den fmaak, geeft en aandoenelykheit. Men
zecht noch dat van alle driften , de Liefde
die gene i s , die de vrouwen het befte voegt, *
en vooral deFranfche vrouwen ; het is ten .
minften waar, dat z y dit gevoelen , ’ c géén
het tederfte-kemnerk der menfchelykheit i s ,
tot een trap van eélheit en levendigheit gebracht
hebben , welke weinig vrouwen onder
andere Volken,-bereiken konnen. Hare
ziel fchynt alleen tot de aangename bezigheid
gefchapen te zyn van te beminnen , en
bemint te worden. Hare liefde is niet kort-
ftondiger als by hare gebuurirmen : de Fran-
fchen zyn niet minder door rde Natuur be-
g'aaft. Hunne geftalte koomt ten naaften by.
met die der Engelfchen overeen, maar men
houd deze laatfte , voor minder luchthartige
en Filofofifcher', als de Franfchen, Men-
ziet de Menfchen in Engeland dikwyls langer
dan een eeuw leven , o f tot een verbazende
zwaarlyvigheld komtn-, tot-een bewys
hier van kan de beruchte Br ight, uit het
Graaffchap E f fe x , verftrekken, die in den
ouderdom van twaalf jaren i8+ponden woeg,.
in die van twintig jaren 336 ponden , in die
van negen en twintig jaren , 616 ponden ;.
dezen man was v y f voeten, negen en een
halve duim hoog; In het zelfde jaar, f1754)
ftierf ’er te Londen , een Vleefchhouwer,
Pouvel genaamt , .geboortig uit het Graaft-
fchap E fle x , hy was 37 jaren. oud, en woeg
480 pondén.
Het karaéter der Negers van Guinéé , is
v ry ftandvaftig , dit Vo lk is onkundig , en
echter met aandoenelykheit v ervult, vooral
in de konft der Liefde. Men moet zelfs verwondert
zyn , dat foortgelyke onbefchaafde
z ie len , eenige deugden konnen vóórtbrengen
, én dat ’ er zoo weinig gebreken in ontluiken.
'
De Negers hebben in ’ t algemeen een groo-
te navel, en teeleh zeer fterk voort.
Bladz. 66, ade kol. reg. 20. van onder. De
Hottentotten zyn dapper, vlug, ftout, fterk,
en welgemaakt, de Krygsoeffeningen zyn
hunne eenigfte bezigheden, z y zyn zoo driftig
naar dezelve , dat zy met.hunne naburen
verbonden fluiten , waar door zy zich verbinden
om hen te befchermen ; dit zyn de
Zwitzgrs van Afrika , indien men dus ipre-
ken kan.
Bladz. 67. ijle kol. reg. 7. Men vind in
Amerika mede Volken, die op verfchillende
wyzen het bekkeneel van hunne kinderen
misvormen, zoo ras zy. geboren worden, De
Omaguas hebben , volgens het verhaal van den
Heer de Ia Condamine, in de Mewpriën/van de
jikademie der tVetenfcbappem van. Parys voor
het jaar 174$-, de vreemde gewoonte dat
z y het voorhoofd van hunne-kinderen tus-
fohen twee planken perflen ,. even na dat
zy geboren z yn ,. én hen hier door de vreemde
gedaante doen bekomen die ’ er door ont-
ftaan moet, om hen des te beter, zoo zy
zeggen, naar de voilé Maan te doen gely-
ken. De Creeks-, een Volk van Noord-
Amerika, gaan geheel naakt , z y zyn zeer
Krygszuchtig, en befchilderen het vel van-
hun aangezicht,, met afbeeldzels van Haav-
difièn, Slangen , Padden, enz. om des te
v-reèslyker te fchynen,. De Wilden van de
Straat Davids zyn zeer groot, zeer fterk en
le e lyk, en leven doorgaans meer dan honden
jaren; hunne vrouwen maken infnydin-
gen in haar aangezicht, die z y met zwarte
v e r f opvullen , om hier door fchoonder te
zyn. Het bloed der Dieren J a een aange-
name.drank voor deze omdolende en vleefch-
eetende Volden. Men vind op het artikel
Blanketjlcen , wat de byzondere Volken in
ü werk ftellen om zich fchoonder te doen
fchynen, o f hunne huit te vertieren..
De Inwoonders.van. Florida zyn vry wel'
gemaakt, hunne kleur is een olyfyerf die op
het rood trekt,. ter oerzake van een Olie
van Roukou, waar mede z y zich wryven *
zy gaan byna-naakt, zyn dapper, en offeren
aan de Z o n , hunne voornaamfte Godheid,
de vyanden-op , die z y in den kryg
gevangen hemen, en eeten. hen Vervolgens,
Hunne Opperhoofden Paraoujlis, en hunne
Priefters o f Geneesheeren die Jonas ge-
noemt worden, en geiykvormig aan de Ka-
nadiaanfch'e Gochelaars zyn , hebban een
groot gezach over dit volk. De Natchez
een der wilde Volken van Louifiana, zyn
groot en dik , zy hebben een zeer lanve
neus , en een kin die eenigzins boogswys
is. Wanneer een aanzienelyke Vrouw onder
hen fterft, dat is te zeggen een edele
o f van het geflacht der Zon , zoo verworgt-
men twaalf kinderen , en veertien volwas-
fchen lieden, óm met haar begraven te worden.
Men lecht in derzelver gemeen- graft
keuken gereedfchappen, krygstuig en alle
de toebehoren, van een hultafel; De Caraï-
-bcrs, een Volk van het Eiland St, Vincent,
hebben, gelyk de Omaguas, het hoofd .-op
een
■ een misvormige en wanfchapen wy ze plat
gedrukt, hunne roodachtige kleur koomt
mogelyk alleen van de.Roucou voort, waar
mede zy hun lichaam met olie beverwen.
Hunne hairen zyn zwart, nooit.gekrönkelt.
o f gekrult, én hangen niet lager dan tot op
de fchouwderen a f ; zy hebben geen baart,
noch hairen aan de beenen, armen o fb o rft.
Hunne oogen .zyn zwart, groot,-uitpuilende
, en hebben een ontftelde ö p fla g ; zy
plaatzen hunne beenen, om dus te fpreken,
in een vorm , met hen aan hét opper- en
onder gedeelte van hunne kindsheit af te
knellen: hunneft reuk is zoo onaangenaam
dat hy tot een fpreekwoord geworden is :
hun verftand -is zeer bepaalt. Z y laten zich
een o f meermalen dopen, alleen om de ge-
fchenken 'die men hen by deze gelegenheid
doet. De Vrouwen eeten met hare mannen
niet , deze lautften zouden zich hier
door onteert achten. De liefde . is onder
hen hetzelfde als dé honger en dorft. Ein-
delyk hebben zy een gewoonte die altoos
verwondering baart; wanneer een vrouw
verloft is , zoo ftaat zy ftraks o p, verzorgt
alle de huiffelyke bezigheden , en de man
begeeft zich te bed, hy houd gedurende een
maand- het bed voor haar , zonder de tien
eerfte dagen te'eeten o f te drinken. Ten
einde der maand komen de bloedverwanten
en vrienden van den gewaanden zieken hem
bezoeken, maken infnydingen in zyn vleefch,
en tappen, hem dus bloed a f, zonder dat hy
’ er zich over durft beklagen; hy durft mede
in de zes eerfte’maanden geen vleefch
o f vifch eeten, uit vrees dat dejonggeboo-
re eenige der natuurlyké gebreken van deze
Dieren rnogt verkxygen.
, Bladz. 67. Ifle kol, reg. 9. van onder.
Men kan met vry veel grond ftellen , dat
het van de luchtftreek is , dat de ver-fchei-
denheden der Volken afhangt, ten -opzichte
van de algemeéne o f heerfchende geftelt-
heit van ieder derzelver, van hunne geftalte
, krachten , kleur van het vel en Bair ,
de during van het leven , de min ö f meer
vroegtydige bekwaamheid tot -de voorttee-
ling, de vroegtydige o f laten ouderdom., en
eindelyk hunne byzondere- -of land - ziektens.
Men kan den invloed der luchtftreek op het
natuurlyké der driften ■, fmaak , en zeden
niet ontkennen. De oude Geneesheeren hebben
dezen iflvloed opgemerkt,én het fchynt
dat de wetten, de gewoontens, en den aart
der Regering van ieder V olk één noodzake-
lyke overeenkomft met deszelfs driften, fnra-
ken .en zeden hebben. Maar met ons voor-
namentlyk aan delichamelyke gefteltheden
van ieder Volk* te bepalen, betrekkelyk tot
de luchtftreek onder welke hét woond, zot),
bepalen zich de voornaamfte vragen-der Ge-
neeskonft, die zich betrekkelyk tot dit onderwerp
aanbieden, aan déze; IVelkezyn de
gefieltheit, gejlalte, kracht en andere licha~
melyke hoedanigheden die aan iedere Lucht-
Jlreek byzonder zyn ? Een omftandig antwoord
.behoort eigentiyk tot de Natuurly-
ke Hiltorie van ieder Land. Men heeft
echter vry algeméén opgemerkt, dat de bewoonde
® van de heete luchtftreken veel
kleinder , van een veel droger gefteltheit,
veel levendiger, veel v rolykér, doorgaans
veel geeftiger, minder arbeidzaam, en minder
krachtig’ z yn ; dat hunne buit zoo blank
niet i s ; dat zy vroegtydigeE huuwbaar zyn,
dat zy vroeger oud worden, en dat zy minder
door den ouderdom vervallen, als,dé
Inwoonders van de-koude geweften; dat de
vrouwen der heete geweften zoo vruchtbaar
niet zyn, als die der koude; dat een blonde
zoo zeldzaam in de heete geweften i s ,
als éen bruinet in de Noordfche Landen ,
enz, dat in de by uitftek heete’ geweften de
liefde in de beide Sexen een blinde en geweldige
begeerte is , een ljchamelyke werking,
een graagte , een fchre.euw der Natuur,
in furias ignesque munt; dat zy in de
gematigde lüchfttreken een drift der ziel ,
een overdachte, overwogen, beredeneerde
en Syftematike ■ geneigtheit is , éen vöort-
■ brengzel der opvoeding.; en eindelyk dat zy
in de bevrozen luchtftreken, alleen het vreedzame
gevoel van een niet zeer .dringende*
behoefte 'is. Wat de vroegtydige licbatne-
lyke volkomenheit betreft,"het is eene waarheid
die door de ondervinding beveiligt
word, dat zy door de vroegtydige oeffening
van de verftandige vermogens vportgebracbt
word. Laten w y deze befchouwing eindigen
, en met de Heer Venei zeggen, dat de
menfchen die eerft onlangs in een andere
luchtftreek overgebracht zyn , aan’doenely-
ker voor de ongemakken zyn die ’er uit'
voortvloeijen, als de natuurlyké inboorlingen
: het is mede éen volftandige waarneming
, é n die algemeen bekent is , dat de
bewoonders der heete geweften met minder
nadeelen in koude Landen konnen overgaan
, 'als de Inwoonders van deze laatfte
11 h 2 ■ , - aan