Ylucht 20.60 M., middellijn van het scheprad 4.16 M., breedte
der schoepen 0.43 M.
Het zomerpeil, tbans 0.95 M. — AP. en het winterpeil 0,80
M. — AP., is in 1880 mim 0-25 M. verhoogd.
In den polder liggen twee inlaatduikers, den aan de D e lft en
een bij den molen.
De polder is groot 206.8395 H ., die allen gelijkelijk in de
lasten dragen. Het exercitieterrein onder Schoten, groot 2.7010
II. en een stuk land ten oosten van den polder, groot 1 H.,
worden kraehtens overeenkomst door dezen bemalen en betalen
daarvoor de gewone lasten. Gemiddelde omslag in de jaren 1888
—1892 f 3.50 per H. ’s jaars.
Het bestnur' bestaat volgens regiement van 1866 (Prov.
Blad n°. 5), gewijzigd in 1883 (Prov. Blad n°. 51), uit drie
leden, waarvan een Yoorzitter, die rechtstreeks door de stemgc-
reehtigde ingelanden worden gekozen. ’)
DE VEENPOLDEIt ONDER HAARLEM EN HEEMSTEDE.
Gemeenten: Haarlem en Heemstede.
Ook deze polder grenst niet aan het Spaarne, doch ligt tnsschen
den Leidschen trekweg en de Houtvaart.
Ten oosten is hij door genoemden trekweg begrensd; ten zui-
den door de Aardenhoutslaan; ten westen, noordwesten en noorden
heeft hij eene kade längs de Houtvaart, loopende van de Aarden-
houtslaan tot dicht bij de Brouwersvaart-, verder grenst hij ten
noorden aan hooge gronden. De afscheiding bestaat daar in eene
sloot, de Oosteindervaart cf Oostindievaart genaamd, die even be-
zuiden de Brouwersvaart en evenwijdig inet deze van den spoor-
weg af strekt tot den Leidschen trekweg en daar door een kok er
in de trekvaart nitmondt.
De kade längs de Houtvaart is van 0.17 M. — AP. tot 0.22
M. AP. hoog en wordt door den polder onderhouden.
De molen, een achtkante windvijzelmolen, staat nabij de Leid-
sche vaart tusschen de Schomotjeslaan en de stad en slaat het
water nit op de Leidsche vaart.
Ylucht 20.50 M., middellijn van de vijzel 1.42 M.
Het peil is des zomers 0.75 M. — AP. Het maaiveld ligt
gemiddeld 0.25 M. — A P .
Twee inlaatduikers geven gelegenheid om water nit de Houtvaart
in te tappen. Een ligt aan de Munterslaan bij het land-
göed Oosterduin, de andere een weinig verder bij eene bloem-
kweekerij.
De polder is groot 141.6613 H., waarvan 138.5006 H. de
lasten dragen. Gemiddelde omslag in de jaren 1889—1892 f lO
per H. ’s jaars.
Een vrij groot deel van den polder is opgehoogd en met huizen
bebouwd.
Yolgens het regiement van 1862 (Prov. Blad n°. 56), gewijzigd
in 1892 (Prov. Blad n°. 80) bestaat het bestnur uit drie
leden, waarvan 66n Yoorzitter, die rechtstreeks door de stem-
gerechtigde ingelanden worden gekozen. *)
DE SCHOUWBROEKERPOLDER
Gemeente: Heemstede.
Längs het Spaarne, dat den polder ten oosten begrenst, loopt
eene kade, die zieh over het algemeen weinig boven het land
verheft. Aan de zuidzijde, längs de Wippervaart en Heerenzand-
vaart, tot op ongeveer 100 M. afstands van de ijzeren brug bij
het begin der Postlaan, wordt het buitenwater uit den polder
gekeerd door een hoog voetpad, en van daar weder längs de sloot,