maakt worden, en deszeïfs vleefch is zeer
goed.
C O L O C A S I A . Dit is een vreemde
Plant, die na de Arum o f Kalfsvoet gelykt,
en waar van de Ouden gefproken hebben.
Men geeft haar zomtyds mede de naam van
Culcas, o f Colcas♦ De bladeren van de Egyp-
tifcbe Colocafia waar van w y hier fpretcen,
zyn zoo breed als die der Kool , zy zyn
overal zenuuwachtig, en met een lymach-
tig* fap vervult. Haar Heel is drie voeten
ho og, en zoo dik als een duim. De bloemen
zyn groot, zoo wyd uitgefpre;d als die
van den Kalfsvoet, purperachtig van kleur,'
eenbladig , onregelmatig van gedaante , en
•bywyze van een Ezels - Oor«gevormt. Uit
•iedere kelk verheft zich een flamper, die
in ’ c vervolg een byna ronde vrucht word,
•en eenige zaden bevat. De wortel, die de
voornaamHe kracht bezit , is vleesachtig,
•goed om te eeten wannéér hy gekookt is ,
en heeft een Imaak welke die van de hazelnoot
evenaart. Bontius heeft zich dus bedrogen
, wanneer hy zeide dat dezelve vergiftig
was: het is zeker dat de Arabieren
-thans noch koophandel met dezen wortel
dry v en, en dat men hem in Egypte, in Sy-
r iën , op Candia, en in andere OoHerfche
Landen, zonder eenige weeking eet: hy is,
wanneer.hy raauw is , een weinig bitter,
en bevat een'flyinachtige fcherpheit, maar
dit word alles door de koking verzacht.
De Oudheidkenners „ontdekken thans de
bloem van deze Plant op de hoofden van
eenige Harpovratejfen en van eenige Pan-
theefche figuren, door deszeïfs Ezelsoorige
o f hpornachtige gedaante, in welke de vrucht
geplaatft is ; en het heeft allen fchyn dat zy
by de Egyptenaren een zinnebeeld der Vrucht-
baarheit was. Zie de Memorien van de Aka-
demie der Opschriften en fraye Letteren van
Parys, 2de deel.
De Europifche Liefhebberen kweken, de
- Colocafia met veel moeite aan. Men houd
haar altoos in de Hoven , zonder haar byna
ooit voor de lucht bloot te Hellen, die
hare bladeren ras yerderft: . zeldzaam ziet
men haar bloemen vóórtbrengen. De Colocafia
is eigentlyk een foort van gemeene
Kalfsvoet- waar van Prosper Alpinus ipreekt.
C O L U B E R. ^Byvóegz. en Verbet
De gemeene Coluber is een kruipent gedier-
t e , ?t geen men doorgaans als het grootHe
van onze Slangen befchouwt; zy i s , onj
dus te fpreken, onze tamme Slang. {Zie op
het artikel A d d e r , het verfchil van de
tanden van deze Slang, met de tanden- en
kaken der Coluber.}
De Coluber van de Antillifche Eilanden
word Courejfe genaamt, zy is drie o f vier
voeten lang, dun, gèfpikkelt, vlug, en doet
geen nadeel. De Negers willen dat zy de
Kotten en Infecten verdelgt, hier om laten
zy haar in hunne hutten komen.
De Water-Coluber , die mede Waterslang.,
Slangachtige Coluber, Haag-Aal en
Ringjlang genoemt word, is op het artikel
R in g - S l a n g befchreven.
C O N A N A , Pahna daSliliftera, caudite
£5? fruhtu aculeatis, 'B a r r . Dit is een Palmboom
van het Eiland Cayenne; deze boom
is vry fchóon, maar hy is indiervoegen met
doornen bezet, dat men hem niet naderen
kan. Zyne vruchten koomen om eenige takken
naby den kruin voo rt: derzelver vleefch
bevat een n o o t , die zoo hart als een kokosnoot
is-, en de groote van een hazelnoot
heeft: in deze is een witte amandel bevat,,
die men eet, na dat men de noot heet gemaakt
heeft, om ’ er haar uit te nemen : hare
fmaak heeft eenige overeenkomH met
die van onze amandelen, Maift Ruft* de
Cayenne.
C O N A N A . (W i l d e ) De Heer de
Prefontaine zecht, dat deze boom geen de
minlte overeenkomH met den Palmboom Ca~
nana heeft: men vind hem in de groote
bofichen van Guajana: zyn vrucht, die geel
is , en eenige overeenkomH met die van den
Queeboom heeft% bevat vier zaden die met
een rinsachtig vliesje omringt zyn. De W ilden
bereiden ’er een drank v an , die veel
overeenkomH met de wyn heeft. De W ilde
-Zwyhen woeden zich doorgaans met deze
vruchten wanneer z y ryp zyn ; het is
mede in deze tyd dat de Jagers verzekert
z y n , een groot getal van deze Dieren te
zullen doden. Het zaad van den Wilden Co-
nana heeft veel overeenkomH met dat yan
de Avocat♦ Zie dit woord.
In het foort dat in de nabuurfchap van
Para groeit, heeft men drie1 zaden die men
oneigentlyk. muskaten noemt, en tegens de
kolyken gebruikt worden: de vrucht is opgezwollen,
rondachfig en met twee verhevenheden
aan de beide uiteinden,s bezet, dier
ononderfcheidan.
in groote, maar beide afgeknot
zyn.
C O N A N I . Dit is een
klein boompje van het Eiland Cayenne, ’ t
geen bekent is onder de naam van Hout dat
de Vlfcben dronken maakt. Barrere duid
deze Plant niet aan onder de naam van Eu-
tatorium arboréfeens venenatum, floribus al-
■ bis glomeratis. pag, 50. dan als een vergift.
Het Caraibiefcb Woordenboek zecht, dat dit
een Kruid-is , ’t geen zoo overvloedig in
de tuinen groeit, dat zy ’ er mede befmet
z yn : het fpreekt ’er van onder d'e naam yan
Conarny, en het fchynt dat deze plant haren
naam van de Rivier Conani ontleent, aan
welkers oever zy menigvuldig groeit. Hét
gebruik dat' men .’ er pp de Eilanden van
maakt, is dat meirhare bladeren in een gat
in de aarde verplet. Men, werpt deze in
ftilftaande wateren, p f men mengt hen onder
de droeifem die. men in de vifchrykè
wateren werpen w i l, dit vergift is zoo door-
dringent, dat de Viifchen aanftonds boven
water komen en fterven: men'eet hen zonder
’ er eenig .nadeel door te lyden. Moge-
lyk is de Conani de Boom die de Vijfden
dronken maakt. Zie dit woord. t
Men vind mede naby Para een Conani
waar van de krachten drie .vierde gedeeltens
minder fchielyk werken. De Wilden die
hét Land van de nabuurfchap van Yapok
bewonen, hebben, zoo men zecht, dit'ge-
wafch van de Indianen bekomen die uit Para
gevlucht .zyn, en hec aan de Koloniften
van Cayenne mede gedeelt.
C O N D O R , C U N T U R of G R Y P -
V O G E L . Dit is een by uirftek groote
Vogel : hy heeft een vlucht van vyfeien
voeten ; zyne nagelen gelyken veel eerder
na die der Hoenderen als na die van de
Roofvogelen ; maar zyn bek is zoo fterk
dat hy ’ cr de .buik van een Os mede open-
ryten kan : zyn kop is met een kam ver -
Hert; zyne vederen zyn wit en zwart. De
Condors maken een zoo fterk, geraas wanneer
zy op de aarde neder ftryken, dat’er
de Indianen van Peru, en zelfs de Spanjaard
en ,'’ er door verfchrikt worden. Men hééft
’ er een op de ltuft van Chily gedood, wiens
vlucht zeftien voeten in uitgeftrektheid be-
Jloeg: de lengte van een zyner vederen was
twee voeten en vier duimen, en déze beftoeg
. een en een halve duim in omtrek op de dikfte
plaats. Deze Vogelen onthouden zich, op
de bergen, en komen alleen in de vlaktens
wanneer het regent o f .koud is zy leven
dan alleen van de groote Viflchen die door
de ftprmwinden dikwyls op de ftrahden geworpen
worden: men verzekert dat zy zomtyds
kinderen van tien o f twaalf jaren ver-
flonden hebben.
De Heer. de la Condamine heeft Condors
op verfcheide plaatzen van de bergen van
Quito gezien , en men'heeft hem gezecht,
dat men ’er mede in de lage Landen aan den
oever van de Maragnon heeft. Reize naar
de Rivier der Amazonen , en Hiflorie der In-
cas. Men gift noch , dat de Vogelen , die
de Arabieren Roucb, genöemt hebben , méde
Condors z yn , die men in de landftreek So-
phala, in die der Caffers, en in Monomotapa,
tot in het Koningryk Angola vind. H etfchynt
mede dat de Condor zoo zeer te duchten is ,
als de Lammer-Geyer, o f Ldmmer-Gier. Zie
dit woord, op het einde van het artikel A rend.
Het zyn de vleugelen van den Condor, die
de Béeldfnyders nabootzen , en aan de afbeeldingen
van de Engelen geven.
C O Q U A L L Y N . Dit is een viervoetig
Die r, ’t geen men alleen in de Zuidely-
ke deden van Amerika vind. Het is door
eenige Schryveren als, een foort, van Eek- -
hoorn, befchouwt; maar het gelykt naar. dit
Dier alleen door zyne gedaante, en depluim
van zyn ftaart , en verfchilt ’er door verfcheide
andere uitwendige kenmerken v an ,
als mede door zyn aart en zeden.
De CoquaUyn , zecht de Heer de Buffon,
is veel grooter als .de Eekhoorn. Dit is een
bevallig D ie r , en ’ t geen zeer aanmerkelyk
om deszeïfs kleuren i s : deszeïfs buik is
fchoon geel, en zyn kop en lichaam zyn met
w it, bruin, zwart, en oranje, gefchakeerr.
Het bedekt zich met-zyn ftaart, even als de
Eekhoorn; maar het heeft niet, gelyk deze,
bofchjes , halr aan het uiteinde der ooren.
Het klimt niet op de boomen, maar leeft in
holen en onder de wortelen der boomen:
het maakt ’er zyn neft , en' voed ’ er zyne
jongen op. Het vervult zyne woning mét
zaden en vruchten , om ’ er zich des Winters
mede te voeden. Dit Dier is wantrouwende
en liftig, en zelfs woeft genoeg om nooit
tam té worden.
C O R D Y L U S , Caudiverbera C By vocg-
z e l j Dit is een Amerikaanfche Haagdis ,
M 3 die