Ätrakef, begint de k irakeldijk, die doorloopt tot den straatweg
en längs een stak weg overgant op den Moleudijk. Beide deze
dijken, hoog 1.42 en 1,50 M. — AB., scheiden den polder van
den polder Hensbroek en zijn bij hem in onderlioud. Jtlet ge-
deelte weg, dat. deze dijken verbindt, lioog 1.40 M., wordt door
den gebruiker onderbouden.
Aan de west- en noordwestzijde grenst de polder aan de ringsloot
van de Hugowaard en van den Berkmeer, beide Raaks-
■maatsboezem: De dijk längs de ringsloot van de Hugowaard hoog
0.20 M. -j- AP., wordt op enkele kleine gedeelten na onderhou-
deu door den polder, evenals die längs de ringsloot van den
Berkmeer, hoog 0.27 M . -j- AP.
In den polder liggen de poldertjes de Weel en Braken, die
door eigen dijken en ringsloot zijn omgeven, naaar noch tot de
banne noch tot den polder Obdam behooren.
De polder wordt bemalen door een stoomgemaal en een wind-
vijzelmoleu, beide uitslaande op Raaksmaatsboezem.
Het stoomgemaal, in 1877 gesticht, heeft een ketel van 35
M2. verwarmingsoppervlak. De liggende machine brengt eene
vijzel in beweging van 1.65 M. middellijn en van 22 WPK.
De windvijzelmolen heeft eene vlucht van 26 M . en eene vijzel
van 2 M. middellijn.
In den dijk bij den Berkmeer tegenover de Pompsloot ligt een
inlaatdniker.
Het zomerpeil is 2.20 M., het winterpeil 2.40 M. — AP.
De polderis 750.3015 H. groot, die allen de lasten dragen. Hieron-
der zijn begrepen de Slaartlanden, groot even 30 H ., ingesloten
tnsschen den Spierdijk ten oosten, de Wogmeer-ringsloot ten
westen, den Verlaatweg ten zuiden en den Kapelleweg ten Morden.
Zij laten door een duiker in laatstgenoemden weg hun water
op den polder afioopen.
Op het kohier van Geestmerambacht over 1891 was de polder
voor zeedijks- en Raaksmaais\asim aangeslagen voor 752.7824 II.
De eerstgenoemde worden echter ongeveer tot het bedrag der
opbrengst door Geesimerambacht aan de Vier Noorder Koggen
terugbetaald, volgciis liet voorschrift van art. 34 van bet regle-
inent voor het College van Hobfdingelanden van Westfriesland,
(Prov. blad n°. 42 van 1864), dat bepaalt, dat voor de overbren-
ging der bannen Obdam en Hensbr'oek van de Vier Noorder Koggen
tot Geeslmerambaehl, door dit ambaebt aan het eerstgenoemde
eene vergoeding voor zeedijkskosten zal worden betaald, gelijk-
staande aan 6.6 % van het geheele bedrag, dat ten laste der
Vier Noorder Koggen komt.
Van de Hugowaard wordt jaarlijks / 17.60 voor vergraven
grond ontvangen.
De lasten bedroegen van 1889—1892 f 10.30 per H. ’s jaars.
Volgens het regiement van 1859 (Prov. Blad n°. 129), gewij-
zigd in 1887 (Prov. Blad n°. 54) en in 1893 (Prov. Blad n°.
57), is het bestuur opgedragen aan vijf leden, waarvan een Voor-
zitter, en vier Hoofdingelanden. De Voorzitter en de andere leden
worden reehtstreeks door de stemgerechtigde ingelanden ge-
kozen. x)
DE WEEL EN Bit AKEN ONDF.fi OBDAM.
Gemeente: Obdam.
De Weel en Braken ligt geheel binnen den polder Obdam.
Den 19den Januari 1632 werd door de Staten van Hollanden.
Westfriesland octrooi verleend aan Jhr. J a c o b v a n W a s s e n a a b ,
Heer van Obdam, enz., om vier braakjes, ruim 60 morgen groot,
te bedijken en droog te maken. Hierbij werden gevoegd eenige
tusschen die braakjes gelegen perceelen land en water, waama
de geheele oppervlakte verdeeld werd in negen afconderlijke poldertjes,
die allen met elkaar vereenigd waren door acht onder-
grondsche duikers.
Twee dier poldertjes, de Waal of Weel en de Poel, liggen ten