*S C^HR'YF’R lË T - , ' Calamus firipforiüs
aut Ari+ndé fcriptoriu♦ ‘Dezen naaht ‘heeft
men aan <e6n:fpört van Rkrgegee'yên’, waar
van men in een* grööt;gedeeite van d e L e -
vanry iïiiettèfl maakr, om öp het parkement
o f papier te fchryvën.
< In Italiën y geeft men den naam van Riet
p f Roering aan.een foort van R ie t , waar vaii
men zich bedjent,f om de tüffchenwydtëns
der bogen, -in plaats van met fch-urplaffkèn r
in den aanleg1 dér'gewelven-ft e vërviiïteri,
De Boeren maken -er mede gebruik van om
hunne; huizen te1 bedekken : zie het artikel
R i e t .
. S C H U B B A A G D l S-.i (Wcrhet.) Door
dezen.naam betekent men een fo'ort varf DieL
ft -géén wezetulyk n ö c h to t het gëflacht ,
s o d a to t bet;foort dér 'Haagdiften behoort*
Men heeft ’er zelfs twee foörten van ^' welke
beide viervoetige ievendbarènde, e n gë è n-
zints eijerbarende^ dieren zyn ^gelykde Haag»
diffen; Deze dieren worden door de Indianen
van het ;Zuidëlyké gedeélfé wari'Azia ,
het eene Pdngolin , en hév andere Pbaiagin
genoemt: : s/V -httnné b^fcbryvVngy htfiér ié èn
zeden, op beP wóórd P a n g:g o e l i n g.
- S C H U IM E N D E S T E E N . Deze
minerale zelfftandigheit-, die de Zweden,
Gafien noemen , kookt ia het vuur r geeft
fchuim o p, eh: heeft veel-èigénföhappen dfe
overëenkomftig met die van het Minerale ys
k y ir , en vooral met die der Zeoiiten. Zie
d it woord. ' -
S C O L O P E N D R A . Dezen naam heeft
men aan een gedacht van Infééfcen gëgeevén,
ft geen verfcheide Natuuronderzoekers Dui~
zendbeemn noemen , om het groot 'getalpoo-
tén ,. ’tgëén men aan hen opmerkt. Men-moet
de ware Scolopendraas niét'de Milmenpooten
mètverwatrën/ ©ë Seolóperidraas hébben -een
langden pl at ach ti g : lichaam- ^ 'hunne fpriefen
syn. dr-aadswys,. en uit eén 'groot getal korte
rlngén-télzamen gèftélt. Men ziet geen oh-
deriqheid Xuffthen dén bürk erf •tóf'hor'ft«-
fchilid -Van 'dfefë'; Medfcèhi ' H'ah' gëheèïé' .Kc-
haam ismit^oen^TFn'éö'i^öf min gró'ët’ getal rih-;
geai tezamen géselt. Dit iédere rïhg kóm erf
gewoifèlyk -Vier pb’otën' vbört y tvtfëë aah'.ië-
dere’ sjJJ dit |g'ëflacfe van: Irileftèn y
heéfti méfi'-’ èp Wélke ‘h ie f méér als vier en;
twintig/pooten hebben ,, gelyk de ■ Penceel-’
düizeüdbéén ^'andere hebbén achf en twintig
po o ten., andërë dërtig; andere zeftig;,'1 ah$e*
rè hóndërt en'veertig , eh ändere höndèrt'en
Vier ëftvéerti'g. - Qndër dé Sc'ólopendraas hééft
mén'-ftf eënige welke bóosaardig 2yri, dat 'is
te: ;zeggën y ' wier beten* éenigzins vergiftig
zynV én éenige zwelling vöörrbrengen.'
De Scolopendraas , voeden zich met
Plantvloeyen : men.'yin_d ^h.en onder de
fteënen , in dé gaten der Vochtige 'muren.
D e z e ! Infeéte’n , welke- fu y en , èh zich van
hunne fchäaläehtige hüit ontdoen , loopèn
zeer fnel ; en Onder het voortgaan kronkelen
zy zich , *én vormen bochten met
hiin ' lichaam , • ft geen dikwyls y gédiireh-
de dén'nacht y phosphoriek is. De Scölp-
pèndraas hébben een zonderlinge eigenfchap,
wélké deze'is , dat zy wanneer zy- Jong zyn ,
miridfer ringen en minder pooten hëbbën ,
als zy in hét vervolg verkrygen. Men ‘ weet
dat de Zee eh de vreemde'Landen,’‘een gröo-
të' ménigté Scolopendraas verfchaften; - De
Kabinetten der Liefhebbersbevatten’ ’ervan
een wabfehapèn grootte , ‘welke men in -de
heete Landen vind. ‘ -Hoe veel Zee-buizëh
worden ’e r . piet., door, verfcheide. van. de,ze
Iiifeéten bewoond?
S C O L Y T U S . Dit is* een ichüdvleu-
gelig -Infeéb^ ft gèen vaftè , en uit een ftuk
gevormde fpriéten heeft. Z y h kop heeft
géén frturt;. de vorm van zyn lichaam ge—
lykt naar dié-der Torren , én zyne kleur is
zwartachtig. Men-vind de Scölytus onder
de fchorflen^.
S ^ E G K E IN L E D E R -QByvoegz.') De
Kooplieden bekoomen het Segreinleder van
Conftantinopeleix,. Tauris, Algiers., Tripol
i , en uit eenigë plaatzen van- Syrien en
de Kokérmakers gebruiken het byzonder ‘r
óm ;’ër‘ hunne kpftbaarfle wérken mede te
bëklëederi : -z/ébét gerre wy ’eraan hët ëin-
de vän het Wöó'rd E z'e l , van gezecht hébben.
S E N E B L A D E N , zie Z e n e b l a -
t5EN;:;'; f
S E N E G A L S C H E G O M . (Byvoeg,)
Bladzr $o$.'%de Jpol. reg., tg. Men verkieft
tót hét 'invvendig gebruik die gene' , wélke-
w i t , ó f bleek gééi,'d.óorfchynënde en glans—
ryk is y en meh bewaart de rosachtigé tot:
ande^-
andere gebruiken* De le g e r s jVOedèn zich
dikwyls met de G om, in melk gekookt zyn-
de, |
. S È N È K A . ( Byvoegz. );. Dé Heer Orry y
e.en aanmerkelyke hoeveel heit S ene ka hebbende
doen Overkómen y deed hem aan ver-
ftheide'Geneesheeren:; van Parys uitdeelen^
die, hem in den beginne. , :evep'éls ; ee,n der
byzondere .geriëesmidde.len van Amerika,
roemden: echter bekent een der gropte voor-
ftanders van dit geneesmiddel, dat hy de:
waterzuchtigen ,in den grond niet heeft kony
nen genezen wélkeVhy Seneka ingaf:, en,dat
deze wortel niet krachtiger in de ontftekin-*
gen yan de borft: gewerkt hèefti-. Zou dit
verfehil van .gevoelens i ö f uitwerkzelen, van
de.ti aarty van o.ns lichaamsgeftel o f van onze
1-üChtftreek voortkomen ? Men moet zulk6
geloven.
■ S E N E M B I : zie L e g u a a n .
S E R O E N . , De Drogiften. geven dezen
naam aan een foort .van Offenhuidën , welke
de balen Koopmanfchappeh .omjdeeden,
die mén uit NieuwvSpanjet.-en. van Buenos
Ayres in Zuid-Amerika ,, - bekooiht. | Deze.
Iedere zakken , zyn met vezels'en ftrooken
van dezelve huiden ,. noch verfch zynde; aan
een ;gehecht. Meri zecht thans een Sér.oeii
Kina-Kina , een Beroen Jalappa , een Seroen
Kaneel j enz. *
• S E R V A L . , Dit is ;het zelfde D ie f, ft
geen door de Akademiften vanParys-, onder
den.naam van Kat-Paard befchreeven is ; op
de Kult van Malabaar word het Mafapute
genoemty ën men heeft het ih de Diergaarde
van dén Koning van Vrankryk onder die
van Tyger-Kat laten zien. Mén vind het in
Indiën; aan de Senegal , en aan de Kaap de
Goede Hoop : het gelykt naar een Kat door
de. gedaante,, en naar een Tyger , o f lie ver
naar,een Pantherdier, o f Luipaaart,. door d e '
wit.te en. zwa. te.vlakken, van zyn haft. Het
is vier malen grootcr als een K a t; het is
verfcheurende , en voed zich met Rotten,
Aapen en Vogelen, die het met de gróótfte
behendigheit verfchalkt; want het fpringt op
de boomén ten' minften met zoo veel vlug-,
heit, als de, Aapen. Het maakt zyn en neft
op de hoornen.: het heeft eenem zóó wilden
en woeden aart, dat men het nóch door
goede, noch door.kwade handelwyze , tam.
maken k.an, Het; bontwerk ft geem het yel
van déze Dieren verfchaft * is. zeer fchoon,
. S E S A M U M. .D it is een foort van
Vingerhoedskruid , .ft geen in Syriën , pp.
Kandia, in Egypte, en in de Indiën groeit:
d.es.zëlfs Vrucht, f t ëen; h0ëkk.cht|ge. fehaal,
d ie . ë.en. meenigte, j langwerpige ,;, witte »
mergachtige $« ólieachtige ^ zoete en. eenigr.
bevat: men trekt
’er door, de uftperftlng,, .een. olie u i t ,, diff
goed qm . te branden , . en om. te eetëri is j.
en zënuuwverfterkende gefchat. word. Dé-
Egyptenaien . maken .van deze Plant in e.en.
ftooving gebruik tegens het pleuris, en om.
de maanddondeii te verwekken : zy gebruft-
ken haai' zaad, even .als öe g ie r ft, in, de vQed-
zels .die gefchikt zyn om het zjiad, te, verf
meerderen..; Ia Guajana i alwaar men deze
Plant , Guangue noemt, brengen de Negers
haar zaad tot een. meel, en bereiden ’er een
foort van pap van, die vry voedzaam is , en,
een goeden fmaak heeft.
. S E X E : zie mede de woorden A p ii r Ot
D iT u s en H er m a p h r o d l e t , ...-.r
S I B E R I E S C H - V L A S C H . Het ge-
nieene Vlafch , waar van wy gefprooKéti-
hëbben , is een jaarlykfche Plant, die mén
alle. jaren op nieuw zaaijen m ó e t, en óiö.
veel voorzorgen , moeiten en koften.verA
d e r t; het Siberiefche-Vlas, in tegendeel,
is een. langlevende Plant,, die'het vbdrd'éel
bezit van noch veel hooger op te fchieten
als het gemeene V la fch ; deszelfs bladeren
zyn ve.èi breedër en de fteel is veel zwart-?
achtiger; dit zyn kenmerken om welke men
het gemeene. V la fch , hooger fchat., • Het Si-,
beriefch-Vlafch|bloeit zoo ras .als,het and,ör
re , en deszelfs bloemen hebben een weinig
reuk ; wanneer het.tot rypheit gekoómen is,,
zoö_ fnyd men hét af.~, en, hët fchiet het volgende
jaarmeuwe fteëlëm uit zyne worte.-r
len» De^Steelen van dit Vlafch geeven dra-^
den, die zoo wit en .zoo vaft zyn,, als die/
yah ons gemeen Vlafch , maar zy zyn veeh
menigvuldiger .de Fyriheit zou mogelyk de
eénigfte hóedanigheit zyn ; die aan het zé.lve.
ontbrak; maar dit Vlafch zou echter tot een
groote mëenigte gewichtige gebruiken^ dienen
konrien y waar toe men geeh fyn lyn-
waat gebruikt: -wanneer deze Plant uit een
koud , in. eèn warm Geweft., overgebracht
wierd, zoo zou zy verbetert worden , .gelyk:
V v 2 dc