men wil dat de delf bare beenderen, die men
in Rusland en andere Noordfche Landfchap-
p^n vind, tanden van een fchoon Yvoir zyn.
D e Turken en Perflanen maken van dit Yvoor,
9t geen gepolyft kan worden, hechten van
ponjaarden en handgrepen van Sabels* Dit
alles koomt volmaakt met de twee groote
tanden van den Walrus en den Olifant overeen.
Zie deze ivoor den, en dat van D e l f -
b a a r Y v o i r .
B E I D E L S A R * Dit is een foort van
Apocynum o f Asclepias waar van men me*
nigvuldig gebruik in Afrika maakt, zoo wel
tegens . de koorts, als tegens de beten der
vergiftige Dieren. De Negers brengen de
fchors van haaren wortel tot poeder , en
vermengen het met het poeder van de kooien
van den zelfden wortel: dit mengzel is
.een uit-muntent brandmiddel dat de fchorft-
achtige en pokachtige knobbels a f knaagt. Zie
A po c yn ium .
B E N G A A L S C H E B O O N , Faba
Bengalenfis. Dit is een buitelandfche vrucht
die men zomtyds onder de Geele Myrobo-
lanen vind, die men uit de Ooft-Indiën be-
koomt. Z y gelykt naar een zamengepakt,
gerimpelt, rond, platachtig ,• hol en navel-
wys uitwafch , ’t geen omtrent een duim
breed, uitwendig bruin,en inwendig zwartachtig
is , het heeft een zamentrekkende en
bloedftempende fmaak, en geen reuk. Men
gift dat de Bengaal fiche Boon de Geele My-
robolan zelfs is , die door het fteken v n een
Infeét gekwetft zynde, hier door een wan-
fchapen gedaante verkregen- heeft. Zie M y-
R O BOLANEN.
B E O R I . ( B y v o e g z De Spanjaarden
van Peru zeggen, dat dit het grootfte Dier
van Zuid Amerika is -; zy noemen het Dan-
ta: de Portugezen van Para geven het de
naam van Ante. > Dit Dier is veel dikker,
en zoo ftheutig niet als het' Hert en de
Eland ; het is zeer fterk en vlug in het loo-
pen, en maakt zich een doorgang door de
dichtfte boflchen. De Heer de la Condami-
ne zecht in zyne Reis naar Zuid- Amerika
C Memori'èn van de Akademie der Weten-
fichappen van Parys , voor het jaar 1745.)
dat men de Danfa in Peru niet vind, dan
op eenige bofchryke plaatzen van de Oofte-
lykeCordilleras; maar.dat dit Dier niet zeldzaam
in de boflchen langs de. Rivier der
. Amazonen is , noch mede in die van Gua-
yana. Deszelfs naam is Vagra in het Fe-
ruviaanfch'; Tapyra in het Braziliaanfch ,
en Maypouri in de taal van Galibi op de
Kuften van Guayana.
B E R G . (Byvoegz.') Men geeft de naam
van Berg aan een zeer aanmerkelyke aard-
hoogte: men geeft mede deze naam aan een
keten Bergen, gelyk men een keten Bergen
in Afrika de naam van den Berg Atlas
geeft; die van den Berg Caucafius, aan een
keten die boven Colchos begint, en aan de
Kaspifche Zee eindigt ; die van het Pyrenee-
fiche Gebergte, aan de keten Bergen »die
Vrankryk van Spanje fcheid , en die van
het Apenynfiche Gebergte aan die gene die
doqr geheel Italiën loopt.
De Bergen die een keten vormen, kon-
nen als oude befchouwt worden :*men wil
dat men ’ er noch Schelpen, noch andere
met werktuigen begaafde lichamen der Zee
in vind; en welke nafporingen w y ook op
de toppen der Alpen hebben gedaan, met
’er in de grond te doen delven , zoo hebben
w y ’er echter geen konnen ontdekken,
maar veel.ketenen roezen, keifteenen , èn
ertzgroeven: zie mede de befchryving van
den Yzerberg van Taberg in Zweeden, op
het artikel Y z e r .
Bladz. iö i . ifie kolom, reg. <23. Men heeft
opgemerkt, dat wanneer twee o f meer Bergen
evenwydig voortloopen, de hoekachtige
uitftekken die zy vormen, aan de inwy-
kende hoeken beantwoorden; en deze hoeken
zyn veel merkbaarder en fcherper' in
de diepe en zamèngedronge valeyen. Het
is mede nuttig dat men aanmerke , dat de
Bergen die hoofdketenen uitmaken, zich aan'
een hechten, zich vereenigen, en zoo wel
door hunne voornaamfte ftammen als door
.hunne zytakken , het oppervlak der Landen
omvatten. De Bergen die eigentlyk de hoofd-
ftammen en het voornaamfte punt van ver-
hevenheit en verdeeling z y n , yertoonen
klompen die zeer aanmerkelyk om hunne
hoogte, en om hunne uitgebreidheit o f aan-
hooging zyn ; zy beflaan o f doorlopen ge-
wonelyk het middelpunt der Landen : die
van minder hoogte komen uit deze hoofd-
ketenen voort, zy verminderen onmerkbaar
naar mate z y zich van hunnen ftam ver-
wyderen, en verdwynen eindelyk o f op de
Zee-Kuften o f in de vlaktens. Andere bly-
ven noch langs dén oever der Zee. in wezen.
'zen.- De hoogfte. bergen , en het grootfte
getal' Eilanden , zyn tuflchen o f naby de
Keerkringen en in het midden der gematigde
Euchtftreken j waar tegen de laagfte zich
■ naar by de Poolen bevinden ; de hoogfte
Bergen zyn eigentlyk niets anders dan pieken
o f .kegels die uit levendige rots, zand-
fteen o f glasachtige ftoffe te zamengeftelt
zyn; die gene wier toppen plat zyn , bevatten
marmer , delfbare lichamen , en kalk-
fteenen. De heuvelen wier lichaam uit zand-
fteen beftaat, vertoonen alomme onregelmatige
punten die afgebroken beddingen en
een verzameling van puinhopen aanduiden:
die gene dië uit kalkachtige zelfftandigheden
zamengeftelt z yn , hebben éen ronder en veel
regelmatiger, gedaante,
Bladz. lo i . 1fte kolom, reg. 3, van ond.
Men heeft Bergen die een ongemeene hoogte
hebben: die gene die men Chimbo-raco
noemt, en een gedeelte van de Cordilleras
de los Andez van Peru uitmaakt , is een
van de grootfte Bergen van de Wereld, en
waarfchynelyk de hoogfte. Men ziet hem
in Zee van de G o lf van Guayaquil, op een
afftand van meèr dan zèftig uuren en zyne
hoogte is drie duizent twee hondert en twintig
roeden boven het oppervlak der Zee.
De andere zeer hooge bergen zyn de Sinaï
in Japan, de Zuid Piek, en de Canigou onder
het Pyreneefche gebergte, de-Piek van
Tenerijfe op een der Canarifche Eilanden in
Afrika , de Piek van Adam op het Eiland
Cylon , de Maanbergen, de Berg Athos, de
Olympus, de Taurus en Irnaus, de Piek van
St. Gothard, die zeftien hondert en vyftig
roeden hoog is , de Berg Cenis, onder de
A lp en , op de weg van Vrankryk naar Italiën
, de Pilatus Berg in Zwitzerland, die
veertien hondert en drie roeden boven het
oppervlak der Zee verheven is , de Puy de
Qome en de Goud Berg in Auvergne , de
groote eii kleine Atlas in A fr ik a , en een
menigte andere.
Bladz. 101. 2de kol. reg. 14. Men weet
dat in Azia het Land ’ t geen door de keten
Bergen van Gate van een gefcheiden
word, twee veffchillende jaargetyden te gelyk
heeft; by voorbeeld, gedurende dat de
Winter op de'Kuft van Malabaar heerfcht,
geniet de Kult van Cörómandel, die op der
zelve graden van breedte lecht, cn op eenige
plaatzen niet meer als twintig uuren van
die van Malabaar verwydert is „ 'e en aangename
Lente: in veel andere Landen gaat
men van een heldere en bedaarde lucht in
verfchrikkelyke ftormwinden en onweders
over. De Piek van Teneriffe, is twee diii-
zent zeven hondert en vier en dertig Fran-
fche roeden boven het oppervlak der Z e e
verheven*
. Men heeft ppgemerkt dat in het algemeen
de grootfte Bergen het middel fte gedeelte
der Landen beflaan ; en dat in de Oude
W e re ld , de grootfte ketens Bergen zich
van het Weften naar het Ooften ftrekken.
Zie het artikel A a r d e .
/ B E R G - G R O E N , Firide montanum
{Byvoegz.) Deze ftoffe heeft doorgaans eert
wryfbare zelfftandigheit. Men vind het vafte
Berggroen in byna alle de Kopermynen, en
vooral in China, Zweden en Siberiën. Dit
is , om eigentlyk te fpreken., een foort van
Malachit. Wyle Mevrouw de Markgravin
de Pompadour heeft my ft ukken van de gr o o t-
fte fchoonheit laten zien: zy waren in Si-
beriën gevonden. Z y liet ’ er een fnuifdoos
van maken d ie , volgens dat men ’ er-het
licht op vallen-liet, dè eigenfchap bezat om
even als een gewaterc zilverftof te kittelen,
W y gaven aan deze zelfftandigheid de naam
van Albafier achtige Malachit.
B E R G - K R I S T A L . Het,grootfte gedeelte
van de Natuuronderzoekers geven
deze naam, dan eens aan het Rots-Kriftal,
en dan weder aan een vry doorfchynende
en zeer harde kriftallifatie , die naar een
klomp gefmolten glas gelykt, en uit geen
kegels beftaat. T o t dit foort behooren de
Myn-Kr ijl allen en dat van Madagaskar.
B E R G - S A N I K E L , Geum rotundifo-
Hum majus♦ Deze Plant groeit op de bergachtige
en fchaduuwachtige plaatzen hare
wortel is aan het oppergedeelte fchubachtig
en dik , maar met witachtige vezelen aan
het overige bezet, hare fteelen zyn een voet
hoog , bochtig en getakt. Hare bladeren
zyn breed, rondachtig en getant: hare bloemen
beftaan uit v y f langwerpige, rooswys’
gefchikte en met rood gefpikkelde blaadjes.
Op deze bloemen volgen vliesachtige zaadhuisjes,
die met dunne zaden vervult zyn.
Deze Plant is een goed wondheelent middel.
B E R K E N B O O M . (Byvoegz.) De
jonge vruchten fchieten te gelyk en-.op de-
G zelve