Binnen dezen ring liggen beoosten het Spierdijker-verl&ai eenige
gronden van het ambacht der Vier Noorder Koggen, bekend on-
der den naam van de Natte Gans, beboorende tot de banne
Spanbroek, en eenige andere behoorende tot de banne Wognum
en Wadway, gezamenlijk tei; grootte van 19 .2890 H. Daaren-
tegen liggen buiten den Spierclijk 93.634.1 H. van de banne
Her Mont, het Overdorp Zevendeel van Berkhout genaamd, die
mitsdien niet behooren tot de Westerkogge, maar vereenigd zijn
met den polder TIrsem.
De polder ontvangt het uitgemalen water van het Kleine Waal-
tje op de grenzen van Wognum, van den Buarsdorpermeer, van
de Groote Waal en de Kleine Waal nabij Hoorn en van een
braakje onder Scharwoude, die allen op den boezem van de Westerkogge
uitslaan. Het eerste betaalt daarvoor de molengelden aan
de banne Berkhout in evenredigheid tot het getal zijner heotaren.
Van de banne Bampten ontvangt de polder een vast molengeld van
f 122.42 ’sjaars van gronden, indertijd door Hoorn voor de uitleg-
ging der stad ingenomen. Deze betaling is geregeld bij overeen-
komst van 1893. (Zie bladz. 555). Van de andere landen, die niet tot
het gebied van den polder behooren, heeft de polder eene vaste jaar-
lijksche uitkeering tot een gezamenlijk bedrag van / ’ 230.28.
De bemaling van de Westerkogge geschiedt door twee stoom-
gemalen, nitslaande op een binnenboezem bij den Westerzeedijk.
Door eene uitwateringssluis stroomt het' water in de Zmderzee.
Een der stoomgemalen is gesticht in 1874 en heeft drie Com-
wall-ketels, ieder van 105 M2 verwarmingsoppervlak en twee
centrifugaalpompen, die ieder 75 M3. . water per minuut op-
brengen.
Het andere is in 1890 gesticht en heeft den Lancashire stalen
ketel van 80 M2 verwarmingsoppervlak. Eene hevelcentrifugaal-
pomp brengt 85 M’. per minunt op.
Bij Avenhorn is een duiker tot inlaten van water uit de Beem-
ster-ringsloot, waarvoor eene jaarlijksche recognitie wordt betaald
aan de Uitwaterende Sluizen.
Zomerpeil 2.86 M. — AP.; winterpeil 2.96 M. — AP.
De molengelden van de Westerkogge worden over de bannen
omgeslagen im evenredigheid barer belastbare hectaren in den polder
gelegen. De grootte der schuldplichtige landen is 2713,7327 H.
In den aanslag van Berkhout worden begrepen de gronden van
Spanbroek en Wognum,. die onder de bemaling liggen van de
Westerkogge, de zoogenaamde Natte Gans en het Waalfye op de
grenzen van Wognum. Van deze wordt het molengeld door het
bansbestuur van Berkhout ingevorderd.
Het gemiddeld bedrag van dat molengeld in' de jaren 1888—
1892 kan gesteld worden op f 7.— per H. ’sjaars. Die som
is echter begrepen in het gemiddeld bedrag der lasten voor
iedere banne afzonderlijk opgegeven.
Volgens het bestuursreglement van 1874 (Prov. Blad n° 79)
is het bestuur opgedragen aan vijf Molenmeesters, waarvan den
Voorzitter, en een College van Hoofdingelanden, ten'getale van
tien, waaronder die vijf Molenmeesters.
Vijf der Hoofdingelanden worden gekozen door het bestuur der
banne Berkhout, en wel door de Hoofdingelanden dier banne; twee
door het bestuur der banne Bampten uit zijn midden en even-
eens een door ieder der besturen van de bannen Avenhorn, Grost-
huizen en Scharwoude.
De Voorzitter en de overige Molenmeesters worden door Hoofdingelanden
uit hun midden gekozen.
DE KLEINE WAAL OP WEEL BIJ HOOUN.
Gemeente: Hoorn.
In de- grensbeschrijving van de banne Bampten, voorkomende
in art. I van het regiement van bestuur (Prov. Blad 1858 n°.
110), wordt gewag gemaakt van eene Kleine Waal, in de qnmid-
dellijke nabijheid van de stad Hoorn, aan de trekvaart naar Alkmaar
gelegen.