hare nederflorting noch. vermeerderen, tot
dien trap, dathy de Boomen verbreekt, de.
Menfchen en Dieren verflikt, en de huizen
doet omftorten.. De verbazende, fneiheit
waar mede deze Lauvines tot in het midden
der Valeijen nederrollen, brengt de Rei-'-
zigers in het uicerfte gevaar ; echter vermits
zy weinig dikte hebben , zoo word men ’ er
niet altoos door v e rflik t; waar in zy veel
minder gevaarlyk zyn als die van het tweede
foorc, welke men alvernielende Lauvines .
noemt, om dat zy alles wat zy . ontmoeten,
tot den grond vernielen. Vermits zy uit
een meer zamengepakte Sneeuw,..te zamen-
geilek z yn , zoo zyn zy oneindig zwaarder :
zy rollen hier door met minder inelheit naar
beneden, maar zy voeren de boomen , ftee-
nen, en ftukken van de rotzen met z ich , die
zy in hunnen wech ontmoeten. Om dat
hunnen val in de Valeijen en Bergen , een
trilling ien geluit veroorzaakt, ’ t geen gelyk-
vormig aan dat van den Donder is ; zo gee-
ven zy gewonelyk aan den kundigen Reiziger
tyd , om zich door de. vlucht , , te red-,
den.
De Lauvines , worden-door de beroering,
der lucht veroorzaakt, en door alles wat in
ftaat is , om de Sneeuw te doen afglyden,.
vooral die gene, die eerftverfch op.de toppen
der Bergen ge vallen Is, Een zeer kleine
Sneeuwklomp, neemt zoo flerk in het ue-
dervallen toe , dat h y , voor de Valei te
bereiken, de grootte van een huis verkrygen
kan, en zomtyds die van een heuvel, en hy,
bedekt alsdan verfcheide akkeren. .Men vermoed
ligtelyk , .dat de Bewoon.ders van het
Alpifche Gebergte , geenzints de.middelen
verzuimt hebben , om zich tegens deze ver-
woeftingen te befcbutten. Zy vermyden om.
hunne wooningen aan den voet van eenen
fteilen Berg te plaatzen r. z y bouwen hunne,
huizen achter een heuvel, die in ftaat is om
de Lauvines te fluiten , o f ten. minden , om
’ér het geweld van te, breeken. Om over
den Berg St. Gothard te trekken, reift men
door de Valei van Urferen ; men ziet hier
boven een Dorp, een Bofch , ’ t geen een
driehoek v ormt, waar van ,.. de fcherpe
hoek naar het gevaarlykfte gedeelte van den-
Berg gekeert is. W a t de Reizigers betreft,
men vermaant hen in Zwitzerland, om Leidslieden
met zich te neemen , die dé gevaarlykfte
plaatzen kennen , om hunnen tocht
zonder geraas.te volbrengen, en zelfs om.
niet luid te fpreeken.- Eindelyk gebruikt
men , als een.uicerfte v o o rzo rg ,. de- voor-
zichtigheit om in het midden der Valeijen-
eenige piftoolfchoocen te doen , welke men
in ftaat oordeelt om de Sneeuwklompen in
beweeging te brengen, welke op het pitnt
ftaan om neder.te ftorten. In de naattwe
-doortochten gebruikt men des winters, zelfs
de voorzorg om de fchellen der Paarden en
Muil-Ezeis te verftoppen ,. om dat. derzel-
ver geluit , , de nederflorting van de een o f
andere Lauvine niet zou veroorzaken,. Op.
verfcheide plaatzen, vooral in Graauwbun-
derland, heeft men aan den voet der Bergen,
gemetzelde Gewelven, en Mynen die
in de Rotzen uitgeholt zyn ,. .in. welke_men
z ich , wanneer men een Lauvine in bewee-
ging zie t, verbergen kan , en ’er haar over
zich laten gaan. Men. bericht de Reizigers
noch., dat zy niet lang pp de Lauvinessaoe-
ten ftar-oogen.., al ïchynt zelfs hare richting
niet gevaarlyk, om dat z y een zoo geweldigen
wind veroorzaken, dat ’er de Menfchen
en Dieren , door verflikt worden.
Men vind in het Journal Etranger; van ’ t
jaar 1757; het verhaal van een huisgezin, ’ t
geen zes weeken.onder de Sneeuw bedolven
geweeft is ,
Bladz. 534/ ïjte kol. reg, 1 6 , Men leeft
in de Hiftorie van Kamtfchatka s dat de
Sneeuw , zeer menigvuldig op h e t. Schier-
Eiland Lopatka is ; z y heeft byna alle de
vaftheit van Ys , indiervoegen, dat zy de
zonneftraien te rug kaatft , en wel met zoo
veel kracht,, dat het onmogelykis’ er de glans-
van te verdragen. De Inwoonders dragen
gewonelyk in de L ente, oogbedekzelen, die
met kleine gaatjes doorboort zyn , o f netjes
van zwart paardehair , ten einde een gedeelte
der ftralen tc breeken ; maar ondanks deze
voorzorgen , hebben zy een taanverwige
k leu r , even als de Indianen ; . het grootfte
gedeelte hebben zwakke en kwade oogen ,
en een groot getal verliezen het gezicht.,,
S N E P . CByvoegz.) Men heeft gedurende
eenige jaren , re Londen, in het Kof-
fyhuis van Southamptön , een witte Snep
gezien,,die in een kas met glazen bewaart
wierd. Hare bek was geelachtig,.gelykmede
hare beenen en pooien.
S N O E K , . ( Byvoegz, } De buik van den
Snoek
."Snoek is wyd en uitgebreid. -Zyn rug is
donker,zyn ilaartgevorkt, de zylingfche lyn
vry recht, zyn buik met witte en blinkende
..vlakken gevlakt, en zyne oogen in de oog-
iringen ingezonken.
.Bladz., 5 3 S , 2de kol. reg. 19. Men bereid
de Snoeken op verfcheide wyzen , met
..een korte faus, met een anchovis-fous , gebraden,
gekapt, enz.
Men maakt in de Geneeskonft, van de
kaken en het vel van den Snoek gebruik: dit
laatfte word menigvuldig in zommige Landen
gebruikt , en men fme'ert ’ er de voetzolen
mede om de zinkingen af te leiden-, en den
hoeft te {tillen. . De onderkaak is , zoo men
ze ch t, een byzonder geneesmiddel tegerw
het pleuris. Deze kaken hebben den naam
aan de Pillula. de mandibula lucii gegeeven.
S N O T V I S C H , Bavofa. T e Antibes,
geeft men dezen naam aan een Z e e -v ifth ,
<iie. altoos met een lymachtig Snot bedekt is:
hy heeft geen fchubben ; hy is glad eri gevlakt;
zyn rug is bruin, en zyn buik witachtig
; hy heeft zes vinnen.
S O H I A T A N . Dezen naam geeven de
’-Wilden van Amerika aan een foort van Rot,
waar mede zy zich voeden : men zecht, dat
haar vleefch zoo goed en aangenaam is-, als
dat van de jonge Mazen,
S O L A N U M . Dit is een geïlacht van
Planten, waar van Tournefort, vier en dertig
foorten oprelt, waar onder eene is , die
•voornamentlyk in de Geneeskonft gébruikt
wort: zie N a c h t s c h a d e , en een andere
, waar van men tot fpyzen gebruik maakt:
-zie Aard-appelen en Topinambours , op het
‘woord P a t a t t e n . Wat de dolheit verwekkende
Nachtfchade betreft, (Solanum le-
-thalefomniferum) : zie het artikel N a c h t s
c h a d e .
S O N G O . Dit is een V o g e l, die men
in de Koningryken Congo en Abbifyniën
-vind. Hy is zeer gretig naar Wilden Honing
, die hy de Reizigers , door zyn ge-
fchreeuw doet vinden , wanneer hy hem
cntdekt heeft.
S O R B E N B O O M (Byvoegz.) Dit té
een van onze fchoone boomen derBoffchen,
die de gematigde Landen van Europa , bem
in t: zyne wortelen zyn dik , en dringen
dieper in de aarde in , als dat zy zich uitbreiden
: zyne ftam is recht, glad, en heeft
eene lengte die zeer evenredig met zyn hout
is , ’ t geen zeer langzaam aangroeit; zyne
takken die elkanderen onderfteunen en zich
by een fchikken , vormen een vry regelmatige
kroon : wanneer zy een duim middelyn
hebben , zoo zyn zy met witachtige vlakken
gefpikkelt, welke zich uitbreiden, en
het hout bedekken wanneer het de dikte van
een arm verkreegen h e e ft; maar zoo ras het
dikker word, zoo word de fchors bruinachtiger
door de barften die haar verfcheüren,
en in ftukken doen afvallen.
Zie hier een omfchryving van de verfchil-
lende‘foorten o f verfcheidenheden van dert
Sorbenboom , die tot heden het meefte bekent
zyn. Ten -ifte, de tamme Sorbenboom;
-dit is die gene , dié men het meefte in de
omtuiningen vind. Ten ud'e, de Sorbenboom
metpeerswyze; en ten gde, o f eironde vruchten.
De vruchten van deze twee laatfté
foorten , zyn de fcherpfte en wrangfte van
alle. Ten 4de, de Sorbenboom met roode o f
roodacbtige vrachten. Deze vruchten zyn
.grooter, en hebben een beter fmaak als die
van de vorige foorten. Men heeft ’er een
foort van, wiens vruchten mede rood, maar
zeer. klein, niet zeer vleezig , la a t ryp , en
van een kwaden fmaak zyn. Ten 5de, de
Levantfcbe Sorbenboom mét bladeren van den
Efchenboom. Dit foort is zeldzaam. Tournefort
heeft het in zyne Reizen door de L e vant
, ontdekt. Zomtyds is de vrucht geelachtig.
Ten 6 d e , de Wilde Sorbenboom o f
Sorbenboom der Vogelaars : deze is eigentlyk
een fo o r t, ( want de andere zyn niets anders
als verfcheidenheden, die door het
verfchil der luchtftreeken en gronden voort-
gebraCht worden j). Deze Sorbenboom is
klein ; zyne bladeren koomen vroegtydig
voort, en zyn groen:zyne bloemen die zon-
nefchermswys gefchikt zyn , zyn witter en
fchoonder ; zyne vruchten zyn geelachtige
roode Beziën en dienen voornamentlyk
óm de Vogelen te verfchalken , welke ’et
gretig.naar zyn. Hy wederftaat de koude
•Geweften , en zelfs dat van Lapland. Dit
is de ware Sorbenboom. Men vermenigtvul-
digt hem zeer. gemakkelyk door de kernen
van zyne vruchten, en kweekt de jonge Planten
, even als die van den Peerenböom, aan.
Maar vermits alles evenredig in de ,werlangen
der Natuur i s , zoo heeft de langzaam-'
X x 2 heit