elkan-
deren verheffen, en dan eens evenwydig met
den Gezicht-einder, even als de Kalkfteen ;
en dan weder naar den Gezicht-éinder overgebogen
, gelyk die der Leyiteen , geplaatft
zyn. Men kan de hoogte noch breedte der
Banken niet bepalen : zy verfchillen beide ,
volgens de diepte , uitgeftrektheit en aart
van de groef.
Men zecht . mede Zandbanken : die van
Terre-Neuve is .d e grootfte die men kent;
zy is niet gevaarlyk ; de Europeanen vangen
’er een menigte Kabeljaat.no op : zie dit
woord. .Men zecht mede Walvifchb;nken
en Paarlbanken: zie W a l v i s c h en Paarden.
B A R N E T . De Heer Adanfon geeft,
dezen naam aan een foort van Trompet die
een aanmerkenswaardige byzonderheit bezir.
Alle de oude Schelpen , zecht men., ’ t zy
mannetjes o f wyfjes , breken aan het uiteinde
van den top a f, wanneer zy het getal
van e lf 'of twaalf krultrekken bereikc hebben,
indieivdegen, dat ’ er niet meer als de
F 2 vier