te in de koude Landen, en in de gematigde
Luchtftreken, als in de warme Landen.
A Y A M A K A . De Inwoonders van
Cayenne, geven deze .naam aan een Krop-
Haagdis der Boflchen, waar van Barrere in
deze bewoordingen fpreekt; Lacertus maxima*,
viridis, dentatus, ingluvie magnd pendula",
dit is de Semembi der Braziljanen, zie
bet woerd L egu a an.
A Z A L A o r I Z A R I . Dit is een foort
van Meekrap van de Levant die zeer be-
A Z IA T I S C H E B LOEM. A Z YN B :
roemd is : zie M e e k r a p .
A Z I A T I S C H E B L O E M . Ver-
lcheide Reizigers geven dezen naam aan een
Z o u t , _ c geen men op het oppervlak der
Aarde in verfcheide Landftreken van Azia
vind: men noemt het mede Zeepachtige Aarde
van Smyrna. Dit is de Nat rum : zie dit
•woord.
A Z Y N B O O M , In Kanada en andere
Landen, van Noord-Amerika , geeft men
dezen naam aan een foort van Sumach , Van
wiens vrachten men door afkokiiw eengoe-
d eA z yn maakt: zie S uma ch. °
B A A I .
B A A I . B A D I A N A . B A G A C E .
B A A I . Deze naam geeft men aan een
kleine.Golf: zie dit woord en het artikel
Z ee.
B A D I A N A , zie ' .C a i n i i s c h s
A n y s , achter het artikel A n y s .
B A G A C E . Deze naam geeft men in
de Franfche Volkplantingen aan het Suikerriet
’ t geen door de molen doorgegaan i s ,
en ’ t geen men gebruikt om te branden L
nadat het. in de Zon gedroogt is , men voed
het Vee: 'mét dat gene dat te veel door den
Molen gebroken is :tzie Su ik e r r ie t .
B A G A S S E. Dit is een groote en
dichtbewaflen boom van Guayana, dierecht
opfchiet en dik w o rd ; zyne bladeren zyn
vingerswys ingefneden: men heeft een foort
dat op de hoogtens o f kleine bergjes groeit, en
een ander dat naby demoeralfen voortkoomt:
het hout van dit laatfte foort is lig t, fchoon
het taai en moeyelyk om te fplyten is. Het
gedeelte van Oyapok brengt de grootlte menigte
Ba^affes voort. De Inwoonders van
deze Landftreek dryven ’er met die van
Cayenne een koophandel mede. Mais, Ruft,
de Cayenne.
B A H E L , Sculli. Dit is een doornachtig
boompje, ’ t geen in Indiën in de waterachtige
plaatzen g ro eit: zyne bloemen
zyn wervelswys , en hebben een donkere
purperkleur. Dit is de Genifta Spinofa in-
dica, vertkülata, florepurpureo-ceriileo. Ray
fchryft aan het afkookzel van haren worte
l, en aan hare bladeren in azyn ingelecht
zynde, de kracht toe om de pis af te dryven
vooral wanneer het afkookzel in olie
v an ’ de Ficus infernalis gedaan is. Deze
Schryver voegt ’ er b y , dat de bladeren van
de Sabel, tot poeder gebracht, en met den
olie ingenomen zynde die men door uit-
perffing uit de Ficus infernalis bekoomt, de
gezwellen der natuurlylte deelen oploft. Dictionaire
Encyclopedique,
B A K K E L E Y S . Dus noemt men een
foort van Bult-Os o f Sifon, die men in het
Land der Hottentotten. vind , alwaar men.
B A G A S S E . B A H E L . B A K K E L E Y S .
’er van verfchillende geftaltens h e e ft, als
groote, kleine en middelbare ,. gelyk men
hen mede in Indiën v ind; de Hottentotten
gebruiken dezelve zorgvuldigheden voor deze
Dieren als de Arabieren voor hunne Paarden;
zy voéden hen met zoo veel zachtaar-
digheit o p , dat deze Viervoetige Dieren
liefdragende, aandoenlyk, en vernuftig worden,
en zy doen dat gene door liefde, dat
zy by ons alleen door vrees verrichten ;
hunnen aart verheft zich zelfs door de zacht-
aardigheit der opvoeding , en door de ge-
ftadige oplettenheit die men voor hen heeft,
indiervoegen dat zy byna tot menfchelyke
daden bekwaam worden.
De Hottentotten voeden ’ er tot den kryg
op- en zy bedienen zich van hen, even als
de Indianen zich van de Oliphanten doen ;
men verkieft altoos die gene die het trotfte
en het edelmoedigfte zyn. Ieder heir is van
een goede troep van deze Olïen voorzien,
die zich zonder moeite laten beduren en
door hunne leidslieden rechttydig losgelaten
worden: zy zyn alzoo gehoorzaam aan hunne
ftem, als onze honden zyn konnen; op
het geringde teken vallen zy met woede op
het vyandelyk leger aan, niets kan hen we-
houden ; zy Heken met hunne höornen ,
fchoppen met de pooten , en werpen alles
wat hem ontmoet, met een verbazende ver-
woedheit, omverre en vertrappen het ; zy
werpen zich in het midden der gelederen,
en veroorzaken ’ er verwarring etj ontft-el-
tenis in , zonder dat iets hen verfchrikt, en
zy bereiden dus een gemakkelyke zegepraal
voor hunne Meefters; echter zyn zy gehoorzaam
aan de ftem van hunne leidslieden,,
zy matigen hunne woede, en keeren op het
geluit van hunne ftem tot' de gehoorzaam-
Seit weder.
Het vernuft der Dieren ’ t geen door de
vrees verwelkt, ontwind zich dus, gelyk
men z ie t, wanneer men hen met zaditaar-
digheic behandelt , en hen met konft opvoed.
De Hottentotten hebben noch andere van
deze Olfen, die onderwezen zyn om de vee-
kudden te hoeden , hen te rug te brengen,
en tegens de verfcheurende Dieren re be-
fchutrcn. In ieder dorp heeft men ’ér verfcheide