0 .60 M. — A P ., wordt met den Osdorperbinnenpolder onder-
houden. De polder draagt hierin 2/3 gedeelte.
De bemalingsmiddelen zijn, 1°. een stoomvijzelgemaal in 1878 gestiebt,
staande aan de Maljapenkade bij den Overtoom en uitslaande
op de Kostverlorenvaart.
Dit stoomgemaal werkt met hooge drukking met veranderlijke
expansie en condensatie en heeft een Cormvall-ketel met ver-
warmingsoppervlakte van 42 M2. De machine is liggend en
werkt direct op eene vijzel van 2 M. middellijn, heeft 40 PK.
en slaat gemiddeld 60 M3 per rainuut uit;
2°. een windvijzelmolen staande bij de Baarsjes aan de Maljapenkade,
van 26. M. vlucht; middellijn van de vijzel 2 M.; thans
buiten gebraik ;
3°. een windvijzelmolen staande aan den Rijksstraatweg
nabij den Groeneweg en uitslaande op de trekvaart, van 26 M.
vlncht; middellijn van de vijzel 2 M.
Onder den Sloterstraatweg nabij het Suis de Vraag ligt een
inlaatduiker om het water uit' de Schinkel in den polder te laten.
Bij de Baarsjes en bij den Overtoom zijn overhalen gemaakt.
Over de eerste ligt eene draaibrug voor voetgangers, over die bij
den Overtoom eene rol-rijbrug.
Binnen de grenzen van den polder ligt de Sloterdijkermeer (zie
hieronder) die niet tot zijn gebied behoort, maar wel tegen beta-
ling wordt bemalen.
Het zomerpeil is 2 M. — AP., het winterpeil 2.10 M. — AP.
De grootte van den polder is 1811. 8348 H ., waarvan in 1885 en
1886 voor 14.7287 H. de lasten zijn afgekocht, welke gronden be-
hooren tot die, gelegen tusschen den Rijksstraatweg, het Slapad
en de Maljapenkade, die tegen betaling van f 200 per H. van
den polderomslag kunnen worden vrijgesteld, ingevolge de wijzi •
ging van het bestuursreglement van 1882.
In dit cijfer van perceelen, van welke de polderlasten zijn afgekocht,
is begrepen het terrein van de Asch- en Vuilnisbelt ter
grootte van 7.4255 H ., hetwelk ontpolderd is geworden door
de wijziging van het bijzonder regiement van 1886,
De lasten bedroegen van 1888—1892 f 5 per H . ’sjaars.
Bij regiement van 1868 (Prov. Blad n°. 56), gewijzigd in
1882 (Prov. Blad n°. 52) en in 1886 (Prov. Blad n°. 67) is
het bestnur opgedragen aan vijf Poldermeesters, waarvan een
Voorzitter en aan zes Hoofdingelanden.
De Yoorzitter en de Poldermeesters worden door de Hoofdingelanden
benoemd. *)
DE SLOTEllDUKERMEER.
Gemeente : Sloten.
De Sloterdijkermeer is in 1644. bedijkt en drooggemaakt krach-
tens octrooi der Staten van 7 Dee. 1641. Deze polder ligtgeheel
in de Sloterbinnen- en Middelveldsche Gecombineerde polders,
doch behoort niet tot dier gebied. Hij is omringd door eene
kade, hoog 1.425 M. — A P ., die door den polder op gern eene
kosten wordt onderhouden. Aan de noordzijde ligt eene steenen,
aan de zuidzijde eene houten brug, die toegang tot den polder
geven.
In 1893 is de windvijzelmolen verbrand en daarna vervangen
doof een molen met centrifugaalpomp, staande aan de oostzijde
en uitslaande op de Sloterbinnen- en Middelveldsche Gecombineerde
polders.
Het zomerpeil is 4 .5 2 M . ¡ p l A P . Des winters wordt het
water zoo laag mogelijk afgemalen.
De grootte van den polder is 109.6222 H ., waarvan 107.5602
H . belastbaar.
Aan de Sloterbinnen- en Middelveldsche Gecombineerde polders
worden voor de bemaling de gewone daarvoor bepaalde lasten
betaald, die in 1892 f 5 per H. bedroegen. De volle lasten
*) Zie de notulen der Zomervergaderingen van 1868, Bij läge 12, van 1882,
Bijlage I J eil van 1886, Bijlage J J .