De lioogte van de kruin is zeer afwisselend. Van nommer 78
tôt 60 wisselt deze af van 4 .60 tôt 4 .06 M. -j- A P ., van daar
tôt nommer 46 van 5.3 9 tôt 4.9 0 M. -j- AP., van nommer 45
tôt 38 van 4.6 0 tôt 4 .06 M. A P ., van nommer 38 tôt 18
van 5.3 9 tôt 4.9 0 M. -f- A P ., van nommer 17 tôt 13 van
4.9 0 tôt 4 .5 0 M. -J- A P ., van nommer 13 tôt 9 van 4.60 tôt
4 .06 M. -f- A P ., van nommer 8 tôt 3 van 4 .70 tôt 4.2 5 M.
-{- A P .; in nommerpaal 3 bedraagt de hoogte 4 .2 5 M. -j- AP.
en eindelijk in de nommer s 1 en 2 gemiddeld 3.05 M. -j- AP.
Nog verdient opmerking, dat op den dijk in n°. 34—27 en
van n°. 24—1 Slangs de buitenkruin een met steen bezetkadijkje
aanwezig is, dat de navolgende hoogten beeft, als:
Van nommer 34 tôt 27 van 5.46 tôt 5.3 6 M. -)- A P ., van
nommer 24 tôt 18 van 5.65 tôt 5.5 2 M. + AP. en van nommer
17 tôt 13 van 5.52 tôt 5.18 M. -f- AP.
De krainbreedte van den dijk is gemiddeld 5 M . ; de binnen-
glooiing heeft eene helling van gemiddeld ongeveer 2 à 2| op 1 ,
de buitenglooiing van 2J à S op 1. Met nitzondering van eene
lengte van 3387 M. is de buitenglooiing van den gehee-
len dijk met steen bezet. Naarmate van de daaraan gebleken
behoefte is deze steenglooiing meer of minder lioog opgetrokken.
Zoo heeft zij tusschen Knlchuizen en den Immerhompolder eene
hoogte van 3 .67 tôt 3.26 M. -j- A P ., van nommer 64 tôt 56
loopt zij op van 2.88 tôt 4.96 M. -j- AP., tusschen paal 56 en
paal 45 is de hoogte afwisselend tusschen 4.97 en 4.32 M. -j- AP.,
tusschen paal 45 en 38 van 3.60 tôt 2 .72 M. -j- A P ., van
paal 38 tôt 24 van 5 .4 3 tôt 4 .6 8 M. -j- A P ., van paal 23 tôt
12 van 5.71 tôt 5.18 M. -j- AP. en tusschen paal 8 en 2 van
4 tôt 3.48 M. + AP.
Het door voorland beschermd gedeelte dijk bedraagt 7818 M.;
waar dit voorland geen buitenpolder is, is het verdedigd door
eene zoogenaamde, met steen bezette kapglooiing.
In den Westfrieschen zeedijk liggen de volgende sluizen en
duikers, aile staaude onder toezicht van het dijksbestuur van het
ambacht, dat den dijk beheert :
Be Molensluis van de Westerkogge onder Berkhoxit, in onder-
houd en beheer bij het polderbestuur (molenmeesters) van de
Westerlwgge: duikersluis, met ddne opening, wijd 2 .3 4 M ., slag-
drempeldiepte 2 M. —- A P ., met 2 paar vloeddeuren.
Be Buiker van het stadsstoowgemaal van Hoorn, in onderhoud
en beheer bij het gemeentebestuur van Hoorn: cementen buis,
wijd in doorsnede 0.80 M. met den onderkant liggende op 1 M.
— A P ., met ijzeren schuif en achterliggende kleppen van het
stoomgemaal.
77« Sas- o f Groole Slwis bij den Hoofdtoren in de gemeente
Hoorn, in onderhoud en beheer bij het bestuur dier gemeente:
keersluis wijd 8 .5 0 M., slagdrempeldiepte 3.17 M. —- A P .,
met 2 stel vloeddeuren. Deze sluis is alleen gesloten bij een
waterstand van 0.30 M. -f- AP. en daarboven; beneden dien
stand heeft het zeewater vrijen toegang tot de gemeentegrachten
tot de hieronder te noemen Kleine Sluis aan het Groote Oost.
Over de sluis ligt eene draaibrug, alleen geschikt voor voet-
gangers.
Be Kleine Sluis aan het Groote Oost, evenals de vorige sluis
gelegen in de gemeente Hoorn en in onderhoud en beheer bij
.deze gemeente: keersluis, wijd 6.70 M., slagdrempeldiepte 2.80
M. — A P ., met een stel läge en edn stel liooge-of noodvloed-
deuren. Deze sluis is alleen gesloten bij waterstanden van 0 .10
M. — AP. of hooger van 1 April tot 1 October en van 0.20
M. — AP. of hooger van 1 October tot 1 April; overigens
geeft zij het zeewater vrijen toegang tot de daarachter gelegen
binnengrachten. Over de sluis ligt eene ophaalbrug, geschikt voor
verkeer met vöertuigen.
Be Molensluis van de?i Oosterpolder onder Blokker, in onderhoud
en beheer bij het bestuur (molenmeesters) van dien polder:
steenen duikersluis van eene zeer bijzondere inrichting. Zij bestaat
n .l. uit twee gedeelten: eene zoogenaamde achterkam er en eene
voorkamer, die een geheel van elkander verschillend door-
stroomingsprofiel hebben. De achterkamer (polderzijd€), lang
12.34 M., wijd van 2.2 2 tot 2,19 M., hoog 2.34 M., gemeten