M A A G D : M A A L S T R : M A D R E PO R A . M A IT E N . MAK A Q U EN H ; M A KI.
M A A G D E N - A A B .D f i , Terra p r i-
tmgawea. Dus noemt -men de oorfpronke-
Jykfi sarde die noch in haren natuurlyken
ftaat ï s , niet vervoert is , en geen vermenfing
M eenig vreemd lichaam ondeTgaan
eefc. Deze geiykflachtige en hoofdftoffe-
lyke aarde moet, zoo z y in wezen is , zeer
zeldzaam z y n , en in .onzen Aardkloot niet
dan op zeer aaomeikelyke dieptens gevonden
worden: z ie het artikel A a r d e . Deze
zelfde enkelvoudige en harde aarde moet,
in den hoogften graad, de eigenfchap bezitten
om de werking van het vuur en der zuren
te wederftaan.
M A A G D O M :_ zie op het artikel
M s n s c h .
kanderen over geplaatft z yn , zy zyn getant
en fpits aan de beide zyden. Het afkook-
zel van deze bladeren en der kleine takjes
is het tegengift van de Lithi: zie dit woord.
Men behoeft ’er zich -alleen mede te wry-
v e n , om de zwellingen te doen verdwy-
nen. Men heeft geen naauwkeurige kennis
van.de bloemen en vruchten van den Matten.
M A K A 'Q U E N H O Ü T . D it is een
groote boom van de Antillifche Eilanden,
en .die van een zeer geringe duur i s : hy is
met gaten vervult. Deze' boom word dus
genoemt om dat het foort van Aapen die
men de naam van Makaquo g e e ft, zyne
vruchten' boven alle andere beminnen.
M A A L S T R O O M , D R A A I K
O L K . Deze namen geeft men aan dié
ronddraaijingen van het wa ter , die door
twee o f meer tegenftrydige ftromen veroorzaakt
worden. De Euripus, die zoo berucht
is om de dood van Arijloteles, zwelgt beur-
telingfch het water zeven malen in de vier
en twintig uuren in , -en het werpt het mede
zoo dikwyls weder uit. Deze Maal-
ftroom is naby de kullen van Griekenland.
D e grootlte van alle bekende Maalftromen
is in de Zee van Noorwegen: zie de a rtikelen
S t r o o m e n , Z ee en W in d .
M A D R E P O R A . (B y v o eg zl) Men
heeft plaatzen die zoo vruchtbaar in Ma-
dreporaas z yn , dat de bodem der Zee naar
een zeer dicht bofch gelykt. Om deze Hukken
der Natuurlyke Hiftorie geheel te bekomen
, moet men hen door Duikers doen
vifichen; want men bekoomt ’ er door middel
van de dreg alleen gedeeltens van, uitgezonden
die gene die van een in een ge~
dronge gedaante z yn , gelyk de Zee-Padde-
ftoclen, het Zee-Brein de Zee-Nagelbloem,
enz.
• Deze boom groeit in Chili
: hy fchiet ter hoogte van vyftien o f twintig
voeten op. Zyn hout is hard en roodachtig
; zyne takken zyn zeer loofryk, groenachtig,
met bladeren bezet die dan eens
beurtelings Haan, en dan weder regens, el-
M A K I , I n k h o o r n - A a p , Profmia.
Dit is ëen Aap1 van een groote fchoonbeit
die'men weinig elders als op Madagaskar
vind. De Heer Brijfon maakt ’er een ge-
flacht van , waar van hy vier foorten on-
derfcheid. Hun ‘onderfcheidbaar kenmerk
is dat zy in de opperkaak vier fnytanden
hebben , zy zyn by paren van elkanderen
gefcheiden, maar zy lopen naar een middelpunt;
en zes zeer fmalle in de onderkaak
deze liaan alle naait elkander, leggen fchuins
en Heken buitenwaarts uit; behalven deze
hebben z y twaalf hondstanden drie aan iedere
zyde in iedere kaak, zy zyn breed,
plat en lpits ; vier maaltanden aan iedere
zyde in de boven kaak, en drie in de onder
kaak: dus in ’ t geheel zes en dertig tanden.
De v y f vingeren zyn met platte nagelen
gewapent, en eindigen in een flom-
pe punt: de voorfle pooten doen den dienfl
van handen : de Haart van deze Dieren, is
zeer lang ; en de dikte van hun lichaam ,
’ t geen tenger is , koomt met die van de ge-
meene Aapen overeen. Vermits deze Dieren
zeer bevallig z yn , en men hen by zom-
mige byzondere lieden ziet, zoo zullen w f
’ er de verfchillende foorten , volgens de be-
fchryving- van den Heer deBuffbn, van lee-
ren kennen.
Men heeft de naam van Makt o f Ink-
loorn-Aap aan verfchillende foorten van
Dieren gegeven. Men kan dezen naam niet
anders, zecht.de Heer de Bafon , dan als
«en
M A K T . M A K T ,
een geöacht-naam gebruiken , onder welke
wy drie Dieren begrypen, die. vry wel naar
elkanderen gelyken om van. het zelfde ge-
fla.cht te zyn , maar die echter door een menigte
van genoegzame kenmerken verfchil-
len, om foorten te vormen, die klaarblyke-
lyk onderfcheiden zyn. Deze drie Dieren
hebben alle een lange Haart , en de pooten,
even als die van de Aapen gevormt ; maar
hunnen fnuit is. langwerpig,, even als die van
den Marter; en fy hebben zes fnytanden in
de onderkaak ; in plaats dat alle foorten van
Aapen ’é r niet meer dan vier hehben. Het
ee'rlte van deze Dieren is de Mocock o f Mo-
eaco , die onder de naam van Maki o f Ink-
boorn-Aap met een geringde ftaart, bekent is.
Het tweede is de Mougons , die bruine Ink-
boorn-Aap , genoemt word ; maar alle die
gene van dit foort zyn niet: geheel bruin ;
want men heeft ’ er eenige, wier wangen en
pooten wit zyn , en andere hebben zwarte
wangen, en geelé pooten. Het derde is de
Vari, men vind deze Dieren vry gemeenzaam
op Madagaskar.
Deze Dieren , zecht de Heer de Buffan,
®p een andere plaats ,. fchynen een fchakee-
ring te vormen, tuffchen de Aapen met een
lange Haart,en de:Dieren metgefpleten voe-
ten ; want zy hebben vier han den en eetr
lange ftaart,. gelyk deze Aapen ,. en te.gelyk
is hunnen fnuit langwerpig, even als die der
Voflchen o f Marters, echter hebben zy meer
overeenkom!! met de Aapen door hunne we-
zentlyke gewoonten?; want fchoon zy zom-
tyds vleefch eeten , en zomtyds óp de V o gelen
aafen , zoo zyn zy veel eerder vruch-
ten-eetende , als verfcheurende Dieren , en
zy bewonen , zelfs- in den ftaat van tamheit
meer fmaak in vruchten , wortelen'en bróód,
als in raauw o f gekookt vleefch,
De Mococo , zecht dezelve Schryyer , is
een bevallig Dier , ’t geen een fyn gelaat,
een bevallige en loiïe gedaante , en fchoon
en zinhelyk hair heeft, ’ t geen altoos blinkt.
Het is aahmerkelyk om de groote van zyne
oogen , door de hoogte van zyne achterfte
pooten-, die veel hoogec als de voorfte zyn;
en door zynen grooten en fchoonen ftaart,
die het altoos opgeheven draagt, en die altoos-
in beweeging.is, en op welke men tot dertig
ringen telt , die beurtelings zware en wit
zyn , zy zyn alle zeer merkbaar en naauvv-
keurig- van. elkanderen gefcheiden. Het heeft
zagte zeden ;. en fchoon het in veele zaken
niet den Aap overeenkoomt, zoo bezit h e t'
231
noch deszelfs boosaardigheit o f aart, In zy*
nen ftaat van v ryheit, leeft het in maat*
fchappy, en men vind deze Dieren, op Madagaskar
in troepen van dertig of veertig by
elkanderen , in die van flaverny , word het
alleen door de verbazende bewegingen gekw
ek die het zich zelven geeft ; hier om
houd men het altoos aan- een keten geklui-
fte r t; want fchoon het zeer levendig en
vlug i s , zoo is het echter noch boosaardig
noch w o e ft , het word tot dien trap tam,
dat het uit- en ingaat , zonder dat men beducht
behoeft te zyn dat het de vlucht nemen
z a l : deszelfs- voortgang, is fchuins , gelyk
alle de Dieren die vier handen in plaats
van vier voetenhebben; hetfpringt met meer
bevalligheit envlugheit als dat het voortgaat;
het is vry ftilzwygende , en doet zyn geluk
door een kort en feherp gefchreeuw hooren,
’ t geen het zich , om dus te fpreeken , laat
ontfnappen , wanneer men het verrafcht o f
vergramt. Het flaapt in een zittende ge-
ftalte met de- fnuit op deborft rustende: deszelfs
lichaam is niet dikker als dat van een
K a t , maar bet is veel langer , en dit Dier
fchynt veel grooter, om dat het hooge pooten
heeft: deszelfs hair, fchoon zeer zagt in
het aanraken zynde_, lecht niet neder, maar
ftaat vry fteil overeinde..
De Mdtigon bied een groot getal verfchei-
d'enhëden aan , niet alleen in het hair, maar
mede in de grootte: in het algemeen- zyn de
Dieren van dit foort kleinaer als de Moco-
coos, en hun hair is zyachtiger, en een weinig
gekrult. Ik heb, zecht de Heer d eBuf-
fon-, verfcheide jaren , een van deze Mon-
gons gehad, die geheel bruin w as: hy fchepte
behagen om zyn ftaart af te knagen , waar
van hy de vier o f v y f laatfte wervelbeenderen
reeds verflonden had. Dit was een zeer
onrein en vry laftig Dier:- men was genoodzaakt
om het aan een keten' gekluiftert te
houden en wanneer hy los Itoomèh kon,
zoo floop hy in de winkels van de buurt,
om vruchten , fuiker en'allerlei foorten van
confituren te zoeken en waar van hy de
doofen wift te openen. Men had alsdan veel
moeite om hem weder te vangen, en hy beet
op een wreede wys , zelfs die gene , die by
gewoon was. Hy knorde byna geftadigop
een zagte toon ; en wanneer by verdrietig
wierd, en men hem alleen lie t , zoo deed by
zich zeer verre door een gekwaak , even als
de Kikvorfchen -hooren. Het was een mannetje
, en had zaadballen ,- die by uit-ftek
groot