De scheele uitgestrektheid van Waterland is na de herzienmg
van den algemeenen polderligger, die tengevolge der wijziging van
het reglement in 1886 plaats had, 9890.0354 H., verdeeld als volgt:
Grasland. Rietland. Totaal.
Waterl. zonder debann. 6142.5657 H. 155.5228 H. 6298.0885H.
Purmerl, en Purmerend.
Deze twee bannen.. 1118,1137 * — 9908 // 1119.1045 | \
Buiten den Luijendijk. 93.3411 // 1.5448 // 94.8859 //
Totaal. 7354.0205 H. 158.0584H. 7512.0789H.
De ' Buiksl7o ot.e rmeer. . . . • • ■ ■ 3 2 2 .8 6 3 0H.
• ^De B„r oek7 ermeer. ■ • • • . 308.8058 //
iDe Bemermeer ............................................... . 134.0640 //
en de bii de bedijking dezer meren ingenomen gronden 121.2803
J 9.0940 //
122.5890 //
114.4930 //
37.2520 //
25.5210 //
32.5730 //
24.45 //
De Wihnkebreek oorspronkelijk
De Monnikenmeer .
De Noordmeer .
De Blijkmeer
De Bnrkmeer
De Burgerdammer Bie
Landen door den Wijdewormer ingenomen na
de dootbraak van 1825 . • • • •
Totaal der belastbare oppervlakte. 8765.0640H.
Onbelastbaar zijn:
De erven der buizen bedoeld bij a r t. 25 van
bet reglement, zooals dit in 1886 is gèmjzigd .
Di]ken en kaden • • • ‘ ’
Water, vergraven grond en moeras
Onbelastbaar .....................................................
94.1986 H.
174.0686 //
795.8022 //
60.9020 //
Yolgens bet reglement worden afzonderlijk omgeslagen de
kosten van zee- en binnendijken en die van den lu ije n d ijk , van
de Achterdichüng en van de molens en sluizen.
Yolgens de begrooting van 1892 wordt de omslag voor de zee-
en binnendijken gebeven over 7346.01 H. die bet volle, en
148.4294 H. die als rietland het halve bundergeld betalen.
De omslag voor den lu ijen d ijk , de Achterdichting, de molens
en sluizen, waarin de bannen Pwrmerend en Pwrmevland niet
dragen, geschiedt dientengevolge slechts over 6133.6771 H. wei-
en 145.8938 H. rietland. Onder de opgegeven boeveelbeid
weiland zijn begrepen 121.2803 H . indertijd tot bedijking van
de drie Waterlandsche Meren ingenomen en gedeeltelijk vergraven.
Op de begrooting voor 1892 is voor zee- en binnendijken gebracht
een omslag van f 2.-— en voor den Luijendijk, de Achter
dichting, de molens en sluizen^ 7.50. De laatstgenoemde
omslag is aanmerkelijk verhoogd bij vroeger, ten gevojge der
leeningen voor de stichting der drie stoomgemalen gesloten.
Yrij van lasten zijn de erven binnen de besloten körn der
steden, alle wegen en gouwen, de erven der buizen staande op
dijksgrond, rietsoboten aan de landen vastgehecht, en buiten-
dijkscbe landen. Rietlanden worden slechts voor de helft belast.
Yolgens bet reglement, dat in 1869 ter vervanging van dat van
1857 is vastgesteld (Prov. Blad n°. 3 van 1870) en waarbij ook de
bannen Purmerland en Purmerend gescheiden zijn, bestaat bet
bestuur van het Hoogheemraadschap uit een Dijkgraaf en acht
Hoogheemraden met zestien Hoofdingelanden.1)
De Dijkgraaf en de Hoogheemraden worden benoemd door . de
Koningin uit een drietal, door Hoofdingelanden opgemaakt.
De Hoofdingelanden worden gekozen door de stemgerechtigde
in de tien bannen, waarin het Hoogheemraadschap verdeeld is, en
i) Het bestuursreglement is gewijzigd in enkele opzicMen van minder alge-
meen belang in 1872 (P ro r. blad n°. 4), in 1873 (Prov. blad n°. 72), in 1874
(Prov. blad n°. 80), in 1878 (Prov. blad n?. 90), in 1880 (Prov.'blad n°. 71),
in 1882 (Prov. blad n°. 82) in 1886 (Prov. blad n°. 64) en in 1892 (Prov. blad n°. 79)-