3ï 8
SA AM O U N A .
S A A M O U N A . (* Byvoegz.'j Bladz.
441. ifte kolom, regel 13. Zyne wortelen,
welke zeer dik z y n , koomen zeven o f acht
■ voeten boven de aarde voo rt, en vormen,
even als fchoorcn o f fteunpylaren om den
ftam; het uiteinde van deze wortelen (trekt
zich zeer verre in het ronde uit. Het hout-
van den Saamouna, is moeijelyk te klieven
wanneer het oud is : het is met een graauwe
fchors bedekt, die met doornachtige oneffenheden
vervult is.
Idem, reg. 17. van onder. .Deze vrucht
■ is niet ryp o f hare fcbaal bord met eenig
geraas, en haar katoen zou wel ras door den
.wind weggevoerd worden, zoo het niet zorgvuldig
verzamelt wierd. De Indianen maken
’er dat gebruik van, dat w y van ons dons
doen ; namentlyk , z y vullen ’er de hoofd-
iuflens , voetdekens , enz. mede op : men
maakt '’ er thans meede bedden van. De
Negers en Jagers van dat Land., gebruiken
het op dezelve wys als wy de Zwam ; hier
toe voeren zy het in kleine kalabaflen mede.
Uit den Saamouna vloeit een Gom die '
men veronachtzaamt: mogelyk zou men van
dezelve nut trekken konnen. Het hout van
dezen B o om , heeft zeer weiflig hardheit:
men bedient ’er zich alleen van om Kanoes
zamen te .(tellen , die men dikwyls vernieuwen
moet: zyn fchors word met nut in een
afkookzel tegeös de Kinderpokken gebruikt.
De Saamouna koomt zeer wel van uit-
fpruitzels voo'rt; men plant hem doorgaans
voor de huizen , om.de koelheit van zyne
fchaduwe te genieten , en memverkieft hem
voor een boom van.een ander foort, omdat
hy in weinig tyd zeer dik en ioofrfk word,
en dat men zyne takken dien vorm doet aan-
■ neemen die men begeert. |
S A B E L D I E R , Mv/lelina 'Libelina.
{Byvoegz. en Verbet B) Uit is een klein wild
Dier , van de Noordfche Landen , *t geen
.de Noordelyke Deenen en Ruften' Sabelen
,of Sabels noemen. '
Het Sabeldier gelykt naarden Maner, door
S A B E L D I E R .
den vorm en houding van het lichaam , en
naar den Wezel, door de tanden ; deszelfs
opperkaak is met kleine en zeer fcherpe
tanden gewapent, en men ziet in deSzelfs
onderkaak, zes fnytanden , en twee vry
lange.hondstanden.; zyne pooten zyn breed,
en met. v y f nagelen gewapent ; men heeft
Sabeldieren van verfchillende kleuren, graauw
e , w itte , e n z . e n de kleur van hetzelfde
Dier verandert volgens de-jaargetyden ;
dat gene, dat in den Winter zwart bruin is,
is in den Zomer geel bruin.
Deze Dieren beminnen de oevers der rivieren
, die met dichte en fchad'uuwryke
boflehen bezet z y n ; zy fchroomen het water
niet, en voeden zich met Viflchen, Rotten,
Vruchten, en met Vogelen en Eekhoorns.
Men ziet hen met de ukerfte vlugheit op de
boomen klauteren, en van den eenen boom
op den anderen fprjngeri ; zy fchroomen de
hitte der Z o n t gedurende den nacht zyn zy
in een verbazende beweeging ; des daags in
tegendeel flapen zy omtrent een uur , na dat
z y gegeeten hebben , en brengen de overige
uuren in een foort van verdoving door;;
want fchoon men hen vat, n yp t, o f fchud,
zoo ontwaken zy echter niet. De Sabeldieren
zyn zeer driftig in de'liefde, Maarzy
geeven alsdan .een fterken en onaangenamen
reuk van zich.
De Jacht der Sabeldieren gefchied in Si-
beriën, alwaar déze Dieren meenigvuldig
zyn ; men gebruikt de Misdadigers enKrygs-
kneebten hier toe , welke men met dit oogmerk
afzend 3 . zy zyn verplicht om een zeker
getal vachten te leveren , zy mogen alleen
met kogels fchieten , ten einde de vellen
des te ’minder te befchadigen , ’ t geen
een gr-oote behendigbeit in hen vereifcht;
de vachten van de Sabeldieren , worden het
hoogfte gefchar. Deze koftbare Pelteryen,
vooral die gene , die men van Witimskoi
brengt, onderfcheiden zich van alle andere,
hier in , dat wanneer men de hand over de
harren tegens de vleug ftrykc, deze zoo ge-
makkelyk wyken, als wanneer men zulks in
eenen tegengeftelde zin doet , ’ t geen in de
vachten van geen .andere Dieren plaats heeft.
De
SAIGA. SALP: SANIKEL. SANKIRA.
De vellen van de Sabeldieren van Kamt-
fchatka , worden hoger als die van Siberiën
gefchat, fchoon zy een zoo fchoone zwarte
kleur niet hebben , en de Chinezen, die
het geheim bezitten om ’ er de kleur van te
volmaken, koopen hen tot eenen zoo hogen
prys , dat men ’er weinig uit Rusland
naar Europa brengt.
'S A IG A . Dit is een Dier ’ t geen men
in Poolen , Hongaryeu, Tartaryen , en in
het zuidelyke gedeelte van Siberiën v ind,
en het gene een nriddelfoort tufichende Gazelle
en de Tamme Geit fchynt te vormen ;
deszelfs hoornen zyn in de lengte: , even als
die van de Gazelle geftreept; maar in piaats
dat die van dit Dier, zwart ;zyn, zoo zyn die
van het andere wie en doorfphynende ; hier
om gebruikt men hen tot dezelve werken als
het fchildpad. De Seiga bemint het fprin-
gen, en heeft de vlugheit van de Gazelle;
hy bemint gelyk deze de heuvels en v lak -
tens, en zyn vleefch is uitmuntent; de over-
e'enkomften van den Saiga en de tamme Geit,
beftaan in de gedaante van het lichaam en
het hair,
S A L P E T E R . ( Byvoegz. ) De Heer
Godefroi Pietfcb, die den prys van 4 e Aka-
demie van Berlyn , in het jaar 1749, verworven
h e e ft, door een Memorie over de
Salpeter, is geflaagt om zelfs Salpeter van
Vitriool , verrotte Pis , en K a lk , te bereiden.
S A N I K E L . ( Byvoegz.") Men geeft
den naam van Berg-Sanikel, aan de Geum.
De Sanikel wyfje is dezelve Plant die Tour-
nefort dus betekent, Ajlrantia major, corona
jloris caudida. Z y groeit in de Boifchen ,
en hare wortelen zyn buikzuiverende , gelyk
die van het Nieskruid. Zie dit woord.
S A N K IR A . Dit is een beruchte plant
• in Japan , en die overvloedig tuflehen de
Struiken en Varen , groeit. Hare wortel ,
die zoo veel eigenfehappen als die van de
Gens-eng, bezit; is dik, hard, knobbelachtig
, inwendig w it , en heeft een laffe fmaak.
Hy fchiet kruipende fteelen u i t , die.met in
leedjes verdeelde takken bezet zyn: de richting
van deze takken , verandert by iedere
knoop, waar uit twee klaauwtjes voortkoo-
men , welke dienen om de Plant aan alles
valt te hechten dat zy ontmoet. Hare bla-
SA P. S A P P A D IL L A . S A R A N N E . 329
deren zyn rondachtig, zoo groot als een
hand, dun en1 groen ; de bloemen zyn zon-
nefchermswys gefchikt, en ten getale van
tien, op een voetfteeltje geplaatft ; zy zyn
geelachtig , en hebben zes bloembladen en
zes helmftyltjes die droog en meelachtig zyn,
maar zeer veel overeenkom!!: met de Kars-
fen in gedaante, jgrootte en kleur , hebben.
Iedere vrucht bevat v y f o f zes zaden, die de
grootte van een Lins hebben , z y zyn uitwendig
zwartachtig , inwendig witachtig ,
en bezitten een zeer harde zelfltandigheit.
. S A P , Succus. Men geeft dezen naam E
aan de vloeiftoflen welke men in de verfchü-
lende lichamen der Natuur ,. vind. In het
Ryk der Dieren heeft men de voedende , de
ader- en ilagaderJyke , de alvieesachtige. en
zenuuwzappen. In het Ryk der Planten
vind men de Balfems , dé Sappen die men
uittrekt; de Gommen en de Oliën. In het
Ryk der Mineralen vind men de bitumineu-
fe S a p p e n g e ly k de Peter-Olie; de me-
taalachtige Guhrs , en de wateren die met
aardachtige , o f fteenachtige , o f zoutachtige
deelen , bezwangert zyn: zie B i t u m
e n , W a t e r , G u h r , O l i e , en het
artikel Dierlyke buisboudinge achterhetwoord
M m s c h ,
S A P P A D I L L A , Anonafpecies. Dit
is een Boom die uit Amerika oorfpronkelyk
i s , en menigvuldig, op-de Eilanden van Ja-
maika en Barbados aangekweekt word om
zyne vruchten , waar van men menigvuldig
gebruikmaakt. Deze boom fchiet ter hoogte
van een Appelboom op ; zyne bladeren
zyn groen , en gelyken naar die van den
Laauwrier; zyne bloemen beftaan uit drie
bladeren, en worden door een fteeltje on-
derfteunt, ’er volgen ,rondachtige vruchten
o p , die met een fchors bedekt z yn , en waar
van het vleefch de zaadhuisjes omvat welke,
bruine zaden beüuiten , die met een witte
V o o r , geftreept zyn. De vrucht word geel
onder het ryp worden.
S A R A N N E , Liliumfiore atro rubente.
Dit is een foort van Lelie , die men alleen,
zoo de Heer Steller ze eh t, in Siberiën, en
op het Schier-Eiland Kamtfchatka vind. Deze
Plant fchiet ter hoogte van een halve voet
op : hare wortel heeft de dikte van die der
Look : haar fteel is zoo.dik als de fchacht
van een Zwaneveder; hy is rood aan de on-
T t der