Het bestuur is bij het règlement van 1866 (Prov. Blad n°.
219), gewijzigd in 1879 (Prov. Blad n°. 62), opgedragen aan de
gezamenlijke Yoorzitters der polders en twee leden van de on-
ingepolderde landen, die door de stemgereebtigde eigenaars dier
landen worden gekozen. Die Yergadering kiest uit haar midden een
"Voorzitter en twee leden, die het College van dagelijksch bestuur
uitmaken. Eén dezer leden moet worden gekozen uit de leden
vanwege de oningepolderde landen. ')
DE VEEEENIGDE HAEGEE- EN 1' KTTHMKRPOLDERS.
Gemeenten : Petteu en Schoorl.
De landen tusschen den Levpolder en de Hondsbossche zeewering
ten westen en den Slaperdijk ten oosten, tusschen de Hondsbossche
vaart tegen den ouden Schoorischen zeedijk ten noorden en
de duinen ten zuiden, maakten vroeger twee verscbillende polders:
den Pettemer- en den Hargerpolder uit. Na het verbranden van
den molen des eerstgenoemden bij gelegenheid der landing van
de Engelschen en Bussen in 1799, zijn beide in gemeensehap
van water en onder ééne bemaling gebracht. Niettemin bleef
ieder zijn eigen bestuur houden, tot zij in 1866 geheel vereenigd
en onder één bestuur zijn gebracht, terwijl daardoor tevens de
Pettemer polder toegevoegd werd aan de Vereeniging von ingepolderde
en oningepolderde landen onder Schoorl en Petten.
De waterkeeringen bestaan uit kaden längs de Hondsbossche
vaart, die op 0 .1 4 M. j- AP., längs de Oudevaart tegen den
Slaperdijk, die op 0 .12 M .. + AP., längs de Zoetwatersloot,
die op 0.11 M. + AP. en längs den Leipolder en de Zoutwater-
sloot, die op 0.15 M. + AP. liggen. Bovendieu behoort nog
tot den polder het gedeelte kade gelegen längs de Hondsbossche
vaart tusschen het brugje in den Pettemerweg over de molenwate-
ring van den Lei/polder en den Droomerdijk.
De kade längs den Leipolder is geheel ten laste van diens eigenaars.
De anderen zijn in onderhoud bij den polder, ofschoon
de eigenaars verplicht zijn de gewone, telkens voorkomende ge-
breken, te herstellen.
De Kamperkade en het Mostaardmegje vormden vroeger de
grens tusschen beide polders.
De polder wordt bemalen door een windvijzelmolen, staande in
den noordhoek en uitslaande op een voorwaterloop, de Uittocht
genoemd, die het water brengt op de Hondsbossche vaart. Ylucht
22.98 M.; middellijn van de vijzel 2.3 2 M.
Bij Hargen ligt een inlaatduiker.
Het peil is 1.20 M. — AP. des zomers en 1 .4 0 M. — AP.
des winters.
De polder is groot 362.8039 H., die allen de volle polderlasten
betalen. Deze bedroegen in 1888—1892 gemiddeld y'3.50
per H. ’s jaars. De landen van den ouden Pettemer polder betalen
echter niet mede in de algemeene lasten der Yereeniging.
Bij het reglement van 1866 (Prov. Blad n°. 219) is het bestuur
opgedragen aan vijf Poldermeesters, waarvan een Voorzit-
te r, die rechtstreeks door stemgerechtigde ingelanden worden
gekozen. Yan deze vijf Poldermeesters worden er drie gekozen
uit de ingelanden van den vroegeren Harger- en twee uit die van
den voormaligen Pettemerpolder. m
d e g r o e t b r p o l d e r .
Gemeente: Schoorl.
De Groeterpolder ligt tusschen de Nieuwe Zandvaart tegen den
Slaperdijk ten westen, en de Catrijpermoor ten oosten, en tusschen
de Hondsbossche vaart tegen den ouden Schoorischen zeedijk, tot
waar deze tegenover de Jacob Klaassensluis in het Noordhollandsch
kanaal uitmondt, en verder den Kanaaldijk teil noorden en de
hooge gronden van den duinvoet ten zuiden.