§ 1. SCHERMERBOEZEM.
H oogheemraadschap van de Uitwateeende Siyuizen in
R ennemerland en W estfriesland.
Het voornaamste water van den Sch er m erbo ezern en waarin de
meeste van zijne andere wateren uitloopen, is het Noordhollandsch
leanaal, van de kom der gemeente Purmerend tot het Nieuwe-
diep.
Te Purmerend is dat kanaal, lang bijna 80500 M., door eene
schutsluis in twee deelen gescheiden, waarvan het dene, strek-
kende van Buiksloot tot Purmerend, tot den binnenboezem van
het Hoogheemraadschap Waterland behoort en het andere Scher-
merboezem is. Dit deel gaat längs de Beeideter, den Starnmeer
en Kamerhop, den Filandspoläer , den Scherm.er , de gemeente
Alkmaar, längs Geestmerambacht, midden door de Zijpe en längs
het Koegras.
Het is verdeeld in twee panden, het l ste van Purmerend tot de
Zijper schutsluis, lang 51425 M., en het 2de van daar tot de
Koopvaard£rs*c\\\\ts\ms, lang 12035 M., terwijl nog een derde
pand zieh van de Koopvaardersschutsluis tot de maritieme bin-
uenhaven van Nieuwediep uitstrekt, lang 980 M.
Het peil van dit kanaal is dat van Schermerboezem, d. i. 0.58
M. — A.P.
De schutsluis te Purmerend heeft 2 openingen, eene groote
en eene kleine. Beide hebben 2 paar puntdeuren.
De groote heeft eene doorvaartwijdte van 15.65 M., eene
schutkolklengte van 65.26 M.; de beneden- en bovendrempels
liggen op 6.83 M. — AP. De klei ne heeft eene doorvaartwijdte
van 5.58 M. en eene schutkolklengte van 21.35 M.; de
beneden- en bovenslagdrempels liggen op 3.65 M. — AP.
Het kanaal heeft vervolgens eene breedte van ten minste 37.60
M., bij eene bodembreedte van 10 M. en eene diepte van 5.50
M. — AP.
In het Alkmaardermeer is aan de zijd.e van het meer een
plempdijk gemaakt, evenals bij de Vuile Gracht bij West-Graft-
dijk. Bij Alkmaar is eene voor de scheepvaart lästige bocht
afgesneden.
Aan het Zand, ter plaatse waar de Zijpsche zeedijk door het
kanaal wordt doorsneden, ligt de Zijper schutsluis, dienende om,
tot bewaring van het zomerpeil, volgens de overeenkomst van
27 Aug.— 5 Sept. 1819, goedgekeurd bij K. B. van 13
April 1820, n°. 26, het water in Schermerboezem op te houden
en tevens kunnende gebruikt worden om bij eene onverhoopte
doorbraak van den Koegras-zteA\\jk. of het bezwijken van eene der
sluizen te Nieuwediep, het zeewater uit den boezem te weren.
Deze sluis heeft 2 paar puntdeuren, naar weerszijden keerende,
eene doorvaartwijdte van 15.47 M. en eene schutkolklengte van
116.32 M. De slagdrempels liggen op 6.50 M. — AP.
Hoewel de eigenlijke Schermerboezem, althans het gebied van
het Hoogheemraadschap hier eindigt, worden daartoe gewoonlijk
geacht feitelijk te behooren de verdere deelen van het Noordhollandsch
kanaal.
Dit kanaal behoudt dezelfde afmetingen tot de Koopvaar-
¿ferischutsluis te Nieuwediep. Deze sluis heeft 2 paar vloed- en
2 paar ebdeuren, eene doorvaartwijdte van 16.60 M. en eene
schutkolklengte van 49.60 M. De slagdrempels liggen op 6.58
M. AP. De daarnaast gelegen schutsluis in het Nieuwe Werk
is van veel geringer afmetingen; doorvaartwijdte 6.53 M.; schutkolklengte
22-30 M.; ligging der slagdrempels 2.42 M. — AP.
Over dit kanaal liggen verseheidene bruggen en wel:
spoorwegbruggen bij Alkmaar en in het Koegras, draaibruggen
te Purmerend en te Alkmaar bij de voormalige Friesche poort,
en vlotbruggen te Westgraf td ijk , te Alkmaar bij het Heilige
Land, te Koedijk, te Schoorldam, in den Burgerweg, m den Sint-
Maartensweg en aan V Zand, deze laatste drie in de gemeente