Buitendijks liggen nog ongeveer 170 II.
Yolgens het regiement van 1882 (Prov. Blad n°. 6 van 1883)
wordt liet bestuur uitgeoefend door een Dijkgraaf en vier Heem-
raden als college van dagelijksch bestuur, en twaalf Hoofdingelanden.
De Dijkgraaf en de Heemraden worden door de Koningin
benoemd uit een drietal door de Hoofdingelanden voorgedragen. *)
HET BUITENVELD EN DE NORMERVEN.
Gemeente : Wieringeu.
Het Buitenveld is in het jaar 1849 bedijkt door een aarden
dijk, gedeeltelijk met een wierriem er voor, aan beide uiteinden
aansluitende aan den MarskedijJc. Deze aarden dijk, lang 1150
M., van 1 tot 3 M. -j- YZ. hoog, is in den winter van 1862 op
1863 geheel weggeslagen. In den zomer van 1863 opnieuw gelegd,
is hi} door den storm van 3 en 4 December 1863 weder vermeid,
doch later weer hersteld. Het voorland van dien dijk, de
Normerven geheeten, is nog onbedijkt.
Het water wordt op zee geloosd door twee duikers, liggende
aan de oost- en aan de westzijde van den dijk.
De uitgestrektheid van het Buitenveld is 18.9344 H. Het
voorland is ongeveer 1 1 H. groot.
Het Buitenveld en de Normerven behooren geheel aan één
eigenaar.
DE WAAED-NIEUWLANDPOLDER.
Gemeente : Wieringen.
Aan de zuidoostzijde van Wieringen is in het jaar 1846 eene
belangrijke uitgestrektheid buitengronds ingedijkt, door het leggen
van een zeedijk, die, beginnende aan den zuidoostelijksten
hoek des eilands, en zuidwestwaarts strekkeude, even benoorden
den Hippolglushoever-Klammolen weder aan de zeewering van
Wieringen aansluit. De sluiting van dien zeedijk hadplaatsin de
week tusschen 15 en 2 1 Juni 1846. Deze zeedijk heeft eene
lengte van 4686 M. en is hoog 3 M. tot 3 .25 M. + AP. Deze
dijk is over zijne geheele lengte verdedigd door eene steenglooi-
ing ter hoogte van 2 M. tot 2.7 5 M. -f- AP.
Nagenoeg in het midden der oude zeewering, die door deze
bedijking slaperdijk is geworden, ligt een duiker ten behoeve
van den Stroeerpolder. Het water, dat zieh door dien duiker
ontlast, wordt door eene sloot of ^vdorboezem längs de oude zeewering
afgevoerd naar de steenen duikersluis aan het oosteinde
van des polders zeedijk. De kade längs die sloot heeft eene
hoogte van 1.20 M. -j- YZ.
Het sluisje heeft twee openingen, ieder wijd 1.45 M. De drem-
pel ligt 1.75 M. ’-t»-VZ. Elke opening is gesloten door
eene schuif en eene deur. Deze deuren sluiten beide tegen den
scheidingsmuur tusschen de twee openingen. Eene dezer dient
tot outlasting van het water uit den Stroeerpolder, de andere voor
dat uit den polder Wiard-Nieuwlaud zelven. Het onderhoud is
ten laste van laatstgemelden polder.
De polder wordt bemalen door een stoomgemaal en een vijzel-
molen, beide staande ongeveer 1000 M. van de uitwateringssluis
en uitslaaude op een boezem, die längs den zeedijk daarheen
voert.
Het stoomgemaal, in 1888 gesticht, heeft een ketel van
31.20 M-. verwarmingsoppervlak. Het stoomtuig, compound
met twee cylinders, brengt eene vijzel in bewegiug van 1 .5 5 M.
middellijn, die 40 M3. water per minuut opbrengt.
De windmolen heeft eeue vlucht van 22.80 M. en eene vijzel
van 2 M. middellijn.
Vast peil kau niet worden aangenomen, daar er zööveel kwel
is , dat of de windmolen of het stoomgemaal dagelijks moet malen. De
eerste kan het water tot 2.40 M., de ander tot.2.85 M.—AP. afmaleu.