s;3 ‘ OLYPIIANT.
de Landen , geoeffent;- en volgens de vermogens
en bekwaamheden van die genen, die
hen.beoorlogen ; want in plaats van muuren
tg bouwen en terraflen te vormen , gelyk de
Aziatifche Koningen , o f omtuiningen van
palifladen op te richten, en wyduitgéftfekte
parken te vormen, vergenoegen de:arme N egers
zich om vry diepe kuilen in hetvoetpad
van deze Dieren te delven, waar uit zy niet
komen konnen wanneer z y ’ er eenmaal in
gevallen zyn.
Om liet grootfte getal wilde. Olyphanten
in een wyduitgeftrekt park te lokken , doet
de Koning van Siam, hen hier in , door middel
van . een w y f je koomen , ’ t geen men
doet fchreeuwen ;■ dé mannetj'es beantwoorden
dit gefchreeuw door een vervaarlyk gehuil
, en naderen aanitonds de wyfjës en
volgen haar.
Men leid de.wilde,Olyphanten dus ieder
afzonderlyk in een foort van ko o i, alwaar
men hen aan een dikke pylaar vafthechtr, dié
even als een kaapitand van een fchip, omdraait
: men laat hen hier.,' omhen tyd te geven
van hunne woede te doen bedaren: zy
maken alsdan een vervaarlyk gefchreeuw ,
en wenden yzelyke pogingen aan cm zich
te ontflaan , maar echter vruchteloos : men
tracht hen alsdan tot bedaren te brengen en
hen zagtaardig te maken, met hen emmeren
water op het lichaam te Horten , en olie op
de ooren te gieten.
Een. vierde van een uur van Louvo , heeft
men een foort van Schouwburg , wiens gedaante
een langwerpig vierkant is , hy is met
trapswyzê muren omvangen, op welke zich
de Aanfcbouwers plaatzen ; langs de binne
zyde van deze muren, is een rei dikke palis-
faden geplaatil, welke twee voeten van el-
kanderen in de grond geheit zyn ; men heeft
een groote opening naar de zyde van het
veld : men verricht deze jacht 'verders op
dezelve .wyze als in de wyduitgeftrekte parken
van Siam.
Bladz. 190. ide kol. reg. 13. Het Beenzwart,
is het gebrande Yvolr der winkels'.
Het vloeibare Engelfch zw art, ’t geen zoo
beroemt is , is niets anders dan een foOrt van
in k t , die met poeder van gebrand j'voir bereid
word , men mengt dit in Bier waar in
Arabifcbe Gom , een weinig Kandyfuiker,
en Maagdenwafch ontbonden is : men laat
dit alles met elkanderen gedurende eehige
minuten fmelten en koken ; en men maakt
O N D E R A A R D S C H - V ü U R .
’er de fchoenen en laarflen zwart mede,
welke .alsdan met'een fchoon zwart vernis
bedekt fchynen!
Men is aan den Heer Daubentoh ver»
fcheide zeer gewichtige en wetenswaardige
waarnemingen over den aart van het Tvoor
verfchuldigt: zie Y v o ir .
O N D E R A A R D S O H -V U U R . Het
beftaan van het Onderaardfch-Vuur, is on-
tegenfprekelyk het doet zich in de warme
baden en fonteinen gewaar worden, op welker
oppervlak men vlammen ziet; her openbaart
zich door een menigte warme dampen,
die zich bóven J e brandende Bergen o f
Landftreeken verheffen., welke door alle
de Landen def Wereld veffpreid.zyn : het
Onderaardfch-Vuur word ;Zomtyds door een
toevallige- .opbruiffing van. eenigë vermengingen
voortgebracht, welke in ftaat zyn
om vuur voort te brengen : op andere tyden
word het door zwavelachtige en bitumirtëu-
fe doffen , en door de lucht onderhouden,
die van het eene hol in het andere o vergaat,
enz. De Mynwerkers , die de Metaal-my-
nen be-arbeidën ,. verzekeren':, dat hoe dieper
men in de aarde graaft, hoetfterkei.mêh
een verveelende hitte ge.waar woid , die altoos
toeneemt, naar mate men .diéper in ’de
aarde indringt-, vooral beneden een diepte
van 410 voeten : zié- op hef artikel W ar'm-
t e . Zomtyds openen ,"1 deze te naauw-
befloten vuren , de toppen der Bergen, ert
verfcheuren de ingewanden der aarde, diè
’er een hevige beroering ; door 'ondergaan.
Zomtyds , wanneer ’er de poel onder dfe
Zee van geplaatil is zoo beroert hy ’ei
de wateren in diervoegen van dat de R ivieren
tot een aanmerkelyke hoogte opfty-
gen , overftromingen veroorzaken': het is
waarfchynelyk aan déze oorzaak : dat mén
de Aardbevingen en een gedeelte der be-
klaaglyke overftromingen toefchryven moet,
die verfcheide deelen van Europa , in het
Jaar 1755 , ondergaan hebben ; een jaar, ’t
geen op een treurige wyze in de hlftoriën
berucht zyn zal : zie de artikelen P v tt i-
t e n , A a r d e , A a r d b e v i n g , B r a n -
d e n d e - B e r g e n , V ud r , en B i t u men.
O N I X - A G A A T . Zie Onix.
De Koning van Vrankryk bezit een Ohïr-
A g a a t , vfiens graveering een gedenkteeken
va»
O N S T JE R V EI, V |f -:1I O U :J’. ON WE DER.
van den eerbied en tederheid is', die.de Ro meinen
voor hunne doödem hadden : men
z ie t ’er o p , onder het dak van een boerfcfh
gebouw , en het gene indiervoegeh gev.ormt
i s , als die gene , die men in de kïndsheir
der bouwkunde oprechte, een naakte:vrouw
tcgens oyer e.e.n altaar geplaatil ,: op welke
het gewyde vuur brand. Z y fchynt onledig
met een offerhande aan de helfche Qoden ,
yo.or dat z.y de lykbufqh , die zy. in de handen
he e ft, in liet graf p la a til, en dié met
de affchen van haren man vervult is. Achter
haar is een pylaar geplaatil, die e.e.n vaas
onderileunt:, die met blpem.en vervult is.
Men kan zich nier genoeg. ;over het vernuft
van den Konilenaar .verwOnde.ren:, die.'zich
van de fchynbare onvolmaaktheden van een
Steen heeft weten te bedienen, om de voorwerpen
, die;,hy verbeelden wilde', uit te
drukken. Wat de -fchoene Boom-Agaten
betreft, zy zyn ’t alleen aan de Met-aala.cforige
zelfilandigheden vërfchuldigt, die in de ftoflfe
van de Agaten zelfs, doorgezypelt zyn. Zie
B O O.M s T E,E N E N.
■ Men hekoomt het grootfte gedeelte van
deze Steenen uit Duitfchland , Bohemen ,
enz. Wat de geneeskrachtige eigenfehap-
pen van den Agaat betreft, deze is.alleen,
denkbeeldig.
O N S T E R V E L Y K - H O U T , Coral-
lodeiidron tripbfllum Americtihum., fpinofum,
fiere ruberrimo ; ,Barr, Dit is een boom
van Guajana, die men gemakkelyk door uit-
fpruitzels vermenigvuldigen kan , en uiemun-
tent tot heggen is. A lle de deelen van dezen
Boom zyn maagverfterkent: de Negers
maken ’ e’r gebruik van in water, waar in men
Yzer gekoelt heeft.
O N W E D E R . (Byvoegz.) Dezen naam
geeft men , dan eens aan een geweldige ftorm-
wind op Z e e , dan weder aan een ilortregeD,
die veelcyds met hagel vermengt is , en doorgaans
door een verandering, van den wind,
o f eèn vólkomen ftihe in .de,lucht, ofte een
grootte h itte , o f een-zeer betrokken,lucht
voorgegaan word. Men ziet- alsdan weerlichten,
regenbogen, en men boort veéltyds
den donder loeijen , de wolken worden hevig
beroert, zy naderen elkanderen , verdikken
zich , en veranderen in een oogen-
blik in groote regendroppen , die met fnel-
heit ter nedervallen, Het is zeldzaam dat
279
een Onweder, ft geen van weerlicht en donder
vergezelt is , eenigen tyd aanhoud, zonder
dat ’er zware regens ontdaan. Wanneer
dit foort van ftörtregens . nedervallen ,
.zoo voeren zy doorgaans een menigte van de
doffe mede , dip den blixem veroorzaakt :
dit is de reden waat.om het Onwederfchie-
lyk.er bedaart wanneer het regent, dan wanneer
het droog weder is,
Bladz. 192. ijle kol., reg. 14. De aan-
merkelykfte en verfchrikkelykfte Onweders
•die men in Europa oiidergaan i heeft-, z y n ,
dat van den omtrek van Londen , op den eerden
Mey 1723; dat van-de nabuurfchap van
Regeusburg , den 22 M e y , 1720; dat van
Leicefter in Engeland, den 2 2juny 1724;
dat van Hamburg, den ifte July 1717 ; dat
van Frankfort aandeMain,den 25July 1723;
dat van Nimwegen, den 1 5 JuLy 1 72 5 ; dat
-van Cremona in Italiën, den softe Augufhrs
1720; en dat van Boulogne in Pichrflyen,
ia de maand Augoftus 1722. Zwitzerlanü'is
zeer onderhevig om door onweders'vérniett
te worden : de Inwoondei's zullen langen
tyd-dat gene gedenken , - dat de fchrik door
Zurich , op den 29 Juny 1449 verfpreide ;
en dat van Rothembourg, in het Jaar 1597^
Ygeen den geheelen Obgft vernielde. Gedurende
het yzelyke Onweder ,; ’ t geen de
Inwoonders van Weenen , een geweldigen
fchrik aanjoeg , vielen ’ er Hagelfteenen die
de grootte van. StruysvogelerL-eijeren hadden
, en Menfchen, Beeften, Granen, enz.
verplette. Het 'Onweder', ’ t geen de ftad
Triefte trof in een nacht, van het Jaar, 1719,
was nog veel yerfchrikkelyker; voordat deze
verheveling haren aanvang nam', zach.niefi
een groot getal vlammetjes door den dampkring
zwéven,'welke gelyk vormig aan dwaal-
vuurtjes waren : men hoorde eensklaps ee'n
hevige ukbarfting van den Donder, d ie ,
van Blixem en Hagel vergezelt zyn de , de
geheele Natuur in de nabuurfchap deed beven
, waar in men! huizen vond , die. met gaten
doorboort waren , en de.hoornen ontwortelt
, verbroken , en . verbrand door het
nederftorten van den Hagel; en Donder ;
■ men vond onder anderen drie uuren van
Cartinare , drie verbazende Hagelfteenen,
die de grootte van groote bombem hadden,
en , na dat zy.reeds vooryeën gedeelte ge-
fmolten waren , echter noch zes ponden
woegen. ON