5/ B L A N K E T S T E E N .
buitenwaarts , om dat het w.yder gefplèten
fchynen zou ; en de Barb'aryfche: vrouwen,
zouden denken', dat ’er iets wezentlyks aan
haren optooi ontbrak , zoo z y het hair van
hare wenkbraauwen en oogen niet met Poeder
van Pothof , - geverwc hadden., zie dit
woord, JDe Griekfche en Romeinfche vrou-
'wen , ontleende van de Aziatifche , de gewoonte
om hare oogen zwart te verwen:
om het Ryk der Sehoonheit , noch vérder
uit te breiden, en de verwelkte .kleuren van
het vel , te herftellen , zoo bedachten z y ,
twee nieuwe blanketmiddelen, die voor dien
tyd onbekent geweeft waren, en die tot her
den bewaart zyn ; dat is. te zeggen , het wit
en het rood.
Het grootfte gedeelte der Aziatifche en
Afrikaanfche Vólken, "bezitten thans de gewoonte
noch , om verfcheïde de eken van
hun lichaam, met zwart, w it ,r o o d , blaauw,
geel,groen , en in een woord, met alle Poorten
van kleuren te verwen , volgens de denkbeelden
die zy zich van de fchoonheit ge-
vormt hebben, , .
Voor dat de Ruften door Czaar Peter I*
befchaaft waren, bezaten de Ruffifche vróuwen
reeds de konft, om hare-wangen rood
te verwen, hare wenkbraauwen uit te plukken
, dezelve te verwen , o f ’ er door konft
te vormen. Men weet mede dat de Groen-
iandfche vrouwen , hare aangezichten met
rood en wit bemorflchén ; en dat die van
N o va Zembla , om hare bevalligheden te
vermeerderen, blaauwe ftrepen aan haar voorhoofd
en kin maken. De Mingreliaanfcbe
vrouwen, wier fchoonheit begint a f te nemen,
befchilderen haar geheele aangezicht,
de wenkbrauwen , het voorhoofd, de neus
en de wangen. De Japanneefche vrouwen
van je d o , verwen bare lippen en wenkbrauwen
met een-blaauwe kleur. De Eilanders
van Sombreo , ten Noorden van Nicobar ,
beplaafteren hunne aangezichten met groen -
en geel, Eenige vrouwen van het Koning-
ryk Decan, laten bloemen in haar vel fny-
deh, -d ie z y met verfcheide kleuren verwen.
De Arabieren hébben , behalve het gene
w y ’er hier voor van gezecht hebben , noch
een gewoonte om hunne armen, lippen, en
andere uitftekende gedeeltens van het lichaam
met een blaauwe kleur te verwen : zy
leggen deze kleur met kleine flippen op het
vH , en doen haar door middel van een
naald, die hier toe gemaakt i s , in het vleefch
indringen : deze tekenen zyn onuitwifch-
B L A N K E T S T E E N ,
baar. De Afrikaanfche Tuïkinnen ,. dóen
zich bereide Tuchia, in de oogen blazen , om
hen zwarter te maken , en verwen" hare huiven;,
handen en voeten met eenroode en
■ geeie kleur. De Moorinnen volgen dezelve
mode , maar zy verwen alleen hare oogleden
en. wenkbrauwen met Potloot. De jonge
Dochters , die naby de Grenzen van T u nis
wonen , bemorfen hare kin en lippen
met .een blaauwe kleur ; eenige. drukken een
'kleine bloetn op het een o f ander gedeelte
van het aangezicht, door middel van Roet
van Galnoten en Saffraan. De vrouwen van
het dConingryk Tripoli doen de-fchoonheit
in prikkingen in het aangezicht beftaan,; die
z y met vermiljoen, verwen; z y kleuren hare
hairen met dezelve v e r ffto f: hét grootfte
gedeelte der jonge Negerinnen van dé Sé-
negal, 'doen zich , voor dat z y trouwen ,
het, v e l , met verfcheide afbeeldingen van
Dieren, en Bloemen, van verfchillende kleuren
borduren. De Negerinnen van Siërra
Liona , kleuren hare oogen met w i t , gcël
en rood. De Bewoonders , van de Straat
Davis in Amerika, firyd'en , met oogmerk,
om zich. te verzieren-, de gedaantóns van
Slangen, Haagdiffen, Padden en Bloemen,
in het vel van hun 'aangezicht, enz.' en vervullen
de wonden met een zwarte kleur. De
vrouwen van het Noordelyke gedeelte van
Florida, beverwen, de armen■ en de beenen
met allerlei foorten van on-uitwifchbare kleuren.
Eindelyk de vrouwen der Wilden van
Ranad'a, bemorffen haar geheele aangezicht
met Roüköe, Wanneer wy naar Europa te
rug keeren, zoo zullen wy zien dat het wit
en rood blanketzel, ( de Talk en de Karmyn)
in Vrankryk in de.mode-geworden is. De
Franfchen :zyn déze wyze van zich fchoon-
der te doen fchynen , aan de'Italianen verplicht,
die zich aanbet H o f van de Koningin
K a th a r in a de M edic is -, bevonden:
maar het is niet voor het einde van de
voorgaande eeuw , -dat het gebruik van het
rood , van de Crepon van Straatsburg , en
van de Nakaret van Portugal, algemeen geworden
is , onder de vrouwen van aanzien,
enz.
Het blanketzel kan de- nadoelen die de
tyd aan het vel toebrengt, niet herftellen,
noch op de rimpelen van’ het aangezicht
de fchöonheden; doen ‘weder kodmcn, welke
verwelkt zyn : en wel verre dat de
blanketzelen dit uitwerkzel zouden veroorzaken
, zoo verderven z y byna alle het v el,
doen
B L A T T A . '
doen het rimpelen , en vernietigen en verwelken
de natuurlyke kleur; gelukkig dat de
Vrouwen van’aanzien die hare belangen ver-
ftaah , zich zeldzaam door de hoedanigheden
van het wit en rood laten misleiden ,
anderzints zou haar Vel alle zynè bekoorlyt-
heden verliezen. , , Z ie . de artikelen T a.l k ,
C o c h e n ïe l j 'é ' en M i n s ’c b , alwaar
rn'en' verfcheide’ andere omfchryvingen der
fchoohheivén bfanketkonft van de vèrfchil-
lendé Volken vinden zal.
i B L A T T A , Blaiiiv. Dit zyn vliegende
Infeften p van het geflacht der. Torren. De'
jonge zyn w i t , en worden zw a r t, wanneer
zy oud zyn :" zy leggen hunne hult af. Dé
mannetjes, hebben alleen vleugelen ; en, zy
komen d o ordé kótide om.
■ Men onderfcheid verfcheide foorten van
Blattaas; te weten, die gene die van vleefch
leeft, ( dit is een.verfcheurende Blatta) , die
gene , dié men' in het Brood en het Meel
vind ; die' gene dié de, Boeken doorknaagt;
die’ gëfaé dié 'eyeri ais ‘één Hen Klókt, die
gene die de 'Fuinén verwöéft , en Byzondef
dé Prei' aantair; die' gene die' hét' ‘licht,
fchuuwt ; die gene die men in de Molens
én naby de Ovens vind ; die gene die, men.
in de Monden der Riolen en baden vind
en diegene die een kwade Reuk op de plaatsen
ach.tér la a t , o ver welke zy .gaat.. Deze
1'aatfte , Word /tinkende Blatta gé noemt; 'zy
verbergt zich'in de Kelders en andere koele’
plaatzen ; men, ziet haar doorgaans alleen
des nachts , en zy gaat zeer langzaam voort.
Men heeft noch een foort van Blatta, die
zich ónder de fchubben der' Viffchen. verbergt
die de Laplanders droogén, Zie de
HSten van.Upfal.
Mejuffrouw Merian zecht mede., dat men
fchoorie witte Blattaas in Surinamen heeft,
dié'zich iri 'fchdóne Vliegen veranderen.
1 Men Vind vóel Blattaas in Rusland, ..die
zich gedurende den dach , in de fplete.n van
liet Hout verbergen , en ’ er des nachts, uit
voortkoomen. In ’ t algemeen gelyken deze:
In feilen v ry wel ; naar de ' Vcld-Krekels,
Men zecht , dat zy volkoomen gcvor'mt uit
de eitjes voortkoomen , en dat zy langzamerhand'
groeijen. Z y hebben acht gróóts
pdótén', ;crié ‘g'êlylcvqnuig aan diefdpr La'ng-
beenen z yn , gel'yk men zulks opmerken kan
wanneer men een dezer Dieren , yoör. een
Microfcoop plaatft. Wat. dp Blatta betreft
die het geklok der He‘nnen naarbootft , die
B L A Z E N P Ó Ó T . B L IE K . 5$
de Bóeken iJqprkn.aagt, en.zich met, dé lym
voéd waar mede men hen beftryk: wanneer
zy gebonden worden , deze is niét grooter
als een V lo o i.z y heeft een langwerpi'géjkain
op den rd g , die een graauwe kleur heeft;
zy draagt haren kop nederwaarts,, en na- ,
by dé b o r f t het is ;net. hare vleugelen tc-
geiis' elkaridèteh' té flaan', dat' zy een geraas
Verwekt , ’ t geen ongetwyfelt zéér
zwak is ., . en het geklok van een Hen , na-
bóotft.
B L A T T A van C O N S T A N T I N O -
P E L E N , Blatta. Byzqntina,. Deze riaam
geeft, men aan, een kraakbeenig Schelpdekzet
of'Sluitfchelp Vatj een langwerpige Schelp ,
waarvan de zclfilandigheit naar Hoorn gc-
lykt:. deze Sluitfchelp vvterd Voprmaals menigvuldig
gébruikt om de lyfmoeder te rooiden.
M'eii hééft hevige gêfchillen onder de
Natuurkundigen zien ontftaan , om te weten
o f de Blatta het SchelpdekzeJ van den
Pürperliborn , o f dat zy.de Ruikende Nagel,
was. Alles w a f wy hier zeggen konnen, is
dat de verfchillende Blattaas,.die'^ wy gezien
hebben, 'Sluitfchelpén van Trompetten waren.
Zie R u ik e n d e N ag e l .
B L A Z E N P Ó Ó T , Thryps... Dit is een
gedacht van Infeft.cn dat het kleinfte is van
allé .dOjSchildvléugélige.' Hun mond beftaat
alleen u it een in. dé lengte lopende ftreep,;
hnnne fprieten Zyn draad'swys; het uiteinde,
vaii'hnnné p öotén, diè ieder twee gewrichten
hebbc.n, zyn met blaasjes b ezet; de twee
eeffte pqoten zyn aan het borftfehild vaftge-
hecht, en de vier andere onder de borft: de
zelfftandigheÏL der fchilden is niet aanmer-
kelyk. De Blazenpooten . leven in de bloe-r
mén én onder de fchorffen der oude boo-
men.
B L I E K , BaUeru's. Deze Vifch is zeer
gelykvormig aan, den Braafiem,. en zeer gemeen
in alle de Meéren van Zweden : hy
Onthoud zich altoos aan de Oevers van het
wa te r ; hier om geeft rtfen hem mede de
naam van Oever- o f Boordvifch. De regen-
boóg yah. zyn Oog is zeer wit. Zyn lichaam
is met zeer kleine fchnbben bedekt, die een
zwartachtige kleur hebben. Hy heeft noch
tanden noch tong, maar de beenen van zy-
ïie kaken zyn hart, eit.zyn gehemelte is vleesachtig.
BL IN