SS4 URE Si UR-US.
hebben. Over al hebben deze foorten, de
invloeden der luchtftreek óndergaan , overal
hebban zy de gematigheit yan den hemel,
en den aart der aarde aangenomen; indier-
voegen , dat het zeer móeïjelyk onder dit
groot getal verfcheidenhedèn te herkennen
is , welke die gene i s , die'zich het minfte
van het voorbeeld der Natuur verwydert.
Deze zyn , .volgens den Heer de Buffon ,
de algemeene oorzaken der verfcheidenhe-
den , en ontaardingip.de tamme Dienen, en
dje men pp een byzondêre wyze in het lóópt
yan den Os , ontdekken kan. W.y hebben
gehecht, dat de Ürus als den oorfpronljely-
ken ftam vanonzenOs kan befchouwt ,w,or-
dèn; de Bifon ,.die een fQor.t van Bult-Qs is,
is ’er alleen-een vprfcheidenheit yan , zoo
ook de Bonafus , een iboyt van wilden Os van
Papeniëp. Dit Dier is ten minlien zóó groot
als" een tamme .Stier, en heeft den zelfden
v.pjm ;rmaar, zypp hals , is. yan. de fc)ióuw-
dereh afrot boven de oogen, met lange hai-
ren bedekt, die veel zagter als de manen der
Paarden zyn ; zype item koomt met die yan
den Os overeen., zyne hoornen zyn krom ,
en nederwaarts ,om de ooren gèbogen ; zyne
beeneu zyn met lange Uairen bedekt, die
zoo zagt als .wol z y n , en zyne ftaart is vry
kort . in evenredigbeit van f zyne groote ,
ichoon hy voor het overige, .yr.y wel naar
die yan den jQs .gel.ykt ': zyne huit is jjard ,
en zyn vleeich uialfch , en goed om te ee-
ten. ... ; - • ••
. De Zebu kan npch als eenwerieheidenhei't
in het foprt van dep Ös.' befchouwt worden.
D it is een kleine Q,s , die ,een föort. yan
bult beeftt ditp ie r bezit de grootfte gedweeheit.
- .
Alle, de tamme en ongebulte Öffen , koo-
men oorfprpr.kelyk ,yan den Ums voort , en
jJle h . Buk-Óften., , Rammen' yan den Bijon
af. . Het ras van den jfflMSawMia aMMte Os ,
bewoond de koude en gematigde luchtftree-
ien.; tier b^ ft zich niet .yerre haar de zui-
dglyke, panden ■ .uitgebreirj L maar in tegendeel*
vervelt het ras van den Bifon ofBultr
■ .Os , tegenswoordig alle de Zuidelyke Landen;
men vind hen in de Indién, in Afrika,
tot aan de-Kaap de-Goede J lo o p , en op de
Zuidel.ykc Eilanden. H,et ik h yin zelfs , dat
dit geflacht yan Bult-Óflen de voorkeus in
alle de. warme Landen gekrcegen. peeu. Het
bezit wezentlyk yerfchèidé voordeelen boven
deapdere; deze Oflen öhjêbjbpn veel zagter
ea glansryker hair als db onze ; zy zyn
v.ael vlugger, in het Joopen , veel gefchikter
öfn dè 'die'nftert der Paarden tè vervullen, en
te. gelyk bezitten z y een veel minder plomper
en ruwer aart, als onze Ofleh,en zy hebben
meer vernuft en gedweehëit : hier om behandelt
men hen, in dè Landen , in welke
z y natuurlyk zyn , met meer zbrgvüldighèic
als wy onze fchoonfte Paarden. Men" vind
vooral by do Hottentotten , een fport van
Bult-Qflen die eene verwonderénswaardige
yérnuftigheit bezitten: zy noemen hen Bak-
ieléys : zie dit woord.
Niets bewyft beter alle de yerapde.ri.pgen-
diede luchtftreek,en vooral het verfchildes
vóedzels, in de Dieren veroorzaken koppen,
als de vergelyking van hetzelve föort van
D ie r , in de verlcbillende gedeeltens >der
Aarde.
W y zullenmet hetNoordelykged.eeltevan
Europa beginnen; het geringe.getal van Os-
feh en Koeyen dat mëp op Yslapd vind ,
heeft geen hoornen, fchoon.zy van hetzelve
ras pis onze Oflen zyn. De grootte van .deze
Dieren , is veel eerder belrekkel.yk tor
öeh overvloed en hoedanigheid der .Weiden ,
als-t.qt.den aart der Luchtftreek. De Oflen
ën Koeyen van de TJkraine , welke uitmuntende
Weiden hebben , worden- voor de
grootfte van Europa gehouden ; zyftammen
echter van hetzelfde ras :ats onze Oifen , afin
Zwitzerland, alwaar de kruinen .der Bergen
met een overvloed van bloeijénde Kruiden
bedekt zyn , die men alleen tot voeder
voor het Vee fchikt , is het Hoornvee tw.qè
malen grooter als in Vrankryk , alwaar men
de/.é Dieren alleen in.et de grove Kruiden
voed , die de Paarden verwerpen. In de
Lente , wanneer zy voedzame kruiden nodig
hebben om zich te herftellep , fluit men
hen buiten de Weiden ,. brengt hen óp de
wegen, in de Bolfchen, in de onvruchtbare
Velden , en altóós op groote afftaridën , ir.-
diervoegen , dat zy zich meer vexmóéijen ais-
ypeden. Gedurendè het geheeld jaaf , hebben
zy niet één eenig jaargetyde, in welk
z y Jovervloedig o f voegzaam gevoed worden,
dit is de eenigile oorzaak dié hen zwak en
onaanzienelyk maakt, en een kleine geftalte
dóet hebben. In Spanje, én in eenige Lande
ftreeken van Vrankryk, alwaar men Weiden
heeft , die alleen, voor het Hoornvee , gte
fchikt'zyn, is hét veel grooter en fterker.
In Barbaryën , en in het grootfte gedeelte
van de Afrikaanfche Landfchappen, in welke
de gronden droog, en de weilanden m; -
ger
U R O C E R U S .
set zjslj ?yn. ,d,e QITgn .nogh.jklp^ndgr.., en
geven' dé Koeyen nóch-ihindèr uvf.k -als iü
Vrankryk, en het grootfte gedeelte valt uit
de melk, wanneer z y , piet ,m^er zogen.
Het zelfde-h’eefóin' Nedef-Iïfthi'opiën , en
GrootTartaryen plaats,; waar legep in .de-
zèlvé luchtfïreeken , ep op :Vry geïihfë af-
ftafjden , geiyk ih het Lan'd der Kalmikken,
in Öpper-Ethiopiën;, en in Abiflymiën, 'de-
■ Oifen ;■ een verbazende groote hébben. Dit
onderfcheid , tóhgt dus1 véél m'éer van den
-overvloed van het yo ed ze l.af, als van de
gefteltheit 'der-Iuchfftreek. In hét .N'oör-.
den, in de gematigde, en in de warme Landen,
vind men medé-, en'op zeer geringe af-
ftanden, de Oflen klein o f groot, volgens'
de hoedanigheden der Weiden , en de méér
of'min gröóte yryhéid, dié men'hen in hét
grazen geeft.
U R O C E R U S . Dit is een Tnfta , *t
geen byzonder aan dé koude Landen fchynt ï'
het is aanmerkelyk om‘ eën foótt van hoorn;
of punt, die hét op den ftaart hééft. Zyne,
fpriëten zyn draadswyé-, en uit drie eh twintig
gewrichten te zamëri geftélt; zyne hoorn
vormt een föort van g o o t, in wetkë de; ari-
gel van het Infefl: verborgen isk deze ahgél,
die aan het uit-einde gevorkt i s , is getant.
U R S O N . U Z A S . 3951.
De Urócerns is. door den Lieer de Reaumur,
•onder dfeh haatff van. Lapltindfcb} . Lcb'nèumon.
be-fchreeven.
URSON. Dit is een föort van Dier ’t
geen de woefte Landep van Npord-Ameri-
ka bëwöohd : héf'hëéfc dè - groote en ten
naaftep by d'enzèlV-ënjVöra -yah -deft Bèvcr,
maal- Bét is geheéi mét zeer korte ftekels bedekt
, dié door zyne haiten verborgen worden,
’t geen uit twéé foörten bëftaat, -even
ais dat van den Bëvér : het eëne is iang, en1
bet a-ndëre, ’t geen véél korter is, heeft1 vry
Veel óvëréenkomft met Dons. Herbéguns-;
tigde-voedzei van dit'Dièr is de fchors' van
dén Gene verboom,' Hét vermyd het Water,'
en onthoud zich onder de wortelen der boo-
men : de 'Veilden eeten zyn vleefch ; 'en. na
dat zy de Rekels1 uit zyne-buit geplukt hébben
, die zy epen als'' naalden gebruiken ,
maken zy ’er goed bontwerk van,
U Z A S. D it is een föort van Btïzilja'aö-'
lïhéKrab1; !die zich in hetflyk naby de oe-_;
vérs onthoud,' en die meli ’er in groote; me-'
iiigte vind, Z y is f z o o in é n k e c h t ; akngë-j
haam vaii fmaïkf en gezond j : mits mén de
voorzorg gebruikt oin aa'nftórids züiver water
te drinken, na dat men ’ er van gegeeteu heefti 1
Dd d a VA As