54 CO R ü . CO S TU S . COÜD: COUP: C O Ü P Y . c o u r a t A r y .
die zeer boosaardig is. Wanneer men haar
aanraakt, tintelen hare bogen , en te gelyk
doet zy het vel van hare k eel, even als een
zak opzwellen : hare tanden zyn fnydende;
z y is zeer taai van leven; en het eenige middel
om haar lós te doen laten , wanneer zy
'b y t , is Hat men haar iéts fcherps in dé neusgaten
fteek t, want zoo ras.zy op déze plaats
gekwetft wórd , ‘ zoo ftort zy eenige droppelen
bloed, en fterft.
C O R U. Dit is een Boom van de Kuil
van Malabaar, die naar een Queboom g.e-
lykt. Zyne bloemen zyn g e e l, en hebbfeh
'geen reuk: zyne bladeren gelyken naar die
van den Perzikboom. Zyn. fchors is dun,
lig t , groen, en met een zeer lymerig melkachtig
lap vervult , waar van trien gébruik
tegens allerlei Poorten van vloed maakt. Zie
Ray en James..
C O S T U S , Deze plant is de Cbianfou
der Chinezen, en de Ttfiava-Kaa, waar van
men dé befehryving en afbéeldingindeüforr.
Malabar. Tom. XI. pi. 15. vind. Marcgraff
denkt , dat dit de Paco-Caatingua van Bra-
zil is. De Heer Geoffroi QMemori'ên van de
Akademie der IVetenfchappen van Parys', voor
het Jaar 1740.) gelooft dat de Alantswor-
tel een wortel i s , die veel overeenfcomftmét
die van de Cofitts h e e ft; want wanneer hy
uitgekozen', wel .gevoed , zorgvuldig ge-
droogt, eri langen tyd bewaart is , zoo ver*
lieft hy die fterkè reuk die men aan hem opmerkt
, en verkrygt die van de Coftus , waar
van men de verfche fteelén e et, om den Druip
en te genezen. Men bedient zich van de
bladeren van de Coïtus, uitwendig opgelecht.
.zynde , om de Kolyken te genezen ; men
le'cht hen mede op de oógén om hen te vèiv
Itèrken.
Het fch yn t, dat de Cofflus' der Grieken ,
Latynen en Arabieren., een zelfde riaam is ,
die zy aan verfchillende wortelen, gegeven
hebben. De gelykvormigheid in de Kruidkunde,
is .een Chaos, die men nooit" ontwarren
zal.
C O U D O U S . Dit viervoetig Dier vind
men in de heetfte Landen van Azia'. Men
z e c h t , dat het de grootte van een Paard
heeft, dat zyne kleur grysachtig-is , en dat
het een foort van manen , gelyk de Paarden
heeft. De Heer de Bujfon denkt, dat dit
Dier éen afgezonden foort van den Buffel
zyn kan , o f wel , dat het alleen een ver*
fcheidenheit van den Buffel is.
C O U P A Y A . Dit is een groote Boom
van het Eiland Cayenne : het is een valfche
Simarouba , die mén ten onregte, in plaats
van de ware géoïuikr. Men kan hen ge makke
lyk door hunne wortelen onderfcheiden;
dien van den Coupaya is donker bruin , eri
vezelachtig ; en die van den Simarouba,
is g e e l, en zamengepakt. Zie S im a m ü -
J A .
C O U P Y , Coupy arbor birfuto folio, Ban-,
Deze groote boom van Cayenne, word dik,
fehiet recht o p, en kan zeer gemakkelyk bearbeid
worden: zyne wortelen eri takken zyn
bochtig;men vind ’er die volkomen gekromt
Zyn, en tot het bouwen dus kunnen gebruikt
worden. Zyne vruchten zyn een weinig
grootér , als die van den Saouary : zie dit
■ woord; z y vallen in de maand Maart a f ;
men eet haar op dezelve wyze als de kernen
der Okkernoten , zy hebben byna dezelve
fmaak, en zyn alzop aangenaam. Het hout
van dezen Boom , duurt langer , èri is veel
harder als dat van den Eikenboom , maar
men gebruikt h e t, om zyr.e zwaarte, zeldzaam
tot bouwen, hier om hebben de Wilden
hetzelve de riaam van Cottry gegeven,
’ t geen zwaar, te zéggen,is. Het is behal-
ven d i t , van Veel nut. Men be'kbBmt van
'deze hoornen Molen-fpilleft , die tot yyfeig
voeren lang Zyri , ên door de Suikerplanters
gebruikt wofderi. De Indigo- en Roukoe-
bereiders, bedienen zich van zyn hout, voor
alle andere foorteri, om het afverfzel .van
déze Planten te dóen 'nedèrzinken. Dit is
eénVan zyne byzondere krachten. Zie I nd
ig o en R ó ók o e,
C O U R A T A R Y . D it is een foort van
L ian e , die veel dikker als het Stinkenthout
van Guajana is : zy verdeelt zich in reepen:
men gebruikt haar tot hoepen om de vaten.
De bladeren van dezen Boom , welke naar
die van den Notenboom gelyken , zyn zoo
ruuw en h art, dat zy de Indianen dienen
konrien om hunne werken te polyften. Haar
fchors , zecht de Heer de Prefontame , zou
konnen dienen om het leder te looyen , de
Couratary, is deMtilphigia afperrima , g f
amplo nucis jifgiilanclis folio, isurr.
COUCO
U R O U C A . COUSSE-C: CO U TO IR S . C O W A L A M . C R U C I F E R A . 95
C O U R O L 'C A . Deze boom groeit op
de Eilanden van Amerika. Hy m Hik, hoog
en recht: zyn fchors is zwartaehtie , zy n
l i n t rood, en
van een zoo bruine violet kleui , dat bet p
het zwart van het Ebbenhout tieto. Zype
vruchten zyn troswys : du zyn rondachti-
ge peulen , die een vrucht van .dezelvc ge-
laante bevatten, die half rood en, half zwart
is en de grootte van een Hazelnoot hebben.
De Pappegayen zyn ’ er zeer gretig na, wanneer
zy groen is; wanneer zy dróóg-is, zoo
is zy veel te hard.
C O U S S E - C O U C H E of COU.CHE-
COU CH E . Deze naam geeft men aan de wor-,
tel van een moeskruid der AncillHche Eilanden,
die tot dezelve grootte, en ten naaften
by in dezelve gedaante als een groote Raap
groeit: zyn fchors is graamvachtig bruin ,
ruuw in ’ t aanraken , en met vezelen-bezet.
Het vleefch van de Goufle-couche , heeft
de zelfflandigheix van een gekookte Kaftan-
ie , maar is veel breukiger : deszelfs kleur is
w it, en zomtyds donker violet. Deze wortel
in water met eeri weinig zout gekookt
zynde, eet men by het gezouten vleefch o f
vilch. Dit is een gerecht dat door de Cre-
oolfche Vrouwen hoog gefchat w ord, fchoon
het zeer winderig is,
C O U T O I R S o f C lovi s s e .t Dit is
• een foort van Schelpvifch : de Vrouwen
vangen dezelve met een fpade,^ gelykvor-
mig aan die gene waar van men zich bedient
om de Wyngaarden, Mays- en Gierftvelden
te bearbeiden. Gedurende de Vallen, word
zy menigvuldig in Vrankryk, en vooral te
Bourdeaux gegeeten , behalven de gene die
men op de Velden in de nabuurfchap van de
Baai w e rp t: men doed hen in zakken o f
tonnen ., en verzend hen dus to t Touloufe
en in Lariguedoc ; men kan dit foort van
Schelpviflcben , in den Winter veerden dagen
o f drie weken, goed houden.
C O W A L A M . Dit is een groote Boom
van het Eiland Cylon en de .Kult van Ma-
labaar , zyne vruchten gelyken, naar Oranje*
■ appelen, waar van de fchel groenaphtig is;
ondérdeze. fchel. vind men een andere , die
hart en houtachtig i s , zy bevat een lymach-
tig , vochtig geelachtig , en rins vleefch,
waar in een groot getal, platte , langwerpige
;en witte zaden bevat zyn , deze zyn met
een do.orfcbynent en gomachtig vocht vervult.
Men vind in Ray en James , grqote
lofreden van den fmaak, en geneeskrachtige
eigenfehappen van deze vrucht.
C R E O L E N . Deze naam geeft men
aan .de inboorlingen van Amerika, zie op het
artikel M e n s c h .
C P v U C I F E R A , Cruciferic. Men geeft
deze naam aan een geflacht van Planten :
waarvan de vier 'ibladen der bloemen dóórgaans
kruiswys gefchikt zyn. Tot. deze behoren
deRapen, Kers, hetFiekruid, de Kool,
de wilde Kers, het Moftaarzaad, de Edele
Rakette , de Steen-viplier , het Tandekens-
kruid, enz. Deze Planten zyn byna alle
kruidachtig , fchoon het grootfte gedeelte
twee-jarig en langlevende, door hare wortelen
is ; hare vorm is doorgaans in een gedrongen
, en meer o f min regelmatig. De
wortelen zyn getakt, bochtig en yezelach-
tig , o f vleesachtig en knolswys... De ftee-
len en jonge takken zyn kegelvormig, en de
bladeren beurtelings .geplaatft. Het lo o f is
kringswys gefchikt, vooral aan ,het onderfte
gedeelte der fteelen, alwaar de bladeren zich
kringswys even als zoo veel ftralen over de
aarde uitfpreiden. De bloemen zyn herma-
phroditiefch, en voor het grootfte gedeelte
in airen aan de toppen der takken gefchikt:
zy worden ligtelyk dubbelt door de 1 aankweking.
Hare kleur ftemt doorgaans overeen
met de kenmerken der vefdeeling , die
men ’er zomtyds van maakt. De vruchten
zyn peulswys , en de zaden vry klein en rif--
hangende aan den moederkoek vaftgehecht.
De Cruciferaas hebben eeri bittere fmaak, en
zyn met vaft Alkalyn zóut beladen , ’ t geen
men ’er door de verbranding uittrekt: deze
zouten geven in tegendeel door de diftella-
tie een vlug Alkalyn zout. Het grootfte
gedeelte heeft een onaangename reuk , en
hare zaaden zyn Olieachtig. Deze Planten
verfch geplukt zynde , zyn febeurbuik we-
derftaaii.de, maar.gedroQgt zynde hebben, zy
geen kracht. Men moet bet gebruik van deze
Planten.in de fcherpe ziektens vermyden,
want zy brengén tot de verrotting: zie hier
voorbeelden van Op de artikelen Kers eri
Edele Rakette. Hét „vlug Alkalyn zout van
deze Planten , geneeft het v e rg ift, dé vergiftige.
beeten, de dolheit, de fchorftheit en
razer-
I