A m s t e r d am .
Wiidte Diepte van
van slagbalk Sohutlengte.
doorvaart. — AP.
met 2 paar deuren en
dubbele ophaalbrug;
19°. de Bapenburger-schutsluis 9.06 M. 3.82 M. 50.65 M.
met 2 paar deuren en
basculebrug;
20°. de Wedindische-schutdnu 8.92 // 3.46 // 34.95 |
met 2 paar vloed- en 1
paar ebdeuren en basculebrug.
Achter de slnizen sub
9° en 20° bevindt zieh:
21°. de Sint-AntAonie-scfiutsluis 8.50 //' 3.65 " 48.60 //
met 2 paar vloed- en 2
paar ebdeuren en vaste
brug;
22°. de Eenhoornsc7mtsluis,me,t
2 doorvaarten, de groote
doorvaart met 3 paar
v lo e d - en toldeuren.. . . 6.16 // 3.09 // 45.41 //
de' kleine doorvaart met
2 paar vloeddeuren.. . . . 3.86 //
Over deze sluis ligt
eene vaste brug;
23°. de schutsluis in het Westerkanaal..........................
2.86
10.— * 3 50 // 122.-
met 2 paar vloed-, 2 paar
eb- en toldeuren.
I I . Water staatkundige toestand der stad.
Binnen de sub I beschreven waterkeeringen ligt de stad, be-
houdens eenige nader te vermelden uitzonderingen, met hare
straten en terreinen boven den hoogsten waterstand in de grachteil,
dokken en havens. Tan die wegen en terreinen wordt dus
längs den natuurlijken weg het hemel- en huiswater op die wateten
afgevoerd, waarvan de waterstand gemeen ligt met den
boezem van Amstelland en met dien van het Noördzeekanaal,
zoolang althans op die beide boezems de stand lager is dan 0.20
M. — AP. Is dat peil bereikt, dan sluit Amsterdam, ingevolge
eene regeling met het Hoogheemraadschap Amstelland in 1880
getroffen, de beweegbare keeringen naar die zijde en tevens de
keeringen naar de zijde van het afgesloten LT of Noordzeekanaal,
zoodat Amsterdam dan een gesloteü waterschap of polder vormt,
waarbinnen de waterhoogte door het stoomgemaal te Zeeburg wordt
onderhouden op 0.20 M. — AP. of daar beneden. Het over-
tollige water wordt uitgeslagen op het oostelijk 1 J (Zuiderzee).
Op dezen algemeenen toestand bestaan de volgende uitzonderingen
:
1°. In het gedeelte van de jongste uitbreiding der stad in den
Overamstelschen polder zijn de terreinen van de bierbrou-
werij «de Am-stel" en het Oosterpark aangelegd op polderpeil,
zoodat van die terreinen de afwatering op den
polder en niet op den stadsboezem plaats heeft.
2°. In den BinnendijkscTien Buitenveldersche/n polder is eene
smalle strook, grootendeels bebouwde grond, längs de
zuidzijde van de Govert Flinckstraat (het vroegere zuide-
lijk Zaagmolenpad) tusschen den Amstel en de Hemonystraat
evenals het Sarpkatipark, aangelegd op polderpeil. Beide
terreinen, door de omgrenzende hoogere gronden van de
afwatering op den polder afgesloten, worden kunstmatig
drooggehouden, en wel het eerste met eene centrifugaal-
pomp gedreven door eene gaskrachtmaehine, het tweede
met een stoomgemaal. Tan beiden heeft de waterafvoer
plaats door de riolen in de omliggende straten naar het
stadsboezemwater; terwijl tevens het stoomgemaal van het
park dienst doet voor den afvoer van kunstmatig ingelaten
water uit den Amstel, ten dienste van een waterval in het
Sarphatipark.