a8 A M I A N T . A M M I T E S .
zyne volmaaktheit, en byzondere zwaartte
gegrond is : by voorbeeld , twee greinen,
worden voor drie , vier voor zeven^,. en e lf
voor zeftien gereken:; waar tegens de Wes-
terfche Amethiften , alleen in evenredigheit
van hunne grootte verkocht worden : dat is
te zeggen , dat die gene , die dubbelt z yn ,
het dubbele waardig zyn van de enkele , enz.
A M I A N T . ( Byvoegz. Mep. geeft de
Amiant namen overeenkomftig met het za-
menweefzel van zyne deelen:. zie O e l i -
e a a r L eder , L e e f b a r e K or k , en
B e r g v e e e s ch . Men geeft de naam van
Asbejl aan de harde Amiant, die weinig o f
geen buigzaamheit bezit, zwaar is , en inhet
water doorzinkt ; en volgens de fchikking
der vezelachtige deelen , is de A sbeft tros-
w y s , geftart, o f airswys, o f heeft een houtachtig
zamenweefzet.
Men bewaart in de Vatikaanfche Boekzaal
een Zweetdoek die van onverbrandbaar
Amiant lynvvaat, gemaakt is , hy is negen
Roomfche palmen lang. De Heidenen bediende
zich van lemmetten van Amiant, in
hunne graftlampen , die zy aan hunne Afgoden,
o f been- en afchvafen heiligden. Zomtyds
zyn de vezelen van den Amiant van een
fefcheideu, zomtyds zyn zy in Rotskriftal,
path, enz. befloten , o f als een bondel by-
een gefchikt, waar van de uiteinden met een
snefch afgefneden fchynen.
A M M I T E S . o f A M M O N I T E S.
Deze naam geeft men aan kleine fteenachti-
ge borlen , die rondachtig , en meer, o f min
groot-zyn i eenige gelyken. in gedaante en
grootte , naar Vifchku.it, Gierftkorlen en
zaaden der Maankop ,. waar van de namen
van Cencrites en Meconites- voortgekomen
z y n , die men in Piinius vind. Andere Am-
mites zyn zomtyds g ro o t, en gelykvormig
aan Erweeten o f Oroben, hierom heeft men
hen de naamen van Pifoiitbos en Orobias gegeven.
De kleur, der Ammires moet gelyk
die der fteenenverfchillen: men heeft graau-
w e , witte, enz.. Schoon de korlen die hen
uitmaken vry onderfcheidbaar z yn , zoo zyn
z y echter aan elkanderen vaftgehecht: zie
mede O o l i t h e n .
Men geeft mede de naam van Ammanites
aan een Steen , wiens deelen uit zand o f
Stdenachtige Korlen te zamengeftelt zyn:
zie Z a n d s t e en . Noch geeft men denaam
aan Ammmües aan de kleine delf bare Am-
AM M O N SH O O RN EN , AMOMUM..
monshoornen: zie A mmonshoornen.
A M M O N S H O O R N E N . QByvoegz.fi
Men vind een groote menigte Ammonshoor-
nen in Europa ; dit is een der gemeenzaam-
fte verfteeningen in Vrankryk. Men heeft
plaatzen in dat R y k , op weike de aarde ’er
mede bezaait is ; de dyken en groote wegen
zyn ’er voor een gedeelte uit te zamengeftelt.
De banken der Steen- en Marmergroeven
bevatten ’er. De Ammonshoor-
nen zyn mede de talrykfte van de gefigureerde
fteenen. Men heeft ’er van een zeer ver-
fchillende grootte. Men vind ’er die tot
een roede in middelyn beflaan, Men heeft
’er in het zand ontdekt, die. zoo klein, z yn ,
dat men hen niet dan door een microscoop
gewaar worden kan, Tufleben deze twee
uiterften, heeft men een groote menigte van
allerlei grootte. D it foort van delfbare
lichamen , vooral die van het grootte foort,.
zyn doorgaans niets anders dan de noot van
eigendyke gezegde Schelpen , maar waar
van men de overeenkomftige foorcen niet
meer levendig- vind. Men heeft alleen on-
tegenfprekelyke bewyzen , dat zv Schelpen
van het geilaebt der Nautilus zyn : zie de
Memori'èn van de Akademie der 1Vetenfchap-
pen van Parys , voor bet f f aar 1722. Wanneer
deze verfteeningen van hun paarle-
moerachüg omkleedzel ontbloot zyn , zoo
gebeurt het dikwyls , dat z y zich met een
pyriteufe korft bekleeden , die een kleur
en glans als vergult metaal heeft. Deze
valfche glans ver.dwym wel ras door de voch.-
tigheit.
A M O M D M , Amomum racemofum. QBy-
voegz.~) De vruchten van deze Plant zyn-
driehoekig, vliesachtig, bywyze van. zaadhuisjes
gevormt, en hebben een fcherpe La-
vendelreuk. Men merkt o p , dat de drie Voren
en de drié Ribben die men uitwendig
ontdekt , aan drie reyen zaden beantwoorden
,. die haar inwendig vervullen. De
kleur van deze vruchten is vaal graauw. De
zaden zyn boekachtig , uitwendig ros , en
inwendig wit. Deze vrucht herftelt de flin-
gerende beweging der vezelen en bevordert
de vertering.
Niemand beeft de' Plant befehteeven die
deze vrucht voortbrengt. Men geeft mede
de naam Amomum aan het zaad der Str
SOU,
A N A C A R D : A N A C O C . A N A -C O L :e .nz.
A N A C A R D I U M , of M A L A K -
S C H E B O O M . QByvoegz.f De Ana-
cardier is een groote .en fchoone Boom, | die
zeventig voeten h o o g , en zeer dik en tak-
ryk i s : hy bemind de oevers der Rivieren :
zyn hout is w i t , en zyn fchors graauwach-
tig : zyn wortel is vezelachtig-, rosachtig en
reukeloos ,maar heeft een zoutachtige fmaak,
Zyne bladeren'zyn lang, dik, talryk.ruuw,
blinkende, groen aan de onder- en afchver-
wig aan de'boven zyde : zyne bloemen zyn
k le in , in witachtige troffen By elkanderen
gefchikt, ftarswys uitgefneden , en van een
aangename reuk.
De vrucht van. dezen Boom, draagt roede
de naam van Oofterfcbe Anacardium , om dat
men dikwyls aan de vrucht van den Acajou
de naam van T-Fejferfcbe Anacardium geeft.
Zie A cajou.
A N A C O -C K . Volgens Ray , is dit de
naam van een foort van Amerikaanfche Klim-
bopm , die door Bauhin , Pifum America-
nam , aliud , magnum , bicolor, coccinium
& nigrum J im u l, en door Gerard en Par-
kinfon , Égyptifche Boon o f Klimbaon , ge-
noemt word.
A N A - e o E U P P A . Dit is , volgens
de Hort. Malab. een plant die Ranunculo
facie indica fpicata, corymbiferis ajjinis, flos-
culis tetrapetalis, genoemt word. Men zecht
dat haar. lap met Peper gemengt zynde, de
aanvallen van de vallende ziekte v e rligt,
en het eenigfte bekende hulpmiddel , tegens
de beeten der Cobra de Capello is : zie dit
■ moord.
A N A G Y R I S of S T I N K E N T
H O U T . ( Byvoegz..'). Dit is een zeer tak-
ryke Heefter. Zyn fchors is bruin-groen,
en zyn hout bleek-geel : zyne bladeren zyn
groen , en aan de onder zyde witachtig;
zyne bloemen zyn geelachtig , en gelykvormig
aan die der Brem, ’er volgen Peulen op,
die gelykvormig aan die der Kiimbomen zyn ,
als mede de zaden die de gedaante van. een
kleine nier, en een blaauwachtige zwarte
kleur 'hebben.
De Inwoonders van Cayenne, geeven
mede de naam van Stinkent - hout ; Heel
era arbor fcetida , nucis juglandis folio, ,
fruciu maximo. Barr, aan een Heefter die
verfcheide (lammen uitfchfet ; hy is zeer
gemeen op den oever-der Zee :. men ge-
ANAM: A N A Z E . ANCH: A N D IR A . 2Q
bruikt hem tot hoepen voor de vaten.
A N A M A L L U. Dit is een Braziljaan-
fçhe Heefter, die peulswyze vruchten voort-
brengt, en met doornen bezet is , waar mede
zich de Inboorlingen de ooren doorboren
; hier toe dopn zy ’er de fchors a f : zy
maken mede van de bladeren van den Ana-
mallu , een ftoving voor den buik, wanneer
hy door winden o f de uitftorting vah een
waterachtig vocht opgefpannen is. Hort* M alabar,
A N A Z E . Dit is een Boom die natuur-
lyk op Madagaskar groeit. Het. is a^nmer-
kenswaardig, dat de Anaze in dikte afneemt,
naar mate dat hy in hoogte toeneemt ;, dit
doet hem de gedaante van een Pyramied o f
Kegel verkrygen ; zyn vrucht is met een wit
merg-vervult , dat de fmaak van Wynfteen
heeft. DiÜionaire Encyclopédique.
A N C H O V I S . ( Byvoegz.f De mond
van dezen Vifch is: groot ; het uiteinde der
kaken., fpits; zy hebben geen tanden , maar
zy zyn zaagswys gevormt t zyne kieuwen
zyn klein en dubbelt.
A N D I R A of A N G È L Y N . Dit ia
een Braziljaanfche Boom , wiens hout hart
en gefchikt-tot timmerhout is.- Zyn fchors
is afchverwig, en- zyne bladeren zyn gelykvormig
aan die van den Lauwrier , maar zy
zyn veel kleinder ; hy fchiet zwartachtige
knoppen u i t , uit welke een groot getal by
een. gevoegde bloemen voortkomen, zy zyn
welriekende , en hebben een fchoone purperachtige
en witte kleur. Zyn vrucht wiens
fchors hard is , heeft de gedaante , en grootte
van een e i , zy is zwartachtig.-, en heeft
een naad in een van hare ribben ; haar fmaak
is zeer bitter, en zy bevat een geelachtige
Amandel , die een kwade fmaak h e e ft, om
dat zy op het bittere en het zure trekt.
Men brengt deze Noot tot poeder waar van
men gebruik tegens de wormen maakt; maar
de gifte moét minder als- een fcrupel zyn ,
anders is zy een- vergift. De fchors , het
hout en de vrucht .hebben de bitterheit van
de Aloëes. Men heeft noch een ander foort
van Andira , die in alles overeenkomftig
met de voorgaande i s , uitgezonden in den
fmaak, die la f is. De wilde Dieren meften
zich met zyne vruchten waar na zy zeer gretig
zyn. Lemery.