Binnen deze omringing ligt de Bielofsmeer, die, ingevolge
eene overeenkomst van 28 Juni 1853, gelijk met de landen van
den Borregeesterpolder, diens polderlasten draagt, waarvoor hij
op dezen zip water uitmaalt.
Buiten de omringing zijn er ook nog landen, die tegen beta-
ling der gewone lasten onder bemaling van den Borregeesterpol-
der zip. Zij liggen ten zuiden des polders, worden ten noorden en
ten oosten bespoeld door het water van het Uitgeestermeer, waar-
tegen zij door dijken beschut zijn, en zijn ten zuiden aangesloten
aan hooge gronden der kom van bet dorp Uitgeest. De polder
ontvangt het water dezer landen, groot 10.6185 H ., door eene
pomp , gelegen onder den uitwateringstocht van den Castricummer-
molen.
De dijken rond deze gronden zijn voor rekening van de eigenaars.
D e w in d v i j z e lm o l e n , d ie d e n p o l d e r b em a a l t , S ta a t i n d e n n o o r d -
o o s th o e k en m a a l t u i t o p d e Oude N ie , d ie m e t h e t Langemeer
g em e e n l i g t . Vlucht 21.80 M.; m id d e l l i jn v a n d e v ijz e l l . 55 M.
De polder heeft een inlaatduiker, liggende bij den uitwateringstocht
van den Castricummernioien.
Zomerpeil 1.16 M. — AP. Vast winterpeil is niet aange-
nomen.
Grootte des polders 158.2063 H. en 4.3960 H. pol der water.
18.6648 H. die of niet op den polder künnende afwateren,
hun water op den Groot-Limmerpolder doen afvloeien, of buiten-
dijks gelegen zijn, betalen geen lasten. De schuldplichtige
landen zijn dus groot 139.5415 H.
Het gemiddeld bedrag der lasten was in de jaren 1888—1892
f 4 .50 per H. ’s jaars.
Het bestuur, vroeger gevoerd door Schout en Schepenen, later
door andere personen en daarna door Burgemeester en Wethou-
ders van Uitgeest, is bij het regiement van 1873 (Prov. Blad n°.
68) opgedragen aan een Dijkgraaf en twee Heemraden, die
rechtstreeks door de stemgerechtigde ingelanden worden gekozen. *)
DE DIELOFSMEER.
Gemeente : Uitgeest.
De Bielofsmeer, gelegen in den Borregeesterpolder, is veel vroeger
dan deze bedijkt. j Zijne kade beschermt hem slechts over
eene lengte van 5 of 6 M. tegen het water van het Uitgeestermeer.
Aan beide zijden is deze kade aangesloten aan den dijk van
den Borregeesterpolder. Zij is 0.15 M -f- AP hoogen wordt even-
als de ringkade in den 'Borregeesterpolder, hoog 0 75 M. — AP.,
voor gemeene rekening der eigenaars des polders ondeThouden.
In den zuidoosthoek des polders staat een schepradmolen.
Vlucht 7 M.; middellijn van het liggend scheprad 0.8 0 M.;
breedte der schoepen 0.20 M.
Vroeger geschiedde de uitmaling onmiddellijk op Schermerboezem
, doch de molen was toen, omdat het water te hoog moest
opgebracht worden, niet voldoende om den polder behoorlijk dróog
te houden. Daarom is vergunning verzocht om op den Borregeesterpolder
uit te malen en is die bij overeenkomst van 28
Juni 1853 verleend onder voorwaarde, dat de Bielofsmeer hec-
taarsgelijk zoude dragen in de lasten van den Borregeesterpolder.
Tn de westzijde van den polder is een inlaatduiker.
Zomerpeil 1.56 M. — AP.
De polder is groot 26.9740 H.
Het poldertje heeft geen regiement. Een der eigenaars voert
het beheer 2).
J) Volgens Mr. G. de Tries Az. in zijne Nieuwe bijdrage tot de geschiedenis
van het Hoogheemraadschap van den Hondslossche en Dainen tot Fetten, is
de Dielofsmeer door Koniug Philips hij brief van 24 Mei 1557 te r bedijking
uitgegeven, en is daarop ook bedijkt.
Op eene kaart u it het begin der 17e eeuw, berustende in het archief der Provincie,
waarop de D o rr^ ^ ite rlan d en nog als onbedijkt voorkomen, vindt men
den Dielofsmeer ook reeds met zijn dijken en molen geteekend ; op de kaart
van Be e l d s n ijd e r is de molen aangewezen.
if Zie notulen der Zomervergadering van 1873, Bijlage W.