%o ANDIRA-G: AN D R : ANEM: ANG.
A N D I R A - G U A G H Ü , o f G eh
o o r n d e V l e d e rmu i s , QByvoegz.)
Hare vleugelen zyn afchverwig en-een half
voet lan g , hare ooren breed , en hare tanden
w i t ; z y heeft v y f vingeren aan de poo-
ten , die met kromme nagelen gewapent zyn.
Zie V l e d e rm u i s .
A N D R O S A C E , Androface. Dit is
een plant die een groot getal wolachtige ftee-
len uitfchiet, die een en een half voet hoog
zyn , en wier toppen zich in zes o f zeven
fcheutjes verdeden die zonnefchermswys ge-
fcb.ikt zyn ; hare bladeren zyn vry groot ,
zenuwachtig en getand ;.hare bloem is klein,
w ie , en in v y f Hukken ingefneden. Op de
bloemen volgen kleine vruchten, die de
grootte van Erweten hebben, en met kleine
roodachtige zaden vervult zyn. Deze Plant
is een krachtig afzettent middel,
A N E M O N E . C Byvoegz.J Uit het
midden der bloem verheftzich een ftamper,
die in ’ t vervolg een langwerpige vrucht
word,.aan wiens as verfcheide zaden vaftge-
hecht zyn , ; die ieder gewonelyk door een
katoenachtig kapje omv-angen worden.
Men kan, wanneer men zulks begeert,
een aangenaam en op elkanderen volgende
reeks van Anemonen, gedurende het gehée-
le jaar hebben ; hier toe is genoeg , dat men
’ er gedurende de verfchilleride maanden van
de Lente-plant, en telkens nieuwe , gedurende
den-Zomer en HerSfl, te zien vobrt-
komen. Men kan de Anemonen met meer
zekerheit van bóllen , dan van zaden aankweken
; zy vorderen een ligte aarde, ge-
lykvormig aan die der Jonquilles en Tulpen:
z y willen alleen geplant z y n , en weinig water
hebben.
A N G E L , ' Aculeus. Dus noemt men
een gedeelte van het lichaam van verfcheide
Infeéten. De Bye , by voorbeeld , heeft
een angel die aan het achtérfte gedeelte van
haar lichaam geplaatftis, en haar dient om
te Heken.: zie op de woorden B y e , I n s e c t
e n , enz. Men-geeft zonïtyds de naam
van Angels aan de Hekels der Egels , Stekelvarkens
, aan de punten der Zee-Egels , en
aan de- beenacbtigè en fcherpe deden; die
in de vinnen en op andere deelen van het
lichaam van het grootfte gedeelte der Vis-
feben geplaatft zyn. Zie deze woorden,
A N G E L IK A . A N G O L A . ANHIMA.
A N G E L I K A . QByvóegz.) Haarwortel
gedroogt zyrnie is zeer fpeceryachtig;
maar hier toe moet men hem in den Winter
uirdelven ; hy is aan vermolming onderhevig.
De Heer Linnieus zecht dat de Inwoon-
ders van Lapland ert Ysland , zich met de
groene fteelen van deze Plant voeden , zonder
’ er eenig nadeel door te lyden.
Men vind te Para een zeer gemeene Boom,
die mede de naam van Angelika draagt: zyn
hout is graauwachti'g en vezelachtig ; men
bedient ’er zich in Guajana van om Kanoes
te vervaardigen.
A N G O L A . Men .geeft deze naam aan
de Katten die uit Angola komen, Z y zyn
grooter en dikker als de onze ; haar Haart
is mede veel langer; haar haff'is getygert,
en lang en zagt in ’ t aanraken. Men ziet een
groot getal van deze Katten in Parys.
A N H IM A . Aquila aquatica cornuta.
Dit is een Braziljaanfche Water- en Roofvogel;
hy is grooter als de Zwaan; zynkop
heeft de grootte van die van eén Haay ; zyn
bek is zwart en gekromt ; zyne öogen: zyn
goudkleurig , en de regenboog en de oogappel
zw a r t;. op de kruin van zyn k o p , is een
hoorn geplaatft , die de dikte van eert groo-
te Vióol-fnaar heeft, hy is ‘twee duimen
lang, gekromt,: rond, w it, en metvèderen
be ze t; de hals is v y f duimen lang , Eet lichaam
een en een halve v o e t , de vleugelen
zyn gróót en met verfchillende kleuren ver-
fiert, de Haart is tien vingerbreedtens lang,
en heeft de breedte van die van een Gans,
en zyne pooten hebben vier vingeren-, die
met nagelen gewapent zyn ; de Hem van dezen
Vogel is zwaar , en zyn gefchreeuw
brengt de woorden vihu, vibu , uit. Hét
mannetje is veel grootter als zyn wy fje ; en
bemint het zeer driftig; hy vliegt zeldzaam
zonder zyn egauit; en wanneer deze Herfft,
zoo overleeft hy haar zeldzaam. Hy maakt
zyn neH van Slyk in de Hammen der hoornen
en in de aarde , en geeft hem de gedaante
van een Oven. Men fchat zyn hoorn
nuttig om het vergift te wederHaan. Le-
mery.
A N H I N G A , Dit is de V o g e l, die ;
volgens Marcgrave , Tupinambis , genoemt
word: zie dit woord,
AN IN -
A N I N G A IB A. Dit is een Braziljaanfche
Boom die in het water' g ro e it, en zich
ter hoogte van zes voeten verheft; zyn Ham
is knobbelachtig en graauwachtig; zyne toppen
zyn met breede en dikke .bladeren bezet:
uit den fchoot der bladeren , komen holle
bloemen voort. -De Inwoonders- van dat
Lan d, trekken uit deszelfs bolachtige wortel
, een Olie dóór üitperiEng-, die tóen in
plaats van die van de Waterplompen en
Kapperboom gebruikt ; men bedient, ’ er zich
van tegeiis de fmerten der jicht.
A N N U S . Deze naam geeft men aan
een Peruviaanfche wortel, die de lengte en
dikte van een duim heeft, zyn finaak ïs zeer
bitter, en zyne kleur bruinachtig hy geeft
èen 'kwade reuk van zich wanneer men hem
brand: de Indianen eeten hem gekookt zyn-
de , en geloóvên , dat hy onvermogent o f
onvruchtbaar maakt. Zie daar alles wat wy
van dezen wortel weeten ,die zeer zeldzaam
in Europa is.
A N R A M A T I Q U E , Dit is een zeer
zonderlinge Plant van Madagaskar : zy is de
Bandura van éenige; Schryvc-rs. Hare bladeren
die aan het uiteinde, een Vaas.verbeelden
die met haar dekzel gefloten is ., bevatten
een groote hoevéelheit water. De
bladeren van de Saracena van Kandia bevatten
dit mede’.
A N T A C E E S . De Vifchkundige noemen
dus de groote Viffchen, wier fnoet lang
en fpits , en wier muil , gro o t, en rond
aan hét onderfle gedeelte is : zy behoo-
ren tot het geflacht der Steuren : zie
S t e u r .
A N T IM O N I E . Antimonium, i By-
voegA.J Men beeft: tot hier toe geen natuur-
lyke Regulus van Antimonie ontdekt , dan
alleen in de myn van Sala in Zweden : zie
de Memorïèn van de Akademie der Weien-
febappen van Parys, voor het 'Jaar 1748. De
Aimat der Arabieren , is de gefmölte Anti-
monie.
De fchoonfté Antimonie is die gene , die
de langHe en glansrykHe- naalden heeft. Dit
halfmetaal word in het vuur geheel v lu g , eri
deelt, gelyk de Zinck, deze eigenfehap aan
het grootfte gedeelte der andere metaalachr.
tige zelfftandigheden mede ; hóe meer Zwavel
het bev at, hoe gemakkelyker het zich
laat fmelten; het rookt alsdan, en verandert
ineen G la s , ’t geen een hyacimkleur heeft,
de Heer Huxham , eén beroemt Engelfchs
Geneesheer , heeft Onlangs aan het Koning-
lyk Genoodfcbap van Londen , een Memorie
over den Antimonie gegeven. In deze
Waarnemingen , Jdie door deze doorluchtige
Maatfchappy,' waar van hy Medelid is , ge-,
kroont zyn , vind men den aart van den Antimonie,
en zyne uitwerkzelen in het Mens-
chelyke lichaam, ontzwagtelt.
A l^ T H R O P O L I T E S . -Men geeft
dezen naatnaan de deelen van het'Menfche-
lyk lichaam, welke verfteent zyn.'
A N Y S . ( Byvoegz. ) De wortel van deze'Plant
is dun , vezelachtig, w it, en köömt
’s jaarlyks óp nienw voort.
Het Anyszaad , bekleed den e erft en rang
ondbr de vier verwarmende Zaden'; welke
het Anyszaad, Venkelzaad, IComynzaad, éii
Karwcyzaad, zyn. Men beköomt door uit-
perfling en overlialihg, een Olie '"uit het
Anyszaad , die zeer ligtelyk ftremt ; hy is
‘ zoo doordringept , dat men zyn reuk.in de
melk der Vrouwen ontdekt -,- na dat zy ’er
gebruik van gemaakt hebben. Het gefuiker-
de AnSyszaad, -verfchaft de Minnen een overvloed
van melk.
De C hine e s 'che A nys , -o f1 -Za ad
v a k B a d i a n a , Anifum Indicumpclldtumj.
Badian diltum. QByvoegz. en verbet. ') - D it
is ae vrucht'van een Boom die in Taharyen,
China’, 'en op de Philippynfche Eilanden,
groeit. . Deze Boom is dik , takryk, en
fchiet ter- hoogte van- .twaalf voeten , en
hóoger op. Zyn .hout heeft’ een reuk even;
als Anyszaad; uit zyne takken fcbïeien gebladerde
ribben u i t , ’ die met e l f , dertien ,
o f vyfeien, beurtelingsftaande , ’ fpieze , 'een
en een half duim breede , en . meer als een
palm lange bladeren bezet zyn. Zyne bloemen,
zyn troswys , en.fchyrien een verzameling
van verfcheide witte katjes ; op dezer
bloemen volgen vruchten , waar van da gedaante
naar een Scargelykt , zy bdftaan uit
zes, zeven, en negen zaadhuisjes, die eén
driehoekige gedaante hebben , en aan een
gemeen middelpunt, by wyze van een draal
vaftgéhécht'zyn. Deze zaadhuisjes hebben
tw.ë'e fchorfén , èen uitwendige’ die rauw,
en dónker van kleur i s ; en eén inwendige ,
die 'byaa beehachfigj, -glad eri bürikeiidé'is;