DE HAARLEMMERMEERPOLDER.
Gemeente: Haarlemmermeer.
De Haarlemmermeerpolder, geheel liggende binnen eigen dijken
en ringvaart is in de Provincie Noorclkolland omringd door den
Ben'nehroekerpolder, de booge gronden onder Heemsfe.de, de Ver-
eenigde Groote en Kleine polders, den Vijfhuizerpolder, den Poelpolder,
den Zwiderpolder , den Bottepolder, den Zwetpqlder, den
Osdorperbovenpolder, den Lutkemeerpolder, den Middelveldschen
Akerpolder, den Riekerpolder, den liietwijkeroorderpolder, den
Schinkelpolder, het boezernlaud Van Aalsmeer eh den Westeinder-
plas. V o o t het overige ligt hij tegen de polders der Provincie
Zuidholland.
De polder is omgeven döot een ringdijk hoog 0.25 M. tot
0.65 M. + AP., längs wiens buitenberm een rijweg ligt.
Tan Aalsmeer tot Vijfhuizen bij Haarlem wordt de polder
doorsneden door een dijk, aangelegd door het Departement vari
Oorlog.
Om den ringdijk is eene , gegraven ringvaart. De kade der
polders aan de andere, zijde van deze behooren v o o t het meeren-
deel in eigendom aan den Haarlemmermeerpolder en worden door
dezen onderhouden,' doch Hggen niet binnen zijn poldergebied.
De ringvaart, tot den boezem van Rijnland behoorende, staat
met dezen behalve met kleine slooten of wateringen in gemeen-
schap bij de Kaag, bij het Spaarne, bij de Liede, bij het Nieuwe
Meer, bij den Westeinderplas en bij de Oude Wetering.
Toegang tot den polder wordt gegeven längs verschillende
bruggen en pontveren. Zie Rijnland blz. 160 en 161.
Drie stoomwerktuigen ontlasten den polder van het overtollige
water, te weten: de Leeghvxiter aan de Kaag, de Cruquius bij
Eeemstede en de Lijnden tegenover den Lutkemeerpolder aan het
noordeinde van den Hoofdweg.
De Leeghwater, van 1843—1845 gebouwd, heeft 5 bouilleur-
ketels voor 3.6 KG. overdruk en ieder van 82 M2. verhittingsoppervlak.
Een verticaal compound-stóomtuig met eondensatie
door injectie, met 2 binnen elkaar geplaatste stoomcylinders brengt
elf balansen in beweging, die ieder op eene verticale zuigpomp
werken. "Van deze pompen er echter maar 9 tegelijkertijd. Elke
pomp heeft 1.60 'M., middellijn en 2.70 tot 3 M. slaglengte.
Wateropbrengst 122 à 325 M3 per minmit.
De Cruquius, gebouwd van 1846—1849, heeft 6 Lancashire
ketels met Galloway-huizen (waarvan 2 reserveketels), voor 4.3
KG. overdruk.
Elke ketel heeft bij den Cruquius 99 M2. verhittingsoppervlak.
Een verticaal compound stoomtuig met eondensatie door injectie,
met 2 binnen elkaar geplaatste stoomcylinders, brengt door
acht balansen even zoovele zuigpompen in beweging, waarvan 7
tegelijkertijd werken.
Elke pomp heeft 1.83 M. middellijn en 2.70 M. à 3 M. slaglengte.
Opbrengst per minuut 122 à 325 M3.
In 1893 is het stoomgemaal van de Lijnden, dat gelijk was aan
den Cruquius, vervangen door twee nieuwe centrifugaalpompgemalen.
Deze, tegenover elkaar geplaatst, hebben 6 Lancashire ketels
met Galloway-buizen, (waarvan 1 reserveketel, indien de twee genialen
samen werken) voor 7.2 KG. overdruk.
Elke ketel heeft 100 M2. verhittingsoppervlak.
Toofts een verticaal compound stoomtuig met eondensatie
en injectie, elk met 1 grooten en 1 kleinen boven elkaar
en boven de krukas geplaatsten stoomeylinder, welke krukas direct
verbonden is aan de as van de centrifugaalpomp.
De afvoerbuis van iedere pomp heeft eene middellijn van.1.372
M., zieh verwijdende tot 3.45 M2 aan den mond.
De wateropbrengst is voor ieder 330 Ma. per minuut, bij 4.75
M. opvoerhoogte.
Na de inwerkingstelling dezer gemalen zal vermoedelijk de
Cruquius alleen als reservemachine beschouwd worden.'
Bezuiden Aalsmeer, ruim 1000 M. bezuiden den Kruisweg, ligt
eene dubbele schutsluis, door de Militaire Genie in 1891/2-gebouwd
en ook dienende voor de inundatie.