molens van den polder Schagen en in eene noordelijke nchtmg,
onder den naam van Bansbot, tot de twee noordelijkste.
De afmaling van den W em geschiedt door een stoomgemaal
en drie vijzelmolens, allen staande nabij Kolhorn. Het stoomgemaal,
in 1871 gesticht, lieeft twee Cornwall-ketels ieder van 37 M . ver-
warmingsoppervlak. Het horizontale stoomwerktuig brengt eene
vijzel in beweging van 2.30 M. middellijn, die 95 M3 water per
minuut kan opbrengen. De vijzelmolens hebben eene vlucht van
27 M. en vijzels van 2 en 2 . 10 M. middellijn.
Het peil, waarop de boezem gebracht wordt, is 0.93 M. AP.
De bovenkolk ontlast zieh door eene duikersluis, de Schager-
sluis genaamd, liggende in den Ouäen Westfrieselten zeedijk, op
den voorboezem, het Kolhornerdiep, dat tusscben de polders
Waard en Groet heen strekt tot de zeeslnis en zieh daardoor
in zee ontlast.
De voorboezem mag niet hooger opgemalen worden dan tot
0 70 M. + AP. Het bestuur der Strijkmolens.heeft echter
het recht zijne opmaling op te voeren tot 0.85 M. - f A P .,
mits het bestuur van Waard en Groet twee jaar te Voren waar-
schuwende, ten einde het gelegenheid te geven zijne kaden vol-
doende te verhoogen en te versterken.
De opmaling geschiedt echter nimmer hooger dan 0 .60 M. +
AP., omdat de dijk längs den Groetpolder geen hooger peil ver-
dragen kan. Tot noemenswaard ongerief voor het waterschap der
Strijkmolens heeft dit nooit aanleiding gegeven.
De duikersluis, die 4.50 M. wijd is met den drempel op
1 65 M. — AP., heeft twee vloeddeuren, die altijd open staan.
De vroeger bestaan hebbende schuif is weggenomen.
Ingeval het noodig is den koggeboezem van versch water te
voorzien, kan dit, door den polder Schagen heen, door middel
van het Schagerverlaat uit Geestmerambachts-boezem worden m-
„elaten; maar sedert tal van jaren laat men water in door de
sluis in de Kromme Goww, nabij Kolhorn, uit den boezem der
Niedorperkogge, .
beheer en onderhoud dier molens, van den kadijk der bovenkolk
liggende 0.80 M. -j- AP., grenzende aan den Kaagpolder, en van
den koggeboezem.
De kosten worden omgeslagen over de zes polders, naar de
grootte van de tot elk hunner behoorende schuldpiichtige landen,
en over eenige weinige boezemlanden in het dorp Barsingerhorn
en beoosten de Kleine Compagnie. In de polders geschiedt de
invordering door hunne besturen tegelijk met hunne bijzondere
polderlasten. Yan de boezemlanden wordt de aanslag onmiddel-
lijk door den penningmeester der Strijkmolens ge’ind.
Op den voor het Heemraadschap der Strijkmolens van de
Schagerkogge opgemaakten ligger komen de volgende schuldpiichtige
oppervlakten voor :
De Schrinkkaag . . .
De K a a g ................
De Hooglandspolder
De Slikvenpolder.. .
De polder Schagen .
De polder Burghorn
Boezemlanden.........
‘87.1424 H.
540.7151 u
518.9395 //
307.3567 t,
1427.0780 „
293.8032 //
4.6298 //
geheel 3179.6647 *
Onbelast zijn 16.5423 H . water en'kadijk ten name van het
Heemraadschap staande.
Het bedrag der StrijhnolenYosten over de jaren 1888—1892
is geweest ,/1 .9 0 per H.
Het algemeen bestuur der Schagerkogge, d. i. het bestuur der
Strijkmolens, wordt volgens het regiement van 1861 (Prov.
Blad n°. 70), gewijzigd in 1869 (Prov. Blad n°. 44), in 1873
(Prov. Blad n°. 75), in 1890 (Prov. Blad n°. 46) en in 1893
(Prov. Blad n°. 54), uitgeoefend door een Dijkgraaf en vier
Heemraden, te zamen uitmakende hët College van dagelijksch bestuur,
en een College van Hoofdingelanden. Dit laatste bestaat