4i6 V R U CH T B ï V U U R des HEME LS .
men de rypwording der vruchten verhaaften
wanneer men w i l ; hier toe is genoeg dat
men een boom van een. gedeelte van 'zyne
bladeren ontdoet die de beweeging van het
lap-vermindert : wanneer men een te groote
hoeveelheit van deze bladeren wegneemt,
voor dat de vruchten tot hare groote gekomen
zyn , zoo verwelken zy ., .en -de Zon
verdroogt haar te veel.
V R U C H T B E G I N S E L . Dit is de
-naam die men aan de foetus., o f liever , aan
het Diertje geeft, waar van de aangroei in
de lyfmoeder begint. Eenige Schnyvers ,
gebruiken alleen net woord Vruchtbeginfel,
om de beginfelen van het lichaam van een
Dier., uit te drukken , ’ t geen in éen E i ,
befloten is., en -waar van de moederkoek
noch geen wortelen uitgegeeven heeit-, om
hetdn.de lyfmoeder dn te planten : zie op het
artikel M en sooh. De Kruidkundige Schr-y*
v e r s , geven mede den naam van Vruchtbeginfel
aan den top van den ftamper, alwaar
de vrucht geplaatft is : zie het wóórd Helm-
ftyltje op het woord P l a n t .
V U U R des H E M E L S . Dit is de
Donder : zie dit woord. De Heer de -Voltaire
heeft in zyne Diflertatie over het Vuur, die
de Aka demie der W et enfchoppen -van Parys.,
waardig geoordeelt heeft om door den druk
gemeen gemaakt te worden ; in twee verflen
alle de.eigenfchappen van het Vuur befchre-
yen. Zie hier het fchoone opfchrift, M geen
deze doorluchtigê Schryver aan het hooft
van zyn Stuk, geplaatft heeft.
Jgnis ubique latet , naturam amplectitur
omnem ;
CunÙa parité rénovât, dividit, urit^
alit.
V U U R K L O O T . ( Byvoegz. ) Bladz.
7 7 7 , ijle kolom, reg. io . in het J a a r i6 i6 ,
zach Kinob ’er een te Lypzig , waar van de
middelyn zoo groot als de halve middelyn
van de Maan was; hy verlichte de aarde in-
diervoegen, gedurende den nacht, dat men
zonder licht lezen kon , en hy verdween
op een onmerkbare wyze. In het Jaar 1676,
zach Manatti, een lichtende Kloo t, die zich
over de Adriatifche Zee en Italiën beweeg-
den; deze lichtklomp verwekte geluit over
alle de plaatzen , over welke hy ging, en
vooral te Livo rno , .en op Korfika.
V U U R K L O O T . V Y G E N B O O M .
V Y G E N B O O M . Q Byvoegz.) Blad-
.zyde 780, 2.de kolom , regel 8. van onder.
De Caprificatio, duid ons genoegzaam aan,
dat de zaden van den Vygenboom in ’ t algemeen
van welk foortmy ook zyn moge,
zonder, de bevruchting, niet ryp worden,
fchoon de vygen o f de omkleedzelen der
bloemen dikwyls zonder dit hulpmiedel ry-
pen. De wyze op welke deze bevruchting
gefchied is zoo zonderling, dat eenige Schry-
veren-haar in twyffel trekken : echter is zy
overeenkomftig , gelyk men uit het voorgaande
gezien h e e ft, met de gewoone en
gemeene wetten der planten. Men ziet uit
deze omfchryving, ten -ifte , dat de Caprificatio
o f rypmaking der vygen van de oudé
^rieken en Romeinen , die door Theophras-
" tus, Plutarchus , Plinius en andere Schryvers
van de Oudheit befchreeven is , vol-
ïnaaktelyk overeenkoomt met de handelwys
die noch in den Archipel en Italiën, plaats
heeft; zy Hemmen alle overeen, met te zeggen
, dat de vruchten van den Wilden V y genboom
C a p r if io u s »nooit ryp wórden,
maar dat men haar aan .de takken van den
Tammen Vygenboom ophangt, om de zyne
ryp te doen worden ; een 2de, dat het na-
tuurlyk te befluiten is , dat het voornaamfte
oogmerk van de Capriiicatio , die natuurlyk
door de Ichneumon-Vliegen , uitgewerkt
word, =is om de zaden te bevruchten, wélke
zonder dit hulpmiddel, niet ryp geworden
zouden zyn ; en bygevolg, dat zy geen
Amandelen zouden voortgebracht hebben,
welke in ftaat waren om de jongen van deze
Infe&en te voeden , en hun geflacht te vereeuwigen.
De Vygen zyn in het Zuidelyke gedeelte
van Vrankryk een zeer gemeen voedzel, gedurende
v y f achter-een-volgende maanden.
Het water, ’ t geen men ’er op drinken kan,
is het bekwaamfte vocht, om’er hetvleefch
van in de maag te ontbinden , en een zekere
ongemakkelyke flymachtigheif van het fpeek-
zel te verbeteren. Maar men heeft mede
opgemerkt, dat de Vygen die tot geen volkomen
rypheit gekomen zyn , en welkemoch
een melkachtig fap in haar fteeltje en huit
bevatten, dikwyls buikloop en koortzen veroorzaken
: dit is iets ’ c geen ik zelfs , in het
jaar 1762, ondervonden hebbe.
V Y G E N B O O M v a n A D A M .
{ Byvoegz.) Deze groote en fchoone Plant,
die men Platamtsboom, in zommige Landen
noemt,
V Y V ER.
noemt, draagt dezen naam óp de Antillifche
Eilanden niet; men geeft’er haar alleendiep
van Banaan-Vygenboom. Deze boom , is
zoo gelyk vormig aan den Banaanboom , dat
men hem niet zonder naauwkeurige kundigheden
, van dit foort van boomen ,
dan alleen door de vruchten onderfchei-
den kan; zy zyn veel klein der,; en Vervolgens
veel grooter, in evenredigheit van
hare lengte , behalven d i t , is haar vleefch
veel aangenamer van fmaak. ■ Zie B a n a a n b
o o m .
V Y V E R , QByvoegz.) Dezen naam
geeft men aan een verzameling van ftilftaan-
rie water: dit is een foort van bewaarplaats
die kleinder als een Meeris , die het water
ontvangt zonder h e f weder uit .te geeven ,
zoo niet by grooten aanwas van water ; de
Vyvers zyn grooter, dieper, en minder aan
uitdrogen onderhevig als de poelen. Men
kweekt ’ér vifch in aan : hier om hebben de
Latynen den naam vaxiPiscina, aan denVyv
y v e r -v i s c H. w
Ver gegeeven. Men bevolkt de Vyvers met
Vifch in de maand Mey, en men vifcht ben-
gewonelyk in Maart. Een der aanmerke-
lykfte Vyvers van Vrankryk , is die van V il-
lers in Berry,. ’ die omtrent vief o f v y f uuren
in omtrek beflaat. Men heeft in China een
menigte Vyvers ,( die op een vernuftige wyze
aahgelëcht zyn , om'gedurende de Zo-
merdroogtens , water aan de Inwoónders te
verfchaffen, welke te verre van de Rivieren
woonem, o f wier gronden niet bekwaam zyn
om putten te delven : zie W a t e r b a k '.
Men heeft mede zoute Vyv ers , een dezer is
die van het Eiland Maguelone in Langue-
d o c , men arbeid in denzelven om het zout
kriftallen, te doen fchieten.
V Y V E R - V I S C H . Dezen naam geeft
men aan alle de kleine Viflchen, welke dienen
om de Vyvers en andere befloten wateren
van Vifch te voorzien , deze Viflchen
fehieteh de Vifchkopers uit, en de Viflchers
werpen hen gewonelyk weder in ’t water.
G g g W A L -