geplaatst aan den dijk bij het Barndegat, gemeente Oostzaan, en
nitmalende op den IJboezem. Vlucht 26 M.; middellijn van de
vijzel 2.05 M. en van de schepraderen 6.10 M., breedte der
scboepen, 0.54 M.
Onder de bemaling van deze drie molens liggen ook de landen
van Vaterland beoosten liet Twiske, doch buiten den Luijendijk,
en dus tussehen dezen en het Twiske gelegen. Het bestuur ont-
vangt daarvoor van het bestuur van Vaterland volgens overeen-
komst van 5 Sept. 1862, goedgekeurd bij besluit van Ged.
Staten van 17 Sept. 1862 n°. 1, eene som van f 1 per H.
’s jaars als molengeld.
Zomerpeil 1.19 M. — AP. ongeveer, doch een vastgesteld
peil bestaat niet.
De polder is groot 3042 H . land en water, doch daar
het water, dat als zoodanig op de kadastrale leggers bekend staat,
niet in den omslag begrepen wordt, dragen slechts 1781.4204
H. de lasten.
Gemiddeld bedrag van de polderlasten in de jaren 1888—-1892:
f 5 per H. ’s jaars.
Tan de Halerbroek ontvangt de polder sedert 1862, als bij-
drage in de zeedijkskosten enz., het Hondshosckgelä daaronder
begrepen, eene vaste som van f 300 ’s jaars, laatstelijk geregeld
bij overeenkomst van 14 Juni 1861.
Door den Vijdewormer wordt, wegens landen bij de droogma-
king vergraven of bij de dichting der doorbraak van 1825 inge-
dijkt, volgens overeenkomst van 9 Mei 1862, goedgekeurd bij
besluit van Gedeputeerde Staten van 3 September 1862 n°. 30,
jaarlijks f 200 aan den polder Oostzaan betaald.
Het bestuur wordt volgens het regiement van 1862 (Prov.
Blad n°. 57), gewijzigd in 1880 (Prov. Blad n°. 70), uitgeoefend
door een Dijkgraaf en zes Heemraden, met acht Hoofdingelanden.
Dijkgraaf en Heemraden worden door de Koningin be-
noemd. *)
DE HOOGENDAM TE ZAANDAM.
Gemeente : Zaandam.
De Hoogendam werd eertijds bestuurd door een Dijkgraaf en
Heemraden vanwege verschillende gemeenten gesteld, evenals het
geval was met den Schar dam en de beide Nieuwendammen.
Toen evenwel in het begin dezer eeuw de dijk zelf nagenoeg
geene kosten meer vorderde, is ter besparing der kosten van be-
heer het afzonderlijk bestuur van den Hoogendam opgeheven en
het beheer opgedragen aan Burgemeester en Wethouders van
Zaandam, terwijl de quota van den Hoogendam in den Noorder
IJ - en Zeedijk voor rekening komen van genoemde gemeente. (Zie
bladz. 28 en volgg.)
De schikking, waarbij Zaandam met de belanghebbende bestu-
ren overeengekomen is, den Hoogendam. met alle baten en lasten
over te nemen, is goedgekeurd bij K. B. van 12 Augustus 1827
n°v 109. Den 18den daaraanvolgende heeft Zaandam het beheer
aanvaard.
De lengte van deze zeewering, de na te melden sluizen daaronder
begrepen, is 155 M.
Van het gedeelte strekkende van den Vestzaner-zeedijk tot
de Groote Schutsluis te Zaandam, lang 77 M., is de vroeger
bestaan hebbende kade aan de buitenzjçjde weggenomen en in
1883 vervangen door een verhoogd trottoir. Dit trottoir ligt op
2.10 M. -j- AP. Het laagste punt van den dam ligt op 2 M.
+ AP. In dit trottoir zijn twee openingen, wijd 2.80 M. en
2.70 M.
Het overige gedeelte van dezen dijk is aan beide zijden met
huizen bezet en is hoog 3.75 tot 2.41 M. -j- AP.
In den Hoogendam liggen drie sluizen, te weten :
de Groote Schutsluis te Zaandam, de Kleine Schutsluis en de
Duikersluis. (Zie bladz. 347 en 348.)