en den Oostbijlmerpolder en werd in de eerste helft der 17äe
eeuw bekaad.
De waterkeeringen zijn: eene kade längs de Gaasp en nartst
den weg in het Gein eene kade längs het Gein; voorts de Hol-
landgehe- en Stichtsche kaden; verder de Rijksstraatweg bij Abkoude.
Al deze kaden liggen 0.16 M. -|- AP.
Eene kade van den Rijksstraatweg tot het Zandpad scheidt
den polder van den Oostbijlmerpolder en is niet hooeer dan
1.58 M. — AP.
De kade längs het Zandpad wordt onderhouden door Com-
missarissen van het Weesper Zandpad, de Holländische kade door den
polder en de andere kaden door de eigenaars der aangrenzende
landen of polders.
De polder wordt bemalen door een windschepradmolen van
25.46 M. vlucht. Het soheprad heeft eene middellijn van 3.10
M.; de schoepen zijn 0.50 M. breed.
In het Zandpad en het Gein liggen eenige inlaatduikertjes van
particulieren, onder toezicht van het bestuur.
De inlaatduiker, vroeger gelegen hebbende onder den Rijksstraatweg
aan het Zwet, die aan den polder behoorde, is
opgeruimd.
Aan het einde van de Water- "en van de Noordsloot wordt een
duiker onderhouden om het hooge van het läge land te scheiden.
Het zomerpeil van den polder is 1.90 M. AP. Winterpeil
is niet vastgesteld.
De grootte is 402.6056 H., waarvan 398.6106 H. schuld-
plichtig zijn Zij betaalden van 1888—1892 gemiddeld f 2.70
per H. ’s jaars.
Het bestuur is bij regiement van 1877 (Prov. Blad n° 55)
opgedragen aan drie Poldermeesters, die uit hun midden een
Voorzitter kiezen. De Poldermeesters worden rechtstreeks door
de stemgerechtigde ingelanden gekozen. *)
DE OOSTBIJLMEllPOLDEK,.
Gemeente : Weesperkarspel.
De Oostbijlmerpolder ligt tusschen den Bijlm.ermeer, den Gein- en
Gaasperpolder en den Rijksstraatweg van Amsterdam naar Abkoude.
Zijne waterkeeringen zijn : ten noordwesten eene kade längs de
ringsloot van den Bijlmermeer, hoog 0.16 M. + AP.; ten westen
eene ternauwernood zichtbare kade längs de vervallen Visschers-
kade, de waterkeering van den Weslbijlmer- en Klein-Huiven-
drechtsehen polder en den Rijksstraatweg; ten oosten eene
kade längs den Gein- en Gaasperpolder, hoog 1.58 M .— AP.,
die ruim 20 jaar geleden is opgeworpen om het water van dien
polder, dat meest altijd een weinig hooger staat dan dat in den
Oostbijlmerpolder, te keeren, en eindelijk ten noordoosten eene
kade op den Weesperweg, die in onderhoud is bij de Commissa-
rissen van het Weesper Zandpad.
Sedert ongeveer 10 jaren worden al deze waterkeeringen, be-
halve de Rijks straatweg, door den polder onderhouden. Men is
voornemens ook eene geheel nieuwe waterkeerende kade aan te
leggen tusschen dien straatweg en den Staatsspoorwegdijk, om op
afdoende wijze het overloopende water van den Westbijlmerpolder
te keeren.
De polder wordt bemalen door een windschepradmolen, staande
aan de Bijlmerriugslool en daarop uitslaande; vlucht 25.80 M. ;
middellijn van het scheprad 6 M . ; breedte der schoepen 0.49 M.
Deze molen schijnt niet voldoende om den geheelen polder droog
te houden, weshalve in 1893 besloten is tot afdamming van het
zuidwestelijk deel van den polder bij den straatweg, ten einde dit
door afzonderlijke bemaling te gerieven.
Onder den Rijksstraatweg, niet ver van den spoorwegdijk,
ligt een inlaatduiker. Ook bij den molen kan men water in den
polder laten vloeien.
Het zomerpeil is 2 M. — A.P.; vast winterpeil is niet aange-
nomen.