1 M. — AP. tot de grens der gemeente Berichout, volgt deze, de
landen insluitende genaamd de Hatte Gans, bezuiden den Bobeldijk
gelegen en enkele andere pereeelen van Spanbroek en Wognum,
die wel tot het ambacbt der Vier Noorder Koggen bebooren,
docb door Brechterlands IVesterlcogge worden bemalen, ter grootte
van ruim 16 H., en buigt zieh dan noordwaarts längs de bui-
tenzijde van den Binnendijk der Vier Noorder Koggen of Molen-
dijh evenwiidig met de ringsloot van den Baarsdorpermeer;
gaat daarna längs den buitenteen van diens ringdijk längs de
Leekerlanden tot den voormaligen overtoom nabij den weg tus-
sohen Hoorn en Wognum.
Deze ringsloot, alzoo binnen het ambacht getrokken, wordt
echter niet gerekend daartoe te behooren, omdat zij eveneens
ligt binnen de grenzen van Breehterland en nooit door de Vier
Noorder Koggen is onderhonden of geschouwd.
De landen daaraan grenzende waren voorheen buite nlanden,
liggende bezuiden den Zomerdijk tegen het water van het Baarsdorpermeer.
Beeds vroeg, waarschijnlijk in het midden der
16ie eeuw, heeft men te huuner verdediging den Molendijk ge-
legd, strekkende van den Bobeldijk tot den voormaligen overtoom
bi j Wognum, Het onderhoud van dezen Molendijk, opgedragen
aan de eigenaars der landen, waarop hij gelegen was, heeft echter
zeer veel te wenschen overgelaten. Het werd niet alleen ver-
waarloosd, maar zelfs werd de dijk op veischillende plaatsen
weggegraven, zoodat menigmaal het water van de Vier Noorder
Koggen in de Westerkugge vloeide.
Yooral gold dit voor het gedeelte van den Noordermeerweg tot
den Hoornschen weg.
ln 1883 en 1885 is besloten aan dezen toestand een einde te
maken. Het bestuur der Vier Noorder Koggen heeft in 1885 en
1887 de gronden waarop de Molendijk lag, ter breedte van on-
geveer 20 M. aangekocht, van den Noordermeerweg tot den
Leeker- of Meerweg en ook voor een deel van dezen weg, bezuiden
de Leekerlanden tot den voormaligen overtoom bij den weg
van Hoorn naar Wognum,
De dijk is op de aangekochte gedeelten bersteld en gebracht
op 0.20 M. -)- AP. Bij de Leekerlanden is dat echter nog niet
over de geheele lengte kunnen geschieden, zoodat de waterkee-
rende ring der Vier Noorder Koggen däiir nog niet is gesloten.
Mochten de onderhandelingen, die met de Westerkogge gevoerd
worden over eene afwatering der Ijeekerlanden op dat water-
schap, niet tot een günstig resultaat leiden, dan zal de verbete-
ring van den Molendijk te dier plaatse ongetwijfeld toch eerlang
moeten geschieden.
Nerder ligt het ambacht tegen den Hoornschen weg, voor
zoover deze loopt van den voormaligen overtoom tot den Zwaagdijk,
voorts tegen den Zwaagdijk, den Schinkeldijk of het Zijd-
werk en den Bullendijk. Zwaagdijk en Bullendijk behooren on-
der Hrechterland en zijn te diens laste. De Schinkeldijk of het
Zijdwerk werd voor gemeene rekening van Breehterland, de Vier
Noorder Koggen, de gemeente Medemblik en de banne Hoog- en
Laag-Zwaagdijk onderhonden, doch sinds 1889 is het aandeel in
het onderhoud van dien dijk, hetwelk door de banne Hoog- en
Laag-Zwaagdijk werd gedragen, aan het ambacht der Vier Noorder
Koggen overgegaan, tegelijk met de wegen, die vroeger ten
laste van de bannen waren.
De boezem van de Vier Noorder Koggen besfaat niet uit groote
vaarwateren, doch uit een tal van slooten en fochten, waarvan
slechts eenige door kleine vaartuigen bevaren kunnen worden.
Alleen bij M.edemblik vindt men plassen van eenige uitgebreid-
heid, de Groote en de Kleine Vliet, die tot verzameling van het
boezem water dienen.
De boezem wordt afgemalen door den stoomgemaal en 23 wind-
vijzelmolens.
Het stoomgemaal, in 1869 gesticht, staat bij den Oosterdijk.
Het heeft drie zijvlam-buisketels, ieder van 71 M2. verwar-
mingsoppervlak.
Het direct 'werkend stoomtuig van lagen druk met condensatie
drijft 2 vijzels van 2.10 M. middellijn, en, om dienst te doen als