blaaren op veroorzaken, deze zyn ecrfl wit
en zacht, maar zy worden in het vervolg
zoo hard als hoorn. Een ieder fluit zich
gedurende een zoo yerfchrikkelyk weder in
zyne woning o p, en welke voorzorgen men
ook gebruiken mag, zoo kan men echter
niet miffen om een hevige koude te gevoelen.
In de kleinfte vertrekken, en die het
befte verwarmt worden, bevriezen alle vochten,
zonder dat hier de brandewyn van uitgezonden
i s ; en het gene noch vreemder
achynen z a l, is dat het inwendige van de
vertrekken en bedftéden met een yskorft ter
dikte van verfcheide duimen bedekt is , en
dat men verplicht i s , om dezelve alle dagen
.af te nemen.
Wy,hebben op de artikelen Boom en Planten
, van de beklaaglyke uitwerkzelen ge-
flproken, die de fterke vorft welke de hevige
koude vergezelt, op de groeibare lichamen
voortbrengt: w y zullen hier iets van de
uitwerkzelen ..der koude op de lichamen der
dieren zeggen— JJe Schryvers zeggen, dat
een koude lucht, de dleriyke vézelen te za-
mendrukt en verkort, de flappen verdikt,
hen doet ftremmen en zomtyds bevriezen ;
dat z y byzonder werkt met het bloed te
verdikken en te verdrogen, *t geen in dezelve
omvloeit, enz. hier uit ©ntftaan de ver-
fchillende ztekteus die door de koude veroorzaakt
worden, als de kou o f winter in
de leden , de zinkingen, het fcheurbuik .
het heet vuur, de kanker, beroertheid, lamheid,
en zelfs de zinkingen der borft. De
koude ftopt zomtyds de maandelykfehe ont-
laftingen der vrouwen , doet de menfchea
plotzeling fterven , en nog meermalen de
dieren., die zich .-niet gelyk de menfchen
voor de onguurheden der lucht befchutten
konnen. Dit moet aan die gene vreemd
toefchynen, welke men onderdcht dat de
dierlyke warmte in den menflch, gelyk ftaat
met den twee en dertigften graad boven
het teken van vorft op den Thermometer
van de Reaumuf: men zou nog meer verwondert
z y n , zoo men de groote wanorders,
en zelfs de latere uitwerkingen zag,
die in de dierelyke huishouding gebeuren’
sa dat zy te voren door een hevige koude
is aangetaft geweeft,
De Phyflologiften , Pathologiften , enz.
houden zich geftadig onledig met de Natuurkundige
en ziekte verwekkende oorzaak,
van de .koude na te Iporen* IWLaar hoe ver-
re is men niet van de middelen yerwydert,
om zich inwendig voor de verwoeftingen te
wachten , die zy niet dan te menigvuldig
veroorzaakt, voor al in de Noordfche Lauden.
Wat het uitwendige betreft, het eer-
•fte middel'dat de menfchen, die naakt geboren
worden, en byna zonder befcher-
■ ming ten opzichten van de koude gelaten
z y n , gevonden hebben, om zich een weinig
regens dit onaangename indrukzel te be»
flehutten, is waarfchynelyk geweeft,-z ich
achter een boom tb plaatzëu , o f zich in een
hol o f grot te verbergen : vermits de behoefte
om zich te voeden, .de during van
de onguurheden der lucht niet vertoeven
kan, zoo moeft men zich van de eene plaats
naar de andere begeven, het was als toen
dat men gewaar wierd , dat de Natuur de
Dieren verfcheide middelen gefchonken heeft,
die met hun byzonder wezen verknocht zyn,
als hair, vederen, enz. waar van hetvoor-
naamfte gebruik Ichynt om het oppervlak
van hun lichaam te bedekken, en het voor
de nadeelige indrukzelen te befchutten, die
hen de vloeibare lichamen zouden konnen
veroorzaken: dit voordeel benyden, en be-
grypen, dat men het zich kon toe-eigenen,
waren byna een zelfde overweging.- Jnder-
daat, de menfeh die het nodige vernuft tot
zyn deel gekregen had, verzuimde niet om
zich door konft, de nodige hulpmiddelen
te verfchaffen, om de onguurheden van de
jaargetyden te konnen trotzeren: hy be-
floot hier op wel ra s , om de dieren aan
zyne behoeftens op te offeren , welke hy
met bedekzelen dacht bekleed te z ien , die
het gefchikfte waaren om tot zyn byzonder
gebruik te veranderen. Hy behoefde
over de keus niet verlegen te z y n ; de
dieren wier vachten met het dichtfte hair
bezet z yn , moeiten ftraks de voorkeur hebr
ben : dit is waarfchynelyk de eerfte beweegreden,
.die de menfchen heeft doen be-
fluiten, óm de Dieren om te'bfengen: men
had alstoen pelteryen, maar men bezat de
konft niet qm haar naauwkeurig om alle de
deelen van het lichaam te doen fluiten: de
,tyd en het vernuft, hebben deze middelen
tot volmaaktheit gebracht : welk een on-
derfcheid beipeurt men niet tuffehen de Weeding
en woning van een oude Laplander ■
en onze kleederen en Paleizen : de eerfte
leefde vergenoegt in een grot die met ys
bekleed was : en w y beklagen ons in een
gematigde iuchtftreek, in een lucht die door
kachels o f vuren verwarmt is } voegen w y
hier
hier de windichermen, de górdynen, alco-
Viën, enz. by.
Het is noodig dat wy hier zeggen , dat
in de gevallen in welke men hevige flmer-
ten gevoelt, die door de koude veroorzaakt
worden, het nuttig is dat men op de pyne-
lyke deelen wryvingen met warme doeken
doet. De Grysaards , - die een zoo tegen-
ftrydig geitel met de voortbrenging der
warmte hebben, moeren in diergelyke gevallen
, uit- en inwendig gebruik van gee-
ftige vochten maken, teneinde aan de werktuigen
des levens prikkelen te verfchaffen,
om hunne beweging op te wekken. D it artikel
vordert, dat men de woorden B e r g ,
L u c h t , V u u r , W i n d , Y s en W a r m t
e leze.
K R A B B E . QByvoegz.~) Dit is een
Schaalvifch van een langwerpige gedaante.
Het is aan het achterfte gedeelte van de
Schelp en naby den aars, dat men den ftaart
vind, die uit gewrichten te zamengeftelt ,
en ruig aan het einde i s : het is op deze
plaats dat zich de eyeren vafthechten. Het
wyfje heeft, dit deel breeder als het mannetje
in dit laatfte eindigt hy in een punt;
in het wy fje in tegendeel is deze ftaart van
gelyke breedte in zyne’ geheele lengte, en
eindigt in een kringswyze boog.
De Krabben bezitten de zonderlinge ei-
genfehap van zich in de Lente van haren
ouden rok te ontdoen: in dezen ftaat geeft
men haar de naam van Beurs-Krabben.
De Land-Krabben hebben een gladde en
dunne fchaal, die zomtyds gevlakt is. Z y
gaan vry ras voort, trekken in benden, en
onder het opkrabben van de aarde. Z y vervolgen
altoos haren weg in de rechtfte lyn;
zy bezoeken zelfs om de muren en andere
zaken te beklimmen, die zy in haren weg
ontmoeten: het is als dan dat zy zich verminken
, en den prooi van hare vyanden
worden. Wanneer zy iets 'ontmoeten , ’ t
geen h‘en vrees veroorzaakt, zoo flaan zy
met hare nypers, even als wilde zy op haar
beurt de voorwerpen vrees aanjagen, welke
hen verfchrikt hebben.
Kladz. 615. esde kol. regel g. van onder.
Op het Eiland Grenada, alwaar men de
Krabben gewonelyk onder de ■ Manceliniérs
vangt, heeft men nooit opgemerkt, dat zy
iemand eenig nadeel toegebracht hebben ,
gelyk men zich hier elders over beklaagt:
voor ’ t overige, het geheim om te ontdekken
o f zy gezond zyn o f n ie t , ‘ is dat men
de koort bezichtigt; zoo deze zwart is , ?oo
is dit een kenmerk dat zy vergiftig zyn.I De
kleur der witte Krabben is niet naauwkeurig
w i t ; zy is geelachtig; zy zyn veel groei-' '•
ter als de Violette Krabben.
De Violette Krabben zyn zeer zeldzaam
op Martinique , zedert dat men haar hier
heeft uitgeroeit. Het zyn de- Caraïbers die
’ er hen van de naburige Eilanden o'verbren-
gen. Deze Schaalviffehen, waar van de naam
de kleur van hare fchalen aanduid , -zyn
zoo groot als een vuift, en zomtyds groo-
ter. De beroemde Sloatie geeft ’er een goede
afbeelding v an , Vol. I. Tab. II. onder
den naam van Land-Krabbe. '
De Schaamachtige Krabbe , vind men in
Brazil, en op de. Amillifche Eilanden : zy
worden dus genaamt om de wyze op welke
zy hare nypers tegens haar lichaam leggen,
even als wilde zy hen verbergen.'
De Chinezen fchatten de Molukfcbe Kraba
ben als een zeer aangenaam gerecht, Cancri
Mollucenfium, Deze Krabben die . een by-
zondere gedaante hebben, vind men afgeheeld
op de twaalfde plaat van den Thef.
Imag. Pifc. van Rumphiüs.
De Slyk - Krabben o f Paletuvièrs der Fran-
fchen, zyn meer o f min goed, volgens de'
jaargetyden; z y zyn by uitftek aangenaam
in de Maand Maart; men kan haar bezwaar-
lyk in den tyd der aanhoudende regënvla-
gen opdelven; de opzwelling der Rivieren
vervult als dan de holen, in welke zy zich
verbergen zoo ras zy de Negers gewaar
worden. Men moet behendig zyn , en een-
foort van voorzorg gebruiken, om haar in
hunne holen te verfchalken. Z y gaan ’er
zylingfch in; dit is hare wyze van voortgaan.
In dezen ftand bieden zy hare nypers
tot hare verdediging aan. Het nadeel
’t geen zy toebrengen is zomtyds aantner-
kelyk. De Negers bedienen zich van een
kromme fto k, om ’ er niet van gebeten te
worden. In zekere getyden van het jaar,
bedekken deze Krabben de flyk; men vangt
baar in dezen tyd zeer gemakkelyk; maar
z y zyn als dan zoo goed niet om te
eeten. f
V an 'a lle de verfchillende foorten van
Krabben die men op de Aptillifche Eilanden
vind, zyn die gene waar van men het
menigvuldigfte tot fpyzê gebruik maakt, de
w itte , rooae, en Manicoux Krabben, welke
laatfte dus op het Eiland Grenada ge-
D d noemt