maakt. Bij het regiement van 1872 (Prov. Blad n°. 70) werden
de gronden van Raasdorp, wier vervening toen plaata had, en die
tot den Osdorperbovenpolder behoorden, bij den Lutkemeerpolder
gevoegd.
De waterkeeringen zijn: een dijk längs de nngvaart, van den
Middelveldscheu Akerpolder tot den Osdorperbovenpolder, lioog 0.50
4- AP.; de dijk längs den Osdorperbovenpolder eerst 0.50
M ., later 1 .1 0 h 1.25 M. + AP. en de dijk längs den Mid-
deloeldselmn Akerpolder tot de ringvaart liggende op 0.8 0 M.
+ DÄe- Ptw- ee eersten zijn bet eigendom en bebooren tot hetgebied
van den Lutkemeerpolder, zoover Raasdorp strekt ook de buiten-
bermsloot; zij zijn in onderhoud bij den polder. De laatstgenoemde
dijk behoort aan den Middeheldschen Akerpolder, die bij contract
verbonden is om dien dijk, liggende binnen zijn gebied, als wa-
terkeering ook van den Lutkemeerpolder, te onderhouden.
De dijk längs den Osdorperbovenpolder is bij den aanleg aan-
merkelijk hooger dan 0.50 M. + AP. gemaakt, met het oog
op de te verwachten inkbnking, maar zal niet hooger dan op
0.50 M. + AP. worden onderhouden.
De polder wordt bemalen door een stoomgemaal van 31 WPK.,
staande aan de ringvaart en daarop nitslaande. Dit gemaal, in
1864 gesticht, heeft twee bouilleurketels, ieder met een verwaT-
mingsoppervlak van 6.80 M2. De machine brengt eene centri-
fngaalpomp in beweging met eene afvoerbuis van 0.4 6 M. mid-
dellijn en brengt 28 M3. water per minuut op.
Het zomer- en winterpeil is 4 .8 0 M. AP.
De polder is ongeveer 232.7948 H . groot, waarvan 210 .1740
H. belastbaar zijn. De lasten bedroegen van 1888—1 8 9 1 /1 6 .3 0
gemiddeld per H. ’s jaars. In 1892 waren de lasten e c h t e r / 28
Pel
Bij het regiement is het bestunr opgedragen aan dne leden ,
waarvan een Voorzitter, die rechtstreeks door de stemgerech-
tigde ingelanden worden gekozen. l)
— ÜTnüt t lei i der Zomervergadering vaa 1872, Bijlage K.
DE MIDDELVELÜSCHK AKEREOLDEU.
Gemeente: Sloten.
Deze polder ligt tusschen den Sloierslimweg en den Osdorper-
weg, den Lutkemeerpolder en de ringvaart van den Haa/rlemmer-
meerpolder.
Toen in December van 1875 concessie was verleend tot vervening
van een groot deel van den polder, is het bestuur dier
vervening geregeld op den voet van eene waterschapsaangelegen-
heid en opgedragen aan het bestuur van den polder. Het be-
staande regiement van 1868 (Prov. Blad n°. 58), gewijzigd in
1872 (Prov. Blad n°. 57) is toen door een geheel nieuw regle-
ment vervangen.
Een gedeelte van den polder, liggende bij de kom der gemeente
Sloten bij den Sloterstraatweg, ook Akerweg genaamd en enkele
perceelen gelegen tegen den Lutkemeerpolder, zijn buiten de vervening
gebleven.
De waterkeering van den polder is: ten zuidoosten, de Akerweg,
voor zooverre de landerijen betreft buiten de veenderij gelegen
(de bovenlanden), terwijl deze gescheiden zijn van de veenderij
door eene kade of dijk, die deels op 0 .70 M .f f ^ AP.
wordt gebracht, maar öp enkele plaatsen tot AP. wordt opge-
hoogd. Längs de nngvaart ligt een veenderijdijk ter hoogte van
0.30 M. -j- A P ., met eene kruin van 6 M. breedte.
Ten noordwesten ligt een veenderijdijk van dezelfde hoogte
en breedte. De veenderijdijk längs den SlotersUmweg en den Os-
dorperweg, die ten noordoosten de waterkeering vormt, heeft
eene hoogte van 0.7 0 M. — AP. en van AP.
Alle veenderijdijken worden door de verhoefslaagden onderhouden
tot de vervening zal afgeloopen zijn, wanneer alles bij
den polder in onderhoud komt.
De Sloterslimweg en de Osdorperweg worden onderhouden door den
Osdorperbovenpolder, den Osdorperbinnenpolder, de Sloterbinnen