zing , in gedaante , in evenredigheit, en in
getal, verfcheiden zyn. Men vind ’er verfcheide
voorbeelden van , in het eerfte deel
van het Werk van den Heer Adanfim. Men
heeft boomen die natuurlyk eene zoo onmatige
groote hebben , dat men hen als de Ce-
tacei der Planten befchpuwen kan; tot deze
behoren de Baobab en Ceiba : andere ver-
krygen, edoch zeldzaam, een zoo onmatige
uitgebreidheit, gelyk de Eikenboom , de
Taxisboom , dz.Wilgeboom, en verfcheide andere,
dat zy mede Wanfchepzelen onder de
Planten zyn. Eindelyk, men gift dat de
Wanfchepzelen gemeenzamer ondcrde Planten
, als onder de Dieren zyn , om dat deze
laatfte zoo veel wyzen niet bezitten, om zich'
te vermenigvuldigen».
W A R M E B A D E N , Tberma.. Dezen
naam heeft men aan de holen gegeeven,
in welke men laauwe -baden o f water vind,
ft geen natuurlyk heet is. De trappen van'
warmte van deze wateren, zyn niet volftan-
d ig : men heeft ’èr , in welke men eijeren
koken kan, en andere zyn naauwlyks kauw;,
deze verfcheidenheden hangen van den. aart
der vermengingen in deze wateren a f , van
hunne evenredigheden-, en van den afftand
die de wateren in de onderaardfehe goten,
doorlopen moeten : dit geeft mede reden
waarom het eene minerale water , een meer
o f minder onaangenamen fmaak heeft , o f
meer o f minder- buikzuiverende krachten bezit
als het andere:, zie op het artikel W at
e r .
W A R M T E e n H I T T E . Du»
noemt men eene eigenfchap van het vuur,
waar van de aart tegens de koude overftaat;
men ontdekt de aanwezigheit, en meet den
graat der Warmte ,. door de verdunning o f
uitzetting der lucht , o f door die van eenig
vocht, ft geen in een Thermometer.bëfto-
ten is.
, D e verfcheidenheit der warmte, van de
verfchillende luchtftreeken der aarde , en
de verfchillende jaargetyden ,. hangt voor.
een groot gedeelte van den aart der grond,
van de plaatzing ,. en de verfchillende hoeken
a f , met welke de zonneftralen op het
oppervlak van de aarde vallen. De Bergen
die de Zon een holle.zyde aanbieden , doen
zomtyds bet,uitwerksel van een Brandfpie-
^1 op de vlakte , die aan hunnen voet is..
De. wolken , die. holle of.bolle de.elen.heh»-
ben, brengen zomtyds het zelfde uitwerkzel.'
door de terugkaatzing o f ftraalbreeking voort.
Men weet dat eene fteenachdge , zandachtige,
o f met kryt vervulde grond, het grooc-
fte gedeelte der luchtftralen te rug kaatft
en weder in de lucht brengt .; waar tegen'
een vette , zwarte en veenachtigen grond.,,
het grootfte gedeelte der luchtftralen , inzw
e lg t; en ’er alleen zeer weinig,, te rug
kaatft : dit is oorzaak , dat ’er de wgrmte
lang in bewaart word. Zie K oude en
V UUR.
De Natuuronderzoekers houden gewone-
lyk ftaande , dat de warmte vermeerdert naar
mate dat men het middelpunt van .de Aarde
nadert; maar dit is niet naauwkeurig waar.
Wanneer men de Mynen o f andere Putten
delft, zoo bevind men, darmen op eenige-
ringên afftand van liet oppervlak van'de Aarde
, reeds koelte begint gewaar te worden
een weinig;' lager vermeerdert z y ; en wanneer
men zoo diep is doorgedrongen tot de-:
plaats, alwaar de zonneftralen hunne warmte
niet verfpreiden konnen,.bevrie.ft het water
, o f blyft in Ys verandert :.het is deze-
ondervinding die de Yskelders beeft dogn.
uitdenken, enz. Maar wanneer men r.oeh
lager koomt: te .weeten, beneden de veertig:
o f vyftig voeten „ begint men warmte te gevoelen,
zelfs tot dien trap ,. dat het Ys
fmelt•, en hoe dieper men verder delft, hoe
meer de warmte vermeerdert,, tot dat eindelyk
de ademhaling moeijelyk word , en de
toortzen uitgaan- Zou. dit laatfte verfchyn-
zel niet door de zamengepakcheic der lucht.,,
o f doofde ftilftaande en verflikkende dampen
veroorzaakt worden?;
Wanneer men in tegendeel op hooge Ber-
gen klimt, zelfs-in de heetfte luchtftreeken,
is de lucht , op een. zekere hoogte, koud „
en doordringende.. Men fqhryft dit uitwerk-
zel aan. de fynheit der lucht to e,wier deelen-
te verre van elkanderen op eene zop aan-
merkelyke hoogte verwydert zyn , om eene
genoegzame hoeveelheit van zonneftralen,.
te rug te kaatzen.
W A S C H B O 0 M , Gale. De Wafeh-
boom groeit ter hoogte van onzekleine Kars-
feboomen : hy heeft de geftalte van de Myr-
thus, en zyne bladeren hebben ten naaften
by dezclven reuk. Zyne vruchten zyn zoo
groot als een Korianderzaad, en hebben een.
gj-aauw afchverwige kleur.
De haiftachtigc Wafch met welke.de noten;
ten van zyne vruchten bedekt zyn , is droog;
zy heeft eene zoeten fpeceryachtigen reuk,
die vry aangenaam is. Verfcheide Lieden
in Louifiana , hebben van de wilde Slaven
uit Karolina verftaan , dat men ’er geen'an-
dere kaarffen brand, dan. die van deze wafch
gemaakt worden. Een van deze boompjes,
die wel met vruchten beladen is , geeft, uit
zes ponden zaden , en een pond vruchten,
vier oneen wafch uit. Zie G a g e l .
W A T E R . ( Byvoegz. ) Bladzyde 800.
Ifte kolom , reg, 10. Van Helmont zecht,
en het is thans een algemeene bekende zaak,
dat het zuiverfte water, waar van men onze
Schepen voorziet, onder de evenachelyn ,
een wezentlyke verrotting ondergaat ; dat
het eerft rosachtig , vervolgens groenachtig
, en eindelyk rood word : dat het in dezen
laatften trap van verderving, een on-
draaglyken flank van zich ge e ft, en dat het
zich vervolgens in weinig, dager. , van zich
zelven herftelt.
Bladz. 801, ïfte kolom, regel 2. De Heer
Leutmann zeoht , dac wanneer men het Putwater
door een graauw papier doorzygt, en
dit water vervolgens laat giften o f verrotten,
en het op nieuw filtreert , het veel zuiverder
zyn zal dan o f men het gediftilleert
had-
Idem ., 2dè kolom, reg. 17. van onder. Men
moet zich verwonderen , dat de beroemde
Ho f f ma nn, dekalkachtige wateren van Carls-
bad , voor een ■ fteenbrekent middel aangezien
heeft: de Geneesbeeren moeten dit be-
fkchten. Wat de ftroomende wateren betreft
, welke zandachtige deelen bevatten,
zy zyn fchadelyk voor de Papiermakeryen,
'want zy doen het papier in.de vouwen barsten*
Bladz... 802', ïfte kolom ^ regel 18. Men
arbeid in het Lionneefche , in Ierland , in
Höngaryen , en zelfs in Penfilvaniën , aan
de cementatiën der koperachtige waters-; in
het laatfte Landfchap , heeft men onlangs
wateren ontdekt , die zeer ryk van koper
zyn: de evenredigheit van blaauw Vitriool,
’ c geen zy ontbonden houden , is drie en
een half lood in een p in t; en de Brongeeft
van zeven tot acht hondert oxhpofden, van
dit cimenrale w a t e r in de vier en twintig
uuren uic*.
Bladzyde 803 , ïfte kolom, regel 6. Een
gewichtige waarneeming , die men aan den
lie er Monnet , verfchuldigd is , leerd ons,
dat alle onze koude yzerachtige Minerale
Wateren, het zuiverfte Y z e r , door zich
zelven, in een ftaat van wezentlyke ontbin-.
ding houden, en zonder eenig ander tufïchen-
kornenc middel, als het water zelfs, dat deze
onrbindig , die koud gedaan is , langzamerhand
een purperkleur aanneemt, die
meer o f min donker'is , volgens de hoeveelheit
van metaal , ’ t geen ’er zich alsdan
in bevind. Wanneer deze Minerale Wateren
eenigen trap van warmte , ’t zy door de
Konft, ’ t zy door de Natuur ondergaan ;
zoo worden zy aanflonds troebel , en hun
yzer zinkt naar den grond. De warme wateren
, dat is te zeggen de minerale, ontbinden
noch konnen geen yzer bevatten , dan
door de tufïchenkomft van de Vitriool.
Idem, reg. n . van onder. De wateren die
met vreemde lichamen vermengt zyn , welke
zy toevallig niet zich voeren , verfchrik-
ken het gemeene Volk , ’ c geen waant'', dat
het bloed , melk , in k t, enz. ziet ftromen.
Men begrype lichtelyk , dat in dezen ftaat
van ontroering, die zich door de geeften
verfpreid, niets zich dan onder de verfchrik-
kelyke denkbeelden vertoonen moet, en
een. niets helpt de verbeeldingskracht om de
buitenfporigfle harfTenfchimmen, wezen tl yk
te doen fchynen*.
Bladz. 804, 2de kolom, reg. 8. van onder,.
Het water is een fcheikundig werktuig , ’ c
geen tot een fcheivocht dient, en waar van
het-gebruik zeer uitgebreid/is; het heeftdui-?
zend huishoudelyke gebruiken ; het dient
om ons lynwaat te wafTchen , onze ftoffen
te reinigen , ons vleefeh-foepen, geleyen,
fyropen , en aangename dranken te bereiden
het verfchafc ons verfcheide geneesmiddelen
onder een gemakkelyke en heilzame
vorm; tót een warmte van drie en twin-
tig-of v ierentw intig graden gebracht-zyn-
de, is het zeer nuttig tot gebruik der baden,
waar van de uitwerkzelen zyn , dat zy de
onreinheden afwaffehen die de poriën van
de huit verfloppen , de uitwaafTeming beletten,
enz.
W A T E R B A K , R e g e n b a k . Dezen
naam geeft men aan een onderaardfehe bewaarplaats
, die zomtyds door de Natuur T.
G g g 3, maar