verkopert* ‘ Het fchöuWfpel .van een dier-
gelyke markt", doet de Natuur zidderen ;
ett fchoon ëenige Afrikaanfchè Afgodifche
Struikrovers wreedheid gênoéghezitten, om
koophandel in Menfcheri te dry ven', hoe
kan het echter mede waar z y n , datEuro-
pé&arifche Chrifleüen dit gewed als den
eindpaal van hunne reistocht befchouwen
konneri, en mét drift trachten óm zich op
deze vervlóekenswaardige: markt- te bevinden?
Deze gewoonte , zecht men , heeft
thans niets afgryflyks^om darde vooroordeel
eri der geboorte/ en- opvoeding , en de
behoefte der , mënfchen om onze Volkplantingen
te, bearbeidenons^aan dezen ' handel
doet gewennen’, die onzè Voorvaderen
onbekent w a s ,; ' Welk eerie ‘ Verfoeijelyke
Helling! Men moet echter toéflemmen, dat
de Franfchen, wier geneigtheden natuufiyk
zachtaardiger z yn , z ich , van zekere navor-
fchingen onthouden, die de welvoeglykhëid
kwetzen en de menfchelykheid doen lyden.
Wanneer zy~een Neger -flaaf kopen willen,
zoo doen zy voórnafnentlyk onderzoek tiaar
zyrien ouderdom , gefleltheid en aart. Dé
Portugezen, Engelfchen , enz. "houden in
dit opzicht een veel minder befchroomt gedrag,
waar door zy. minder in den koop bedrogen
wördëri; zy bezichtigen alle de dee-
len van het lichaam-der Zwarten , en vergeten
geen H a n dw a S r toe zy bekwaatn
z yn ; z y bewegen hen met geweld , om te
zien o f het inwendige aan het uiteHyke beantwoord
; zy doen hen lopen, fdireeuwen,
fpringen , enz. zy zyn niet afkeerig, om
hunne huit te likken om , door den fiö'aak
van het zweet, te ontdekken, o f zy door
zekere kwalen niet befmet zyn £ want de
Negers klagen nooit 5 ? en o f het hair van
de kin geen ruuwheit bezit die een verder
gevorderden ouderdom aanduid, dan men
hen gezecht heeft. Deze (laven zyn altoos
niet geketent; men vergenoegt zich met hen
een armboei om den arm te doen, waar
aan een (luk hout vaftgehecht i s , ’ t geen
tot een teken van (laverny verftrekt. ■
N E K T A R . Dus noemt men een fap
der Planten : waar van den reuk en fmaak
uitnemende z y n , en ’ t geen een voedende
en zelfs een dronke makende kracht bezit.
Men vind een menigte van dit honingachtige
fap in de honingkelk van eenige Planten:
zie op het artikel P l a n t .
‘N E M O T E L Ü S . Dit is eengedacht
van gevleugelde Infeóten , wier gekorrelde
fprieten • in een punt eindigen , en op de
fchede van den fnuït o f mond geplaatll zyn,
even als in de Kalanders. De gewrichten
o f kor 1 én van de fprièten zyn rond ; kort,
dun en v y f in getal , maar zy eindigen in
een zësde'ltük,-’ t'geen lang en dra'ads^ys
is. De Nemotelus > géi ykt naar de, Vlieg
niet, dan alleen door zy.në. uitwendige houding:
men’ oridërfcheid ’er verfcherde foor-
ten van, en vind hen op de bloemen.
N E T E L E N . CByvoegz,') - Men gééft
mede' de naam van M uskus achtige o f fte-
kèftde: Netelen aan een foort van Gdïcr
opfist «“ “ V v ■ ■ ««** • ~
Men b e g ie t in t algemeen‘onder de naam
van Galeopfts de grodte en' kleine ft inken de
Netelen, eri de dove Netelen met geele bloe-
ftïent De Groote (tinkendé Netël , Urtica
iners, magna, fcctidiftima , heeft-een kruipende
wortel, die eënige dunne fleelen uitgeeft
, die uit zyne knopen voortkomen.
Haré bloemen vormen lange airen. D e ze
Plant heeft eën fterke (tinkenden reukV
en verfchilt wéinig ,van de roode' (tinkende
Netel. Het kleine 'fo ort'‘der. (tinkende
N e te l, Galeopfts pdluftris, aügufti folio, fttè-
tida , koomt langs de boorden der beken
-voort: haar wartel is ongelyk en; knobbelachtig'
i, 'en hare bloemen zyn purperachtig
en bekswys, met gefchakeerde lippen: meh
fchat hare bladeren; zeer nuttig tegens d,e
fchorheit, en derdendaagfche koorts: zy is
noch zeer nuttig ;om de wonden te / genez
e n : het is deze Plant waar van eenige
Scbry vers. onder den naam van Panax co-
Toni\ dat is te zeggen: Algemeen geneesmiddel
van den Landman , .1 preken : wat de
Doove Netel met geëïe.bloemen, Lamium
flore'lüteo & folio oblongo, betreft ,.deze Plant
word zeldzaam gebruikt: men bedient ’er
zich zomtyds van, in plaats van de Witte
dpve Netel, Men heeft noch verfcheide andere
foorten van Galeopfts zn Lamium waar
van w y hier geen melding maken.,
N E U S H O O R N . Deze naam geeft
men mede aan den Rhinoceros-Tor, waar
van wy in het artikel Neushoorn-Tor op het
woord S cHILDVLEUGELIG E-INSKCT EN
(preken.
N E V E L .
N E V E L . f Byvoegz.') In ’ t algemeen.,
zyn de Nevels menigvuldiger in den Winter
dan in eénlg ander jaargétydè ', en zyn
desr morgens .en ’,s avonts het merk baarde ;
.■ wanneer de Nevel- ^ich vertoont, zoo is de
lucht (til en bedaart , maar . hy word verdreven
,. zoo rasïde, wind maar eenigzins be-
•gint door te wayen. Wanneer de Nevel
-zeer dun , en door een gr00te uitgeRreké-
heit van dén Dampkring verfpreid is , zoo
kan men .de: Zon mét het bloo.te oog be-
*fchouwen zonder dat,, men. ’er ëenig biri-
def i van heeft: maar dit Inem-eWicht vertoont
zich v alsdan. zeer hlèek-,: waar tegen* het ove-
;rïge.: van den Dampkring blaauw en: bedaart’
is. -' svb .
N I E S K R U I D . . ( W i l d W i t )
leborine:latifoiia montana. Deze -Plant fchyrit
alleen wan- het . Witte -.Nieskmid' hier iri te
verfchülen: dat: haré bladeren ■ kleinder >zyn.
'Hare’)(teelenr fehieten -tér hoogte:: van ,^eri
'en een half .voet op, eh'zyn rond enmeel-
achtig.1 ''Hare.:bloemen beftaan iedér ni&zes
o tig el yk e ,. w kt e:en purperachtige blaadjt's't
en derzelver/kelk-. verandert in een driehoekige
vrucht diermet zaden > vervult welke
naar zaagzel van hout gelykën. -Dir foort
van’Nieskruid groeipap bergachtige en föha-
•duuwrykë :plaarzen.1 Hèt is; afzettende.: '
N I K K E L . In het X I I I Deel der Me*
morien van de Koninglyke Akademie van
Zweden, voor het f f aar 1751, word van een
nieuwe minerale zelfftandigheit melding gemaakt,
die in de Cobaltmyn van Farila in
het Landfchap HeKingie gevonden is , en
die veel overeenkomlt met de zelfflandig-
heic heeft, die de Mynwerkers Koper-Nikkel
noemen: zie dit woord. Hare zelfjftari-
digheit is korlachtig. Wanneer' zy langen
tyd voor de lucht blootgeltelrgewèed is,
zoo ontbind z y , en word met-een '^gr o enachtige.
korft bedekt, die in het wktèr (ifrelf* ■
en waar uit men door de uitdamping, briz.
kriftallen bekomen kan, die zich even als-'
vierhoekige kantzuilen vormen. Dit zout
door de zwarte vloeijing ontbonden zynde,.
geeft een regulus die naar de Bismuth ge-
ly k t, en door het (terkwater*, koningswater
en geelt van zout ontbonden word. Het
gene mede noch vreemd is , is dat de ertz
z e lfs , wanneer men haar tót kalk brand,
een rook uirgeeft die eerft zwavelachtig,
en, vervolgens.- witachtig^geel is ,, cn een on--
aarigename reuk heeft. Wanneer men deze
Ertz voor een (terker hitte blootgefielt laar,
zoo vormen ’er zich metaalachtige" takken
. I n , dié helder groen en klinkende wórden:-
naar mate men eenige proefnemingen bezocht
heeft, zoo: heeft men in deze zelfftandigheit
Yzer en Cobalt ontdekt; maar het fchynt
uit een nieuwe bearbeiding van -denzelven
.Schryver te blyken, die-in het X F I Deel,
van- de Memorien der Zwéedfcbe Geleerden,
voor het jaar 1754? inge'voegt is ,-dat meii
dit nieuwe halve-metaal in een grooter overvloed
i-n dé. Koper-Nikkel \ dan in eenige
andere minerale-^-zelfftandigheit -vind, en dë
Heer Cronftreftt neigt ;om te^ .geToven , dat
de Nikkel niets anders als een vermenging
van de reeds, bëkeride-mêïaalachtig-ë ó f half-
metaalachtigei:zel.Htandighederi-- is^ en- geên--
zins-een ónvolmaakte . Cobalt. Mén vind
de'Nikkel medehin ide>myn van Kuhfeha-Cht
te Freyberg in Saxen, z y fiiielr nieó vyöör
dat zy -volmaaktelyk gégloeit' isi - M‘-
•• N O O R D E R L I C H T ,; -Aurora B ore ah-
lis, ( Byvoegzv)'• Men .fchryft- van:: Lisböri
dat méri:'iö:3deh-ökO'ht ttóiióhén'dén jd ë ën
6de van de Maand Maart 1764 , Nóóëder--
licht gezien h e e ft, ’t geen meer j a n vier
uuren duurden..'
• -De Heer MdrfehaU doet, in zy'nè nieuwe
uitgelèzene W^arriemirtgen'tneër dan z'ëftig
foor ten: van- Noorderlichte.n- öpmerkériy benevens
de voornaamfte omftandigheden die'
hy zedert het jaar 1740 waargenomen heeft..
Hy onderfcheid ’er drie klaffen van, dat is
te zeggen, ten if t e , een enkelvoudig, l ic h t ten
sde, eën heldere boog, die enkelvoudig
o f dubbelt, en naar net Noorden ge-
keert is; enten 3de, lichtende dampen die-
van het Noorden voortkomen, en een gedeelte
>yan- dén-' dampkring beflaan. In de
uicgèftrèktheid. van zeftien jaren , heeft hy
met meer^darië.éénmaal een dubbele boog-;
fgeziëuf-eën drievoudige is noch veel zeld-
jam éX ^ D e Heeren Aïenfeld en Folfen ne--
pïë’ó Het Noorderlicht voor een onvolmaakt,
orkaan.
N O .O T E N . Gewonelyk geeft men dézen
naam aan de inwendige en va(te indrukzelen
der Schelpen: de (toffe die deze noten
te zam en fie lt, koomt gewonelyk van de--
zelve lagen voort, die dè bedden der ftee-
nen vormt, in welke deze delf bare lichamen:
befloten : waren. *:;z y is ,• onder de ge--
diian—