132 FOSS: FRAGM: FRANG IPANIER *
ren zoo gretig zyn ; en zy grepen hen met
drift aan, met hen met de helft van hun lichaam
te omwinden , want de andere bleef
in het zand gedompelt. Vermits zy zoo veel
krachten als de Leeuw -Mier niet hebben ,
-zoo ontfnapt hen hunnen prooi zeer dik-
wyls ; en om hen weder te verfchalken zoo
bedienen zy zich mede van dezelfde lift; zy
vormen hunne kuilen mede met een hellende
fchuine ; het zand bezwykt onder de
voeten van het vluchtende Infedl, en het
koomt hier door weder in de macht van zy-
nen vyand. De Formica-Vulpes verflind dit
Infedt met fmaak, maar men moet zich hier
over niet verwonderen , vermits hy dit mede
Dieren van zyn foort doet, deze Wormen
veranderen zich in een Infeét, ’ t geen zeer
gelykvormig aan een Mug is* alleen dat het
langer en dikker is..
F O S S A N A . Dit fs een foort van Dier
’ t geen men in Afrika en A zia vind, en door
eenige ^kzxzi^Qxs-Genet-Kat van Madagaskar
genoemt word ; maar dit Dier verfchilt ’er
volftrekt van, want het heeft de welriekende
zak niet , ’ t geen een onderfcheidbaar
kenmerk van de Genet-Kat van Madagaskar
is. De Foffana heeft de zeden van onzen
Huis-Marter , hy voed zich met vleefch en
vruchten; maar hy fchat de laatfte hoger.
Schoon deze Dieren tam gemaakt konnen
worden , zoo. behouden z y altoos eenige,
woettheir..
F R A G M E N T E N , o f K ostbare
F ragmenten.- QByvoegz.') Zoo hoog
als de Ouden, deze Fragmenten o f afgebroken
ftukken van de Edele Gefteentens , in
hunne Geneeskundige bereidingen waardeerden
, zoo zeer worden zy door de latere
kundige Geneesheeren verworpen , en deze
befchöuwen hen alleen in ftaat om de oogen
van die gene te verblinden die zieh door een
grootfche naam laten verleiden. Inderdaat
het befte uitwerkzel dat men van deze Fragmenten
verwachten kan, wanneer zy inwendig
gebruikt .worden , is dat zy geen nadee-
ltge uitwerkzelen voortbrengen : de oeffe-
nende Geneeskonft is , zonder d i t , .aan een
genoegzaam getal gevaren, blootgeftelt; en
men ziet thans met genoegen dat de Edele
Gefteentens aan de pracht alleen, overgelaten
wordeh>
F R A N G I P A N I E R , Plumeria» Die
FREGATVOGEL.
is een Amerikaanfche Boom , die zich oiïk
trent tien o f twaalf voeten boven de aarde
verheftr hy fchiet lange takken u it, die omtrent
een duim middelyn hebben, en ten naa-
ften by van een gelyke dikte van het eene
uiteinde tot het andere z yn , z y zyn in hunne
geheele lengte van bladeren ontbloot. De
bladeren komen *gelyk de bloemen , in groo-
te troffen aan het uiteinde der takken voort;
indiervoegen, dat het overige van den boom
geheel naakt fchynt. De bladeren zyn drie
malen groter als die van de Roos-Lauwrier,
en hebben de gedaante van een zwaard. Wat
de bloemen betreft , deze hebben zeer veel
overeenkomft met diêrvan dejasmyn; maar
z y zyn veel grooter. Men onderfcheid ’er
drie foorten van ; die van den Witten Fran-
gipanier , zyn wit y maar met een roosver-
wig koortje aan een der randen geboort; die
van den Muskusachtigen Fran gipanier, zyn
rood, en hare kleur is veel donkerder omtrent
de randen. ï eindelyk die van den Ge-■
meenen Frangipanier , hebben een fchoone
oranjeachtige geele kleur : d ie , door ver-
fcheide mengelingen gaande , i» een fchoon
karmynrood eindigt: de reuk van deze bloemen
is zeer lieflyk. Wanneer men de fchors
maar eenigzins van een tak afneemt, o f een
tak even breekt, o f een blad o f bloem va»
den Frangipanier affeheurt, zqgm vloeit' een
dikke melk in overvloed uit, waar van eenige
Inwoonders- zich bedienen ,. om- de verouderde
zweren te genezen. De ftamper van
de bloem verandert in een Vrucht o f P eul,
die doorgaans dubbelt is-, zy opent zich van>
het eene tot het andere einde, en bevat langwerpige
zaden , die met blaadjes, bezet zyn,
welke zich even als fchubben vertonen , en
aan een moederkoek zyn vaftgehecht..
F R E G A T V O G E L . . ( Byvoegz. )
Bladz. 328. ïfte kol. reg. 16. Men heeft
de naam van Fregatvogelen Eilandje aan een
Eilandje in de kleine inham van Guadalou-
pe gegeven, om dat men ’er een menigte
van deze Vogelen: vind, die ’ ér de nacht
komen doorbrengen , en ’er hunne neften
maken: .maar men-heeft hen byna genoodzaakt
om elders heen te wyfcen , met ’er
geftadig op te jagen , om hun ve.c te bekomen;
Men ftaat hen met lange ftokken *
wanneer zy op hunne neften zitten, en doet?
hen hier door half bezwymt nedervallen*.
Men heeft op. een van deze jachten opgemerkt
a dat de Fregatvogelen die x verfchrikc
zyn-ï-
FURIA INFERNALIS.
zvnde , opvlogen , twee o f drie Viflchen
uitwierpen , dte de groote van Haringen
hadden, en voor een gedeelte verteert waren.
F U R I A I N F E R N A L I S . Dezenaam
heeft Solander aan een Infeét gegeven , dat,
volgens de Heer Linnxus een nieuw ge-
flachc vormt. Deze beroemde Natuuronderzoeker
zecht, dat het een worm is: hy
koomt alle jaren op de grenzen van Lapland
voort, en doet veel Menfchen en Dieren
omkomen. Hy laat zich op de ont-
bloote deelen der lichamen vallen, dringt in
een oogenblik door het vleefch , en doet
zomtyds den lyder binnen een vierde van
een uur met de hevigfte fmerten fterven. Dus
de naam van Helfche Furie op dit Infeét
zeer toepaffelyk is.
F U U T . CByvoegz.') De kleuren van dit
foort van Vogelen vqrfchillen; eenige hebben'
een kraag om den hals , en hun rug,
hals, en kop, hebben een zwarte kleur; en
kleine witte ftreepjes; andere hebben geen
kraag om den hals. De kleur van het geheele
opperfte gedeelte van het lichaam ,
trekt meer op het afehverwige, in plaats
van witte ftrepen, heeft hy witte vlakken;
mogelyk dat deze. laatfte de wyfjes en de
andere de mannetjes zyn.
F U U T . Q G e o o r d e ) , Colytnbus major
crifiatus & cornutus. Dit is een Watervogel
van het geflacht der Duikers die geen
FUUT. 13-3
ftaart hebben, en waar van de vingeren met
een vlies geboort zyn , ’ t geen hen niet
met elkanderen vereenigt. De Geoorde Fuut
heeft byna twee voeten lengte van het uiteinde
van den bek^, tot aan het einde van
de nagelen: zyn kop is klein, zyne vleugelen
en beenen zeer ko rf, de bek fmal, recht,
fpits, en twee duimen lang: de vederen van
het achterfte gedeelte van den kop zyn een
weinig langer ais de andere , en vormen
een kleine kuif , die in twee punten eindigt
; de opperfte vederen van den kop, rug,
en van het onderfte van de vleugelen zyn
bruinachtig: de vederen van den hals en buik
zyn van een witte kleur, die blinkènde en
zilververwig is. De zyden van de borft en
van het lichaam zyn met rosachtige vlakken
gefpikkelt: de pooten zyn graauwachtig en
hebben ieder vier vingeren, die met nagelen
bezet zyn, welke naar die van een menfeh'
gelyken.
De borft en buik van dezen V o g eL zyn
zeer begeert, om de fchoone, witte en glans-
ryke vederen, en hunne fynheit. Men maakt
’ er moffen en uitmonfteringen van rokken,
en andere vrouwelyke fieraden van : men
vind een groot getal van deze Vogelen op
het Meer van Geneve: het is' mede uit deze
Stad dat men de grootfte menigte en de
fchoonfte vellen der Geoorde Futen be-
koomt: ’er komen ’er mede uit Zwitzerland:
men' vind hen mede in Bretagne en andere
Landfchappen van Vrankryk; maar zy worden
zoo hoog niet gefchat.
G A -