waar de grond onder het'water duikt om de
holligheit.van de Kom dér Zee te vormen :
wanneer men in têgendèel van de Oevers der
Zee , naar het middelpunt der Landen opg
a at, zoo vind men dat de grond zich tot
zekere hoogtens ophefc, die boven alle de
omleggende vlaktensmitRéken :en déze hoogtens
zyn de verdeelpunten , waar van in het
artikel Rivieren óp het woord F o n t e i n ,
melding gemaakt wordt- Wanneer men de
diepte der Zee p eilt, zoo ontdekt men dat
zy; toeneemt, hoe verder men zich van de
ftranden verwydert, indiervoegen , dat den
bodem der Zee , door een merkbare ophef-
fing-, de Rotzen, Eilanden en Banken voort-
brengt, die zich boven het oppervlak van
haar: water verheffen : door dezelve nafpo-
ring, ontdekt men, dat de groote uitgeRrekt-
heitvande-Kom der Zee , ongelykheden aanbied
, welke met die-yan het valte land overeenkomen
; zy heeft hare Yalyen en Bergen:
men merkt noch verder o p, dat de richting:
der Rivieren in haren geheeleh loop,
naar de gedaante der Bergen en Valyen ge-
▼ ormt is , door welke zy flrqomen ; einde-
ly k , wanneer men de Oevers van de Ooffi-
Z e e ., de M-iddelandfche-Zee , - de Zwarte-
Z e e , de yerfchillende L'andRreeken die door
deze Zeëh bepaalt worden , en de Eilanden
Van den Archipel befchouwt,- zoo zal men
neigen om te gelooven , dat deze plaatzen,
en byzonder die van de Middelandfche-Zëe,
yoormaals èen vaR land gewceft zyn , waar
in den Oceaan ingébroken is , en de landen
ingezwolgen h e e ft, die Spanje van Afrika
icheiden.
_ Rla'dz. c l . ïfie kolom. Z o o ’ er in deze op-
Ipfling noch eenige Natuurkundige zwarigheden
overig blyven , zoo moeten de. eeuwen
, tyden , en uitbreiding van onze kundigheden,
dezelve verklaren : de Natuur is
groot boek, dat in een taal bevat is die
alle Menfchen verRaan konnen , en in letteren
befchreven is die kenbaar voor een ieder
z y n , die ’ er in lezen wil.
A A R D E D I E IN G L A S O V E R G
A A T , Terra vitrefcens. De Heer Dar-
_cet, Leeraar en Regent van. de Medicyn-
fche Faculteit vanParys, heeft een achtereenvolgende
nafporing over den aart der
Aarden en Steenen gedaan. Uit zyne waarnemingen
die ih de Akademie der Wetenfchap-
pen van Parys voorgelezen zyn , blykt dat
het grootfte gedeelte der lichamen die als
Onveranderlyk, weerfpannig, en niet fmelt-
baar door zich zelvén béfchouwt zyn , naauw-
keurig en zonder' byvoegzél , in glas over-
gaan, gelyk de PlaaRerReen , de Selenites,
de Steen van Boulogne , de 'marmerachtige
Kalkiteen , de.kalkachtige Stalaffiten , de
rootten van Spath s de Mergels , de gekleurde
Kleiaarden , de Tripel , het finançons
Kryt^ het Moskoviefch G la s , d eL e y en ,
het Spatachtig Zand , het Granit, de Zeilr
e en , de'PuimRéeh en de Lavaas. Alleen
heeft het Rotskriftal , de Silex , het Nihil
album minerale , de Quartz , de Turkfche
Olieïteen, de KeLvan Alençon, en alle de
Keyen in ’ talgemeen, geen verandering ondergaan
, fchoon zy voor het uiterfte geweld
van een door konft gemaakt vuur , blöotvei.
ftelt waren. W y hebben met de uicerlïé
Opléttenheit de Proefnemingen , van den Beer
Darcet, gelezen en herlezen j' z y zyn van
zeer veel aanbelang, en géven , met groot
vermaak ,. de verdiende lo f aan dezen Heer.
W y Remmen to e , * tt de rangfehikking, die
tot heden toe door Natuuronderzoekers en
Scheikundigen aangenomen is , wanneer men
naauwkeurig fpreekt, zeer gebrekkig is ; dus.
heeft men maar alleen twee foortén van aarde
, de Onveranderlyke en-die -géne die ih
Glas overgaat : het zou alleen te wënfehen
zyn, dat men een middel vond Om uitwendig
te konnen onderfeheiden , welke fmeltbaar
z y , zonder dat men zyneh toevlucht behoefden
te nemen , tot hét vermogen van
een vuur , ’ t geen zomtyds zeer aanmerke-
ly k , kofibaar, én laRig is ; voor ’t overige
het fchynt dat de Steenen die onfmelcbaar'
zyn , byna alle vuurgévent z y n , .dat is te'
zeggen , dat z y vuur uitgeven wanneer zy
door het Raai géilagen worden; deze Steenen
móeten hard en vry gelykflachtig zyn.
Wat de Aardens betieft dieonfmeltbaar fchy-
nen , men heeft ’er zeer weinig : zy moéten'
zeer wit', on vermengt, en zonder zelfRan-
digheit zyn. Voegt by deze'verkregen kun-
digheit, de gewoonte om te zeggen, alle de
verkalkbare Reenen, die in het vuur, gelyk
de PlaaRerReenen in flo f veranderen, o f die
met de zure vochten opbruiffe, gelyk de kalk'
van Marmer, o f die in het vuur zeer verharden,
gelyk de kleiaardachtige Zelfflandig-
heden, o f die hard , vuurgevent, maar éven
als het Granit zatnéngefielcen vereenigczyn,
de foorten van Porphyr, de PoddingRee-
nèn, enz. alle deze vier groote orders van
fleenen die hunne zeer onderfchéidbare GeflachilaChten’
en foorteü hebben, maken de Klas-
fe der fmeltbare Steenen uit, Gy zult alsdan
het tafreel van een nieuwe ver'deeling hebben:
hetiis zelfs-deze die wy om' eenige by-
zoudere.redenen, zeden drie jaren vooreen
gedèeltel in onze Steenkundi'gè Leffen V aangenomen
hebben. Djt ftcltzel, ,’ t geen door
de■ proefnemingen van den Heer Darcèt,
■ verRerkc is,, zal in onze BeginJekn der 'Na-
tuurlfke Hiftorie, VoorgeRelc worden, 'welk
Werk wy eerlang zullen uitgeven.
, A A R D E , v a n C IM O L U S , Cimolea.
( Byvoegz. ) Dit is een Bolus Aarde.' De
Inwoondërs van den Archipel , gebruiken
die gene, die geen kleur heeft, om' hetlyn-
waat.en Roffe te’ reinigen, De Aarde ;van
Cimolus der Arbeidslieden, is de Slyp. Zie
dit woord.
A A R D E v an M A S Q U IQ U I . Onder
deze naam.brengt men ons uit-de Levanc
een bereiding van de Kachaii dié zeer wryf-
baar is : zie K a c h a u . Zomtyds1 -is de
S/lasquiqüi niets anders als een meelachtigè
aarde, een Gubracbtig mergel dat de Afgön-
quynen op de toppen der Bergen vergaderen:
z y kneden deze zelfïtandighek met water ,
en geven haar de-vorm onder welke wy haar
ontvangen-
A A R D P I S T A S S E N . (Verbetering').
Deze P lan t, die de Tnchi der Peruvianen ,
de Mani der Spanjaarden , en de Araquidna
der Kruidkundigen fchynt te zyn , groeit in
Brazil : zy is zomtyds kruipende , en zomtyds
verheft zy zich ter hoogte van een en
een half voet; Haren vierkantachtigén Reel,
die rosachtig groen en wollig is , brengt
Reeltjes voort die vier rondachtige blaadjes
onderReuhen , die roede wolachtig , groenachtig
aan de boven-, en witachtig aan de on-
d.crzyde zyn. De bloemen, die uit den fchoot
der bladeren- voortkomen , zyn g e e l, peuls-
w y s, en met rood geboort. Wanneer dé bladeren
afgevallen zyn , fchynt de Ramper in de
aarde terugtekeèren, en ’er koomt een knobbelachtige
afchverwige peul in , die rood,
bochtig, zöo dik als een vinger,, en mét v e zelen
doorvlochten is , die uit de wortel
fchie t, zy bevat twee o f drie roudachtige
zaden; deze zyn roodachtig, zoo groot als
Nooten en hebben dezelve fmaak; hun
vleefch is w i t , en men eet hen gebraden by
het nagerecht , maar zy zyn zeer verhittendeen
wekken tot de liefde op. Mén trekt ’ er
een Zoete en verzachtende Olie u i t , deze
vrucht raauw gegeten zynde verwekt hooftt-
pyn. De Indianen van. Peru koken haar met
Honing en bereiden ’ er koeken van, die een
vry aangename fmaak hebben. De Aard-
piRaffen gröèijen mede in Oofl-Indiën.
A A V O R A - . Dit is de vrucht van een
groot foort van Palmboom die in Amerika
en Afrika groeit. De Aavora heeft de groote
van een H o e n d e r - e ie n is met verfchei-
de andere in een groote Peul beyat» Het
vleefch van déze vrucht bevat eCn harde
N o o t , die de grootte van die der Peizikken
heeft, zy heeft aan de zy'dén' drie openingeri,
eh twee kleindere-naby elkanderen. Z y bevat
een witte en zeer zamentrèkkende A -
mandel, dié zeer nuttig is oin den buikloop
te Roppen. .
A B A D A 0>f B A D A , Dus noemen
verfehëide Reizigers !éen woeR viervoetig
Dier k geen zich op de Zuidelyke KuR' van
Bengale .onthoud. D it Dier , ’ t' geèh omtrent
zoo groot als een veulen van twéé jaren
is , heeft een Raart als die van een O s ,
pooten als een H a r t, zy. zyn gefpleten en
veel dikker , en. een kop als - een Paard ,
maar hy is veel platachtigerkor ter en met
veel dikker en wreedèr manen bezet, Hy is
behalven d it, mee twee hoornen gëwapent,
waar van den ëenen op het voorhoofde ge-
plaatR, niet zeer dik , drie o f vier voeten
lang, glad , fpits, recht in de jeugd van hef:
D ie r , en 'voorwaarts gekromt isw a n n e e r
het oud word; de andere hoorn is veel platter
en kotter , Zwartachtig ,- - én in den nek
geplaatR. De Negers zéggen,' dat de slba-
da zeer vlug in ’t.loopen is ; zy dooden dit
Dier om zyne hoornen ,. die zy als eert^y-
zonder geneesmiddel tegens alle foóften van
vergift befchouwen : men giR dat dit ïndi-
aanfeh Dier , het wyfj'e van den Rhinoceros:
is. Zie dit woordv
A B A N G A . De Inwoondërs van het
Eiland St. Thomas , geeven deze naam aan
de vrucht van hunnen Palmboom: deze vrucht
heeft de grootte van één Citroen , waar mede
z y behalven dit veel overeenkomt beeft-
C. Baubiti zecht, dat de Eilanders ’cr hunne-
zieken dagelyks twee o f drie' kernen Van
ingeven , wanneer zy een borflzuivérent
middel nodig hebben- Zie P a lmboom.
_ A B -
(* ) De Drukkers dezes, zullen ook dat Werk. op het' tegénswoordige laten volgen»